De Algemene Administratie van de Fiscaliteit publiceerde op 06/03/2019 een BTW-Commentaar - Specifieke topics; Verkopen op afstand.
Artikel 15
Koninklijk besluit nr. 1 van 29.12.1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde
Koninklijk besluit nr. 10 van 29.12.1992 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 5, derde lid, en 25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de
toegevoegde waarde
Sinds de invoering van de Europese interne markt in 1993 kunnen enerzijds particulieren en anderzijds belastingplichtigen of niet-belastingplichtige rechtspersonen die niet gehouden zijn om hun intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten aan de btw te onderwerpen, in principe hun aankopen verrichten binnen de Gemeenschap en de btw betalen in het land van aankoop van de goederen.
Overeenkomstig het principe van artikel 14, § 2, eerste lid, van het Btw-Wetboek vinden leveringen van goederen die worden verzonden of vervoerd naar de afnemer door de leverancier, door de afnemer of door een derde, normaal gezien plaats in de lidstaat waar het vervoer van de goederen aanvangt (zie ook artikel 32, eerste alinea, van de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28.11.2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde).
Omdat de harmonisering van de tarieven tussen de lidstaten niet ver genoeg gaat, wordt dit principe bijgestuurd voor wat betreft de verkopen op afstand. Er moet inderdaad worden vermeden dat ondernemingen (bijvoorbeeld postorderbedrijven en webwinkels) zich systematisch vestigen in de lidstaten met de laagste btw-tarieven om van daaruit de goederen te versturen naar hun kopers (memorie van toelichting bij het wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en het Wetboek der registratie, hypotheek- en griffierechten van 14.10.1992, Doc 684/1, 1992-1993, pagina 16).
Als verkopen op afstand worden aangemerkt de leveringen van goederen:
•die door of voor rekening van de leverancier worden verzonden of vervoerd vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat van de Gemeenschap
•ter bestemming van een koper zijnde:
ohetzij een belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon die er niet toe gehouden is zijn intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten aan de btw te onderwerpen
ohetzij enige andere niet-belastingplichtige (de particulieren)
•voor zover de navermelde toepassingsvoorwaarden zijn vervuld (zie hieronder titel 3 en titel 4).
Wanneer de toepassingsvoorwaarden van de bijzondere regeling voor de verkopen op afstand zijn vervuld, verlegt artikel 15 van het Btw-Wetboek, in afwijking van artikel 14, § 2, eerste lid, van het Btw-Wetboek, de plaats van de levering van de goederen naar de plaats (lidstaat) van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen. Op die manier is de levering aan btw onderworpen in de lidstaat van aankomst van de goederen tegen het btw-tarief dat in die lidstaat van toepassing is.
Artikel 15 van het Btw-Wetboek vormt de omzetting van artikelen 33 tot 35 van de richtlijn 2006/112/EG:
•paragraaf 1 betreft de verkopen op afstand vanuit een andere lidstaat naar België
•paragraaf 2 betreft de verkopen op afstand vanuit België naar een andere lidstaat
•paragraaf 3 betreft de bijzondere situatie waarin de geleverde goederen worden verzonden of vervoerd vanuit een derdelandsgebied of een derde land en door de leverancier worden ingevoerd in een andere lidstaat dan de lidstaat van aankomst.
Wanneer de bijzondere regeling voor de verkopen op afstand van toepassing is, wordt de verzending of het vervoer van de goederen door of voor rekening van de leverancier, vanuit een lidstaat van de Gemeenschap ter bestemming van de afnemer in een andere lidstaat:
•in de lidstaat van vertrek van de goederen niet gelijkgesteld met een levering onder bezwarende titel (overbrenging) zoals bedoeld in artikel 12bis, eerste lid, van het Btw-Wetboek en artikel 17, lid 1, van de richtlijn 2006/112/EG (zie artikel 12bis, tweede lid, 1°, van het Btw-Wetboek en artikel 17, lid 2, punt a), van de richtlijn 2006/112/EG ). Die verzending of dat vervoer van goederen wordt dus beschouwd als een zogenaamde niet-overbrenging (zie ‘Boekwerk I: Belastingplicht en belastbare handelingen - Hoofdstuk2: Leveringen van goederen, Afdeling 7’)
•in de lidstaat van aankomst van de goederen niet gelijkgesteld met een intracommunautaire verwerving van een goed onder bezwarende titel zoals bedoeld in artikel 25quater, § 1, eerste lid, van het Btw-Wetboek en artikel 21 van de richtlijn 2006/112/EG (zie artikel 25quater, § 1, tweede lid, van het Btw-Wetboek en artikel 23 van de richtlijn 2006/112/EG) (zie ‘Boekwerk I: Belastingplicht en belastbare handelingen - Hoofdstuk 5: Intracommunautaire verwervingen, Afdeling 5’).
