Zoals toegelicht in onze eerdere nieuwsberichten, zal vanaf aanslagjaar 2022 de belastbare grondslag voor inkomsten uit buitenlandse onroerende goederen, identiek zijn aan de belastbare grondslag voor inkomsten uit in België gelegen onroerende goederen. Om die reden wordt aan buitenlands vastgoed - net zoals dit voor Belgisch onroerend goed het geval is - een kadastraal inkomen toegekend.
Indien u buitenlands vastgoed bezit, moest u hiervoor een aangifte gedaan hebben bij de Administratie Opmetingen en Waarderingen (‘het kadaster’). In principe zou u in navolging daarvan een aangetekend schrijven hebben ontvangen waarin het kadastraal inkomen van het onroerend goed in kwestie werd vastgesteld.(1)
Het is dit kadastraal inkomen dat vermeld zal moeten worden in uw aangifte voor het aanslagjaar 2022 indien het een gebouw betreft dat u niet verhuurt of dat u verhuurt voor privé-doeleinden aan particulieren.
Pro memorie lichten we nog even bondig toe hoe u in voorkomend geval het inkomen zal moeten aangeven. Concreet zal u het toegekende (niet-geïndexeerde) kadastraal inkomen moeten vermelden naast respectievelijk code 1106 en 2106 (weliswaar in functie van de eigendomsverhouding en a rato van het aantal dagen dat u de woning gedurende inkomstenjaar 2021 in uw bezit had). Aangezien u de buitenlandse inkomsten aangeeft onder dezelfde codes als uw eventuele Belgische onroerende inkomsten, wordt ook een (nieuw) vak III.B. voorzien in de aangifte waarin u zal moeten verduidelijken welk gedeelte van uw aangegeven onroerende inkomsten voortvloeit uit uw buitenlands vastgoed. U moet hierbij telkens het land, de code en het aangegeven bedrag vermelden. Het is van belang om ook dit vak in te vullen voor de toepassing van de vrijstelling met progressievoorbehoud (in geval er een dubbelbelastingverdrag van toepassing is) of de belastingvermindering ten belope van 50% (in geval er geen dubbelbelastingverdrag van toepassing is).(2)
Wij stellen evenwel vast dat een aantal belastingplichtigen de betekening van het kadastraal inkomen nog niet heeft mogen ontvangen, en dit ondanks het feit dat er tijdig een aangifte van het buitenlands onroerend goed werd ingediend bij de Administratie Opmetingen en Waarderingen.
Indien u zich in deze situatie bevindt, is het o.i. aangewezen om een individueel uitstel van de aangifte te vragen bij uw belastingkantoor. Telefonisch werd ons reeds bevestigd door de fiscale administratie dat er intern richtlijnen zijn om dergelijk individueel uitstel onverwijld toe te staan.
Indien u niet akkoord bent met het kadastraal inkomen, is het - zoals toegelicht in ons eerder nieuwsbericht- mogelijk een bezwaarschrift in te dienen binnen een termijn van twee maanden na de datum van betekening van het kadastraal inkomen. U zal hierbij het inkomen moeten vermelden dat u stelt tegenover datgene dat aan het onroerend goed is toegekend (art. 499 WIB).
We denken hierbij in eerste instantie aan de situatie waarin er een fout in de berekeningswijze van de fiscus is geslopen. In dat geval, kan u eenvoudigweg een controleberekening maken en dit bedrag in de plaats stellen. Het is evenwel ook mogelijk dat u niet akkoord bent met de hoogte van het bedrag van het kadastraal inkomen, bijvoorbeeld wanneer u dit vergelijkt met de hoogte van het kadastraal inkomen van gelijkaardige Belgische onroerende goederen. In dat geval is het o.i. verdedigbaar dat u op basis van een aantal geschikte vergelijkingspunten binnen België (gebouwen uit dezelfde prijsklasse, ouderdom, ligging,...) een kadastraal inkomen in de plaats stelt.(3)
Indien u een bezwaarschrift heeft ingediend tegen het betekende kadastraal inkomen, is de kans groot dat u nog geen beslissing hieromtrent heeft mogen ontvangen.
Hoe vult u in voorkomend geval uw aangifte personenbelasting in? Geeft u dan het door de administratie betekende kadastraal inkomen aan of datgene dat zelf naar voren werd geschoven in het kader van het bezwaar?
Principieel dient het (betwiste) kadastraal inkomen dat door de administratie werd gevestigd in de aangifte opgenomen te worden. Op grond van art. 503 jo. 376 WIB kan vervolgens, bij een succesvol bezwaar, de te veel betaalde belasting in principe teruggevorderd worden middels een ambtshalve ontheffing.
Nu reeds, voorafgaand aan de beslissing over het ingediende bezwaar, het lagere kadastraal inkomen vermelden op de aangifte zou immers aanleiding kunnen geven tot een controle en tot een belastingverhoging, indien het bezwaar zou worden afgewezen.
(1) Voor een meer uitvoerige bespreking van het aangifteformulier verwijzen wij u graag naar onder eerdere nieuwsberichten hieromtrent: https://www.cazimir.be/nieuws/aangifte-van-start;
https://www.cazimir.be/nieuws/aangifte-buitenlands-vastgoed-een-kritische-kijk-op-het-aangifteformulier;
https://www.cazimir.be/nieuws/online-aangifte-buitenlands-vastgoed-voortaan-mogelijk-via-myminfin
(2) Een bezwaarschrift kan worden ingediend indien er bijvoorbeeld een fout
Zie ook ons eerder nieuwsbericht hieromtrent: https://www.cazimir.be/nieuws/buitenlands-vastgoed-toekenning-van-uw-kadastraal-inkomen-whats-next
(3) De artikelen 477 en 478 WIB voorzien immers in verschillende methoden tot vaststelling van het kadastraal inkomen. Eén van deze methoden betreft de vergelijkingsmethode (artikel 477, §1, lid 1 in fine en lid 2 WIB).
Bron: Cazimir, 11 juli 2022