Afbraak en heropbouw: fiscus dan toch coulant met opstalconstructies

Gisteren is er alweer een "FAQ" verschenen over het verlaagd btw-tarief inzake afbraak en heropbouw. Het is een opgave om de standpunten van de fiscus te volgen, al is het maar omdat ze her en der worden gepubliceerd (om te zwijgen van de ogenschijnlijke koerswijzigingen in deze verdorie complex geschreven wetgeving).

Dat gezegd zijnde, zijn de nieuwe FAQ's wel zeer ruim opgesteld en bieden ze effectief een antwoord op een aantal vragen die in de sector rezen:

1) Het recht van opstal van de bouwpromotor kan stilzwijgend zijn gevestigd

Een zeer prangende vraag. Wat als B (bouwpromotor) alvast een gebouw laat afbreken op de grond van A (grondeigenaar) maar er nog geen opstalrecht is gevestigd? De fiscus staat toe dat B "met alle bewijsmiddelen" aantoont dat hij over een zakelijk recht beschikt.

A mag het gebouw wel niet zelf hebben laten afbreken door een derde om daarna een zakelijk recht te vestigen ten opzichte van B (dat klinkt logisch).

2) Het zakelijk recht kan achteraf worden gevestigd

Stel dat A in ons eerder voorbeeld het gebouw heeft laten afbreken door B en daarna een opstalrecht vestigt ten gunste van B. Geen probleem, zegt de fiscus nu. B kan beroep doen op het verlaagd tarief, zolang er een overeenkomst bestaat over de afbraakwerken.

Hetzelfde geldt wanneer er sprake is van een overeenkomst van vervroegde roerendmaking.

3) Infrastructuurwerken vallen onder verlaagd tarief

Voor degenen die er nog zouden aan twijfelen: infrastructuurwerken vallen onder het verlaagd tarief - indien ze als onderdeel van de kostprijs van de woning worden aangerekend.

Dit geval moet (uiteraard) worden onderscheiden van de situatie waarbij de koper optreedt als een derde-betaler bij de overdracht van de infrastructuurwerken aan de overheid.

Voor vragen, opmerkingen en suggesties houden we ons uiteraard graag aanbevolen!

Bart Buelens

bart@vat-consult.be

0474/89.38.16

Bron: Linkedin