Artikel 15, § 1, van het Btw-Wetboek bepaalt:
‘In afwijking van artikel 14, § 2, en met uitsluiting van de levering van goederen onderworpen aan de bijzondere regeling van belastingheffing bedoeld in de artikelen 312 tot 341 van de richtlijn 2006/112/EG, wordt de plaats van de levering van goederen geacht zich in België te bevinden wanneer ze door of voor rekening van de leverancier naar België worden verzonden of vervoerd vanuit een andere lidstaat, voor zover de levering van de goederen wordt verricht voor een belastingplichtige of voor een niet-belastingplichtige rechtspersoon op wie de afwijking van artikel 25ter, § 1, tweede lid, toepasselijk is, of voor enige andere niet-belastingplichtige en voor zover de goederen geen nieuwe vervoermiddelen zijn in de zin van artikel 8bis, § 2, noch gemonteerd of geïnstalleerd zijn door of voor rekening van de leverancier.
Ingeval echter de geleverde goederen andere zijn dan accijnsproducten, is het eerste lid niet van
toepassing op de leveringen van goederen:
1° verricht binnen de grenzen of ten belope van een totaal bedrag, exclusief belasting over de
toegevoegde waarde, dat in een kalenderjaar niet hoger mag zijn dan 35.000 euro, en
2° mits het totale bedrag, exclusief belasting over de toegevoegde waarde van de in het
voorafgaande kalenderjaar verrichte leveringen van andere goederen dan accijnsproducten
35.000 euro niet heeft overschreden.
De bepalingen bedoeld in het tweede lid zijn niet van toepassing wanneer de leverancier in de
lidstaat waarvan hij deel uitmaakt er voor gekozen heeft dat de plaats van deze leveringen België is.’
Deze bepaling heeft doel de plaats van een levering van goederen, die door of voor rekening van de leverancier worden verzonden of vervoerd vanuit een andere lidstaat van de Gemeenschap naar België, onder bepaalde voorwaarden te verleggen naar de lidstaat van aankomst van die verzending of van dat vervoer, met name België. Op die manier wordt de levering in België aan de btw onderworpen tegen het btw-tarief dat in België van toepassing is.
Opdat de bijzondere regeling inzake verkopen op afstand van toepassing zou zijn, moeten de hieronder besproken toepassingsvoorwaarden vervuld zijn. Het betreffen voorwaarden met betrekking tot de:
•de hoedanigheid van de koper (zie rubriek A)
•goederen (zie rubriek B)
•leveringsvoorwaarden (zie rubriek C)
•drempel voor de toepassing van de regeling (zie rubriek D).
Het spreekt voor zich dat dergelijke leveringen slechts aan de btw onderworpen kunnen zijn, wanneer de leverancier een belastingplichtige is die handelt in de uitoefening van zijn economische activiteit.
De bijzondere regeling inzake verkopen op afstand zoals bedoeld in artikel 15, § 1, van het Btw-Wetboek kan slechts van toepassing zijn wanneer de koper in België:
•een niet-belastingplichtige is, andere dan een niet-belastingplichtige rechtspersoon (met andere woorden een particulier)
•voor zover het gaat om andere goederen dan accijnsproducten, een als zodanig handelende belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon is, op wie de afwijking van artikel 25ter, § 1, tweede lid, van het Btw-Wetboek toepasselijk is. Zij zijn er niet toe gehouden om hun intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten aan de btw te onderwerpen.
