Auto veruit het meest gebruikte vervoersmiddel bij pendelaars

In 2023 verplaatst bijna twee derde (65%) van alle pendelaars zich naar het werk met de wagen als hoofdvervoersmiddel[1].

Op de tweede plaats komt de fiets met 17% van alle pendelaars, gevolgd door het openbaar vervoer (bus, trein, metro of tram) met 15%.

4% van de pendelaars wandelt tot het werk.

Bijna een vierde van de Vlamingen fietst naar het werk

Auto spant de kroon in Vlaanderen en Wallonië

De wagen is het voornaamste vervoersmiddel voor woon-werkverkeer in Vlaanderen en Wallonië: 63% in Vlaanderen, 81% in Wallonië. 11% kiest er voor het openbaar vervoer. In Brussel is die verhouding helemaal anders: 45% van de Brusselaars neemt het openbaar vervoer naar het werk, en slechts 33% kiest voor de auto.

Het meest opvallende verschil tussen Vlaanderen en Wallonië ligt bij het gebruik van de fiets als transportmiddel om naar het werk te gaan. Terwijl dit in Wallonië vrij uitzonderlijk is met 3% van alle pendelaars, is de fiets in Vlaanderen een vrij courant vervoersmiddel voor woon/werkverkeer. Bijna een vierde (23%) van alle pendelende Vlamingen gebruikt de fiets om zich naar het werk te begeven. Ook in Brussel ligt het aandeel fietsers bij de pendelaars met 15% aanzienlijk hoger dan in Wallonië.

Een kleine groep pendelaars kan te voet naar het werk gaan, een aandeel dat in Brussel iets hoger ligt (7%) dan in de twee overige gewesten (respectievelijk 3% in Vlaanderen en 4% in Wallonië).


Mannen vaker dan vrouwen met de auto naar het werk

Mannen kiezen vaker voor de auto dan vrouwen, en dat verschil is het grootst in Brussel: 39% van de mannen verplaatst zich met de wagen naar het werk, in vergelijking met 24% van de vrouwen, een verschil van 38%. In Vlaanderen ligt het aandeel vrouwen dat met de wagen naar het werk gaat 13% lager dan het aandeel mannen en in Wallonië gaat het om een verschil van 7% tussen het aandeel mannen en het aandeel vrouwen.

Vrouwelijke pendelaars in Brussel kiezen met voorsprong voor het openbaar vervoer: vrouwen maken bijna anderhalve keer meer dan mannen gebruik van het openbaar vervoer voor hun woon/werkverkeer (55% van de vrouwen tegenover 37% van de mannen). Ook in de overige regio’s zien we een groter gebruik van het openbaar vervoer door vrouwen dan door mannen, al zijn de verschillen niet zo groot als in Brussel.

In Vlaanderen zien we ook nog een verschil in het gebruik van de fiets. Terwijl een vierde van de vrouwelijke pendelaars zich met de fiets naar het werk begeeft ligt het aandeel mannen iets lager, nl. 22%. In Brussel is het net omgekeerd, daar ligt het aandeel mannen dat met de fiets naar het werk gaat hoger dan het aandeel vrouwen (17% ten opzichte van 13%).


Over deze cijfers

De gegevens komen uit de speciale module Mobiliteit, gekoppeld aan de Enquête naar de Arbeidskrachten 2023 (EU-LFS) en zijn gebaseerd op de antwoorden van 11.200 werkende personen die zich verplaatst hebben gedurende de referentieweek. Omdat er meerdere vervoersmodi gecombineerd kunnen worden werden bepaalde voorrangsregels uitgewerkt om een hoofdmodus te bepalen. Daarbij werd zowel naar de specifieke combinatie van vervoersmodi gekeken, als naar de mate waarin er een tussenkomst is van de werkgever voor specifieke vervoersmodi (bv. een bedrijfswagen, een abonnement voor openbaar vervoer).

1) De categorie ‘wagen’ omvat het gebruik van de wagen als chauffeur of als passagier. Ook de antwoordmogelijkheden ‘motorfiets’ en ‘bromfiets’ werden in deze categorie ingedeeld.

Mots clés

Articles recommandés

Gegevensverwerking voor gerechtvaardigde belangen, hoe en wanneer ? : de EDPB publiceert zijn richtsnoeren

4 op de 10 werknemers heeft het te warm of te koud op de werkvloer

Alcoholgebruik en personeelsfeesten: dit moet de werkgever weten