Eerste poging om de Kaasroute te sluiten: een slag in het water!

In België geldt: “wat slecht te begrijpen is, wordt vaag uitgedrukt en de woorden komen met moeite”! In die zin gaf de Raad van State op 14 september 2020 over de voorgestelde amendementen een advies toen tijdens de voltallige zitting van 17 juli van dit jaar een wetsvoorstel werd onderzocht dat op 17 juni 2020 in het geniep voor spoedbehandeling werd ingediend op het kantoor van de Voorzitter van de Kamer. Het genoemde voorstel moest het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten wijzigen om de registratie van buitenlandse notariële akten verplicht te maken, met de bedoeling komaf te maken met de “beruchte Kaasroute”, zoals ze in de memorie van toelichting wordt genoemd.


De naam zegt het niet expliciet, maar doet het veronderstellen: het wetsvoorstel beperkt in feite de verplichting om buitenlandse notariële akten te registreren, tot alleen die akten die gewag maken van een schenking onder de levenden door een inwoner van het koninkrijk. De memorie van toelichting doet vermoeden dat de beoogde akten exclusief worden verleden voor een in Nederland gevestigde notaris, vanwaar de weinig respectvolle naam “Kaasroute”.De auteurs van dit wetsvoorstel wilden dat een wetgevingskader zou worden gecreëerd waarmee de beperkende beschouwingen van de Raad van State in zijn arrest van 12 juni 2018 omzeild zouden kunnen worden. In het kader van het onderzoek van afdoende instructies door VLABEL, werd erop gewezen dat noch de wettekst, noch de eerdere parlementaire werkzaamheden in België de registratie van een in het buitenland verleden schenkingsakte verplicht maakten. De indieners, afkomstig van politieke partijen die enkele weken later de “Vivaldi”-coalitie zouden vormen, oordeelden het nuttig om dit wetsvoorstel te laten regelen door artikel 74 van de Grondwet, terwijl de oppositie er vanaf de indiening van de tekst op hamerde dat het geregeld moest worden door art. 77 en dus door een bijzondere meerderheid goedgekeurd moet worden. Verschillende amendementen door de Commissie voor de Financiën en de Begroting stelden de toepassing van deze (eventuele) wet uit tot 1 december 2020, later dus dan de oorspronkelijk voorziene tien dagen na de publicatie van de wetgevende tekst in het Belgisch Staatsblad.


In zijn antwoord wees de Raad van State de impulsieve afgevaardigden erop dat de in art. 2 van de voorgestelde tekst voorziene uitbreiding van de verplichting om schenkingsakten verleden voor een buiten België gevestigde notaris te registreren, niet valt binnen het gebied van de belastbare materie voor de gewestelijke belastingen bedoeld in art. 3, eerste lid, 8° van de bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten; bijgevolg moet een dergelijke bepaling door een bijzondere meerderheid worden goedgekeurd. Verder wordt verwezen naar de jurisprudentie van het Grondwettelijk Hof, dat bepaalt dat de aanduiding van de belastingplichtigen, de belastbare materie, de belastinggrondslag, het belastingtarief en de eventuele vrijstellingen van belasting deel uitmaken van de essentiële elementen van de belasting. Door in art. 5 ter wijziging van art. 35 eerste lid van het Wb.Reg. personen die een overeenkomst afsluiten (schenkers EN begiftigden), onnauwkeurig als “nieuwe belastingplichtigen” aan te duiden, maakten de auteurs van het wetsvoorstel de fout ervan uit te gaan dat de beslissing voor deze wijziging genomen kan worden door de gewone wetgever, aangezien de aard van de gewestelijke belastingen hierdoor verandert. Voor de andere bepalingen – meer bepaald alleen al de praktische registratieformaliteiten die de auteurs meenden te moeten wijzigen – oordeelde de Raad van State dat deze correcties goedgekeurd konden worden volgens art. 74 van de Grondwet, met gewone meerderheid van alleen de Kamer van Volksvertegenwoordigers.


In zijn advies van 14 september van dit jaar wees de Raad van State op deze manier nogmaals op de preëminentie van het recht op de politieke macht en beschermde zo de burger tegen de nadelige gevolgen van een afwijking van de overheid om uit eigen belang een praktijk aan banden te leggen die al decennia lang wettelijk wordt aanvaard en met pragmatisme wordt gebruikt door iedereen die er voordeel uit wil halen.


Ter herinnering: geen enkele wettelijke bepaling dwingt de Belgische burger al decennia lang niet meer om een, schriftelijke of mondelinge, overeenkomst over de al dan niet gratis overplaatsing van roerende goederen te registreren. Alleen de authentieke akten die op het grondgebied van ons koninkrijk worden opgesteld, moeten, ongeacht hun inhoud, aan deze registratieformaliteit voldoen. De auteurs van dit wetsvoorstel zijn de verkeerde weg ingeslagen toen ze in allerijl een tekst wilden opstellen die uitsluitend bedoeld was om alleen aan in het buitenland verleden schenkingsakten betreffende roerende goederen een ander lot toe te kennen; die akten waren in hun ogen bedoeld voor de financiering van een opgesplitste aankoop van een onroerend goed dat zich op het Belgische grondgebied bevindt, door de begiftigden, die daardoor blote eigenaars worden; daarbij werd geen rekening gehouden, noch met de institutionele regels van de Federale staat, noch met de grensoverschrijdende elementen van de beoogde aktes, waarop de Raad van State geen commentaar heeft gegeven, aangezien hierover geen advies werd gevraagd.


Hoe zal de tweede poging tot sluiting van de Kaasroute eruit zien?


De pas aangestelde regering nam de sluiting van de Kaasroute op in haar regeerakkoord, waarbij wel werd opgemerkt dat het recentste advies van de Raad van State in acht zal worden genomen. Wellicht komen er dan ook nieuwe voorbereidende werkzaamheden, maar de economische en gezondheidssituatie, alsook de politieke beperkingen door het feit dat een bijzondere meerderheid vereist is, maken dat de Kaasroute nog wel enkele “mooie dagen” beschoren is, zeker omdat de wetgever momenteel andere prioriteiten op zijn agenda heeft staan!


Ter herinnering: een wetgevende tekst met een bijzondere meerderheid goedkeuren betekent dat:

  • Kamer én Senaat hem moeten goedkeuren;
  • van elke taalgroep tijdens het onderzoek in voltallige zitting de meerderheid van de leden aanwezig moet zijn;
  • in elke taalgroep een gewone meerderheid van stemmen bekomen moet worden;
  • een bijzondere meerderheid van 2/3 van de stemmen in beide taalgroepen bekomen moet worden.

Het wetsvoorstel zoals dat in juni van dit jaar werd ingediend, kan zijn wettelijke traject voortzetten, maar moet voortaan een bijkomende politieke hindernis overwinnen: de afgevaardigden van de oppositie moeten zich erbij aansluiten. Uit de woordelijke verslagen van de werkzaamheden in de Commissie voor de Financiën en de Begroting blijkt dat de consensus bij alle afgevaardigden van welke strekking dan ook vrij groot was, door de grootschalige verspreiding van de populistische en weinig toegelichte ideeën, maar deze consensus zou politiek gezien wel eens heel wat minder evident kunnen zijn als het erop aankomt om zich voor de volledige legislatuur te verzetten tegen een volwaardige regering, tegenover wanneer de uitvoerende macht in handen was van een overgangsregering met een beperkte levensduur. Ter herinnering: de N-VA, die mee om het advies van de Raad van State had gevraagd, heeft uitdrukkelijk aangegeven dat de partij een strikte oppositie zal voeren tegen deze federale minderheidsregering in het Vlaamse Gewest en dat ze onverzettelijk zou zijn door het feit dat haar argumenten door de Raad van State als gegrond worden beschouwd.


De politieke vaardigheid om 2/3 van de verkozenen van elke Kamer voor zich te winnen, zou wel eens ontoereikend kunnen zijn om een tekst goed te keuren waarvan tijdens heldere en serene debatten de onvolmaaktheden wegens slechte voorbereiding tot uiting zullen komen.


Aangezien de afgevaardigden de noodzaak om artikel 32 en 41 van het Wb.Reg. te wijzigen, niet hadden aangehaald, moeten ze, bijvoorbeeld, rechtvaardigen waarom ze, bij laattijdig indienen, een boete van 3 of 7% van de waarde van de geschonken goederen willen opleggen als de in Nederland verleden schenkingsakte betrekking heeft op effecten of een som geld, en een boete van 0% als voornoemde akte betrekking heeft op aandelen van een familiebedrijf dat voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van het voorkeurstarief. Te meer daar deze boete van gemeen recht dat niet specifiek op authentieke akten is afgestemd, nog steeds geïnd zou kunnen worden zodra de contracterende partijen de akte indienen na een termijn van 15 dagen vanaf de datum van ondertekening.


In hun haast oordeelden de auteurs het ook niet nuttig om na te gaan welke grensoverschrijdende elementen van nature uit voortvloeien uit hun wetsvoorstel.


  • Enerzijds kan elke in België gevestigde notaris het feit dat een persoon van buiten België aan een inwoner van het koninkrijk roerende goederen schenkt, vaststellen en er akte van nemen.
  • Anderzijds kunnen sommige schenkingsakten aangaande roerende goederen alleen in het buitenland verleden worden, zelfs als de schenker en/of de begiftigde op Belgisch grondgebied verblijven. Dat is bijvoorbeeld het geval voor alle aandelen of aandeelbewijzen in een onderneming waarvan de hoofdzetel zich op Frans grondgebied bevindt. Volgens de hier besproken tekst zouden Belgische aandeelhouders van Franse niet-beursgenoteerde ondernemingen schenkingsrechten moeten betalen in Frankrijk, onder het voorwendsel dat het geschonken goed van Franse oorsprong is en de schenking erkend moet worden door een authentieke akte verleden bij een Franse notaris, en andere schenkingsrechten moeten betalen in België, onder het voorwendsel dat in het buitenland verleden schenkingsakten inzake roerende goederen aan de Belgische registratieformaliteit moeten voldoen. In deze context betreft dit nieuwe wetsvoorstel vooral de Belgische eigenaars van boslandschappen, landelijke goederen of andere onroerende eigendommen die ze in Frankrijk bezitten via verschillende vennootschapsconstructies.


Door hun obsessie om uitsluitend de Kaasroute te sluiten, slaagden de auteurs van dit wetsvoorstel er niet in om het toepassingsgebied van nieuwe wetsbepalingen open te stellen voor andere situaties in onze gemondialiseerde wereld en zo een duurzaam kader te creëren waarin alle grensoverschrijdende elementen die daarin zouden kunnen voorkomen, zijn opgenomen. Zo werd niet overwogen om een clausule toe te voegen betreffende de verrekening van schenkingsrechten die dezelfde partijen in het buitenland hebben bepaald, zoals voorzien in art. 17 Wb.Reg. Ter herinnering: sinds 17 april 1936 is in ons land een bepaling van kracht volgens dewelke successierechten die in het buitenland exclusief betaald worden voor een onroerend goed dat eigendom is van een inwoner van het koninkrijk, onder bepaalde voorwaarden verrekend kunnen worden in de in België verschuldigde successiebelasting. Deze bepaling, die sindsdien ongewijzigd is gebleven, werd ingevoerd op een ogenblik dat België inzake successie nog geen enkele overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting had ondertekend, en ze blijft dus zonder discussie van toepassing. Waarom dan in 2020 geen vergelijkbare en duurzame bepaling voorzien die onder bepaalde voorwaarden regelt dat in de in België verschuldigde schenkingsbelasting schenkingsrechten worden verrekend die diezelfde contractanten in het buitenland voor diezelfde goederen betalen?


De nieuwe regering zou in het kader van zijn politieke akkoord ook een nieuw wetsontwerp kunnen voorbereiden dat dit achterhaalde voorstel vervangt. Ze zou de problematiek ook vanuit een andere hoek kunnen aanpakken.


Ter herinnering, volgens §1 van art. 1317 van het Burgerlijk Wetboek is “een authentieke akte een akte die in de wettelijke vorm is verleden voor openbare ambtenaren die daartoe bevoegd zijn ter plaatse waar zij is opgemaakt”.


Deze ruime interpretatie van de definitie van authentieke akte is eigen aan België. Andere, buitenlandse wetgevers beperken de definitie van authentieke akte tot “akte ontvangen door een openbaar ambtenaar die daartoe bevoegd en bekwaam is op het grondgebied van de staat waar de akte werd opgesteld”.


Het feit dat het toepassingsgebied van de definitie van “openbaar ambtenaar bevoegd om akten te waarmerken”, wordt beperkt tot personen die op het Belgische grondgebied werkzaam zijn, zou tot onrechtstreeks gevolg kunnen hebben dat aan buiten het Belgische grondgebied verleden authentieke akten geen vaste datum meer wordt toegekend. Bijgevolg zou een akte verleden voor een Nederlandse notaris heel wat minder aantrekkingskracht hebben. De Kaasroute zou daardoor niet gesloten worden, maar wel zo goed als niet meer gebruikt worden. Dat in het Wb.Reg. een clausule wordt toegevoegd om de in het buitenland betaalde schenkingsrechten te verrekenen, zou de belangen van de Belgische burgers uitermate beschermen, want dat België internationale overeenkomsten afsluit om dubbele belasting inzake schenkingen te voorkomen, is op korte, middellange en lange termijn uitgesloten!


De aanbeveling om, in deze angstwekkende tijden, snel contact op te nemen met een Nederlandse notaris, om nog vóór 1 december 2020 een schenkingsakte voor te bereiden, heeft geen zin meer en dat, wellicht voor een langere tijd dan de overheid, die de snelle daling van belastinginkomsten wil beperken, zou wensen.


Mots clés