In de vorige alinea, tweede bolletje worden de leden van de groep van vier (zie ook ‘Boekwerk I: Belastingplicht en belastbare handelingen - Hoofdstuk 5: Intracommunautaire verwervingen, Afdeling 2, titel 1, rubriek C’) bedoeld, met name:
•landbouwondernemers onderworpen aan de bijzondere landbouwregeling bedoeld in artikel 57 van het Btw-Wetboek
•belastingplichtigen onderworpen aan de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen bedoeld in artikel 56bis van het Btw-Wetboek
•belastingplichtigen die uitsluitend handelingen verrichten die zijn vrijgesteld overeenkomstig artikel 44 van het Btw-Wetboek en waarvoor zij geen recht op aftrek hebben
•niet-belastingplichtige rechtspersonen (bijvoorbeeld passieve holdings, de Staat, de Gewesten, de provincies, gemeenten ...)
die niet gehouden zijn om hun in België verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen, andere dan nieuwe vervoermiddelen in de zin van artikel 8bis, § 2, eerste lid, 2°, van het Btw-Wetboek of accijnsproducten in de zin van artikel 1, § 6, 4°, van het Btw-Wetboek, aan de btw te onderwerpen omdat:
•het bedrag (exclusief btw) van die intracommunautaire verwervingen de drempel van 11.200 euro niet overschrijdt of heeft overschreden tijdens het lopende kalender EN
•het bedrag (exclusief btw) van die intracommunautaire verwervingen de drempel van 11.200 euro niet heeft overschreden tijdens het voorafgaande kalender EN
•zij niet hebben geopteerd voor het onderwerpen aan de btw van al de door hen onder de voorwaarden van artikel 25ter, § 1, eerste lid, van het Btw-Wetboek verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen (1).
(1) zij worden trouwens geacht te hebben geopteerd vanaf het ogenblik dat zij aan de leverancier hun btw-identificatienummer meedelen om een intracommunautaire verwerving te verrichten.
De berekening van de drempel van 11.200 euro wordt toegelicht in ‘Boekwerk I: Belastingplicht en belastbare handelingen - Hoofdstuk 5: Intracommunautaire verwervingen, Afdeling 4, titel 3, rubriek B, subrubriek b’).
De goederen die het voorwerp kunnen uitmaken van leveringen waarop het bijzondere stelsel van de verkopen op afstand van toepassing is (voor zover alle voorwaarden van artikel 15, § 1, van het Btw-Wetboek zijn voldaan), betreffen alle lichamelijke roerende goederen, met uitsluiting evenwel van:
•de nieuwe vervoermiddelen als bedoeld in artikel 8bis, § 2, eerste lid, 2°, van het Btw-Wetboek.
De intracommunautaire verwerving van zulke nieuwe vervoermiddelen in België, door een particulier of door een lid van de groep van vier die zijn intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten niet aan de btw moet onderwerpen, is immers aan de btw onderworpen (artikel 25ter, §§ 1 en 2, van het Btw-Wetboek). De intracommunautaire levering van zulke nieuwe vervoermiddelen vanuit de lidstaat van aanvang van het vervoer kan trouwens vrijgesteld worden door artikel 138, lid 2, a), van de richtlijn 2006/112/EG (vergelijk artikel 39bis, eerste lid, 2°, van het Btw-Wetboek)
•de goederen die door of voor rekening van de leverancier moeten worden gemonteerd of geïnstalleerd.
Artikel 14, § 3, van het Btw-Wetboek (vergelijk artikel 36 van de richtlijn 2006/112/EG) bepaalt reeds dat dergelijke leveringen plaatsvinden in de lidstaat waar de installatie of montage wordt verricht
•de goederen onderworpen aan de bijzondere regeling voor belastingplichtige wederverkopers bedoeld in de artikelen 312 tot 341 van de richtlijn 2006/112/EG (vergelijk met artikel 58, § 4, van het Btw-Wetboek)
•de goederen die onder de regeling inzake de leveringen van gas via een op het grondgebied van de Gemeenschap gesitueerd aardgassysteem of een op een dergelijk systeem aangesloