Belgische levensverwachting bij de geboorte was 82,3 jaar in 2023

In 2023 bedroeg de levensverwachting bij de geboorte in België 82,3 jaar voor de totale bevolking. Vrouwen hebben een levensverwachting bij de geboorte van 84,3 jaar en voor mannen gaat het om 80,2 jaar.

De levensverwachting bij de geboorte voor mannen en vrouwen samen is licht gestegen ten aanzien van 2022 (+215 dagen, of +0,59 jaar).

Dat blijkt uit een analyse van de algemene sterfte door Statbel, het Belgische statistiekbureau.

Kloof tussen mannen en vrouwen wordt kleiner

De levensverwachting stijgt bij mannen en vrouwen tegenover 2022, met respectievelijk 0,63 jaar (230 dagen) en 0,52 jaar (190 dagen).


Het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen daalt doorheen de tijd. In 2023 bedroeg dat verschil 4,12 jaar. In 1997 was dat nog 6,42 jaar. De kloof tussen mannen en vrouwen is in 2023 het kleinst sinds het begin van de reeks in 1997.


In elk Gewest stijgt de levensverwachting tot boven de pré-COVID-19 waarden

De levensverwachting bij de geboorte ligt in 2023 nog steeds het hoogst in het Vlaams Gewest met 83,2 jaar. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedroeg de levensverwachting 82,2 jaar en in het Waals Gewest 80,6 jaar.

De levensverwachting bij de geboorte steeg in elk gewest: in Wallonië was de stijging het sterkst (+0,62 jaar of 226 dagen), op de voet gevolgd door Brussel (+0,60 jaar of 219 dagen) en Vlaanderen tekende een iets kleinere stijging op (+0,55 jaar of 201 dagen). Hiermee klom de levensverwachting in 2023 in elk gewest tot licht boven het niveau geobserveerd net voor de uitbraak van de COVID-19-pandemie. Meer bepaald wanneer we de levensverwachting bij de geboorte in 2023 vergelijken met deze van 2019 wordt een lichte stijging gezien in Wallonië (0,36 jaar of 131 dagen), Vlaanderen (0,47 jaar of 172 dagen) en Brussel (0,59 jaar of 215 dagen).

Hoogste levensverwachting in provincie Vlaams-Brabant, laagste in provincie Henegouwen

In de provincies wordt de levensverwachting bij de geboorte berekend over een periode van 3 jaar. De sterftetafels voor de provincies werden dus berekend voor de periode 2021-2023. Merk op dat deze periode één coronajaar bevat, namelijk 2021. Dit jaar werd gekenmerkt door iets meer overlijdens ten gevolge van de pandemie, al was het effect wel een stuk minder groot als in het eerste coronajaar 2020. Met het verder uitdoven van de pandemie, zullen waarschijnlijk ook de sterftevoorwaarden veranderen. Daarom is het belangrijk om deze levensverwachting bij de geboorte voor de provincies met de nodige voorzichtigheid te interpreteren.

De levensverwachting bij de geboorte in de verschillende provincies:

  • In zes van de tien Belgische provincies ligt de levensverwachting bij de geboorte in de periode 2021-2023 boven de 82 jaar.
  • De provincie met de hoogste levensverwachting is Vlaams-Brabant (83,4 jaar), gevolgd door Waals-Brabant (82,9 jaar).
  • Daarna volgen de andere Vlaamse provincies in de ranking: Limburg (82,8 jaar), Antwerpen (82,8 jaar), West-Vlaanderen (82,7 jaar) en Oost-Vlaanderen (82,5 jaar).
  • De vier resterende Waalse provincies hebben een lagere levensverwachting dan de Belgische voor de periode 2021-2023: Luxemburg (80,3 jaar), Namen (80,3 jaar), Luik (80,2 jaar). De provincie Henegouwen (79,3 jaar) is de hekkensluiter en de enige provincie waar de levensverwachting bij de geboorte nog onder de 80 jaar ligt.

Methodologische nota

De sterftetafels (als momenttabellen) die door Statbel worden berekend geven aan hoe een generatie zou uitsterven indien ze in de loop van haar hele bestaan wordt blootgesteld aan dezelfde sterftevoorwaarden per leeftijd als in het beschouwde jaar. Bij een tijdelijke gezondheidscrisis met een effect op de mortaliteit, zoals de COVID-19-pandemie kent de sterftetafel grote beperkingen. De kans is namelijk heel groot dat de sterftevoorwaarden in de nabije toekomst met het verder uitdoven van de pandemie, sterk zullen verschillen van deze die werden waargenomen in de loop van 2020 en in minder mate 2021. De levensverwachtingen in het algemeen en vooral deze die gebaseerd zijn op de driejaarlijkse sterftetafels met referentieperiode 2021-2023, moeten dus met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.

Mots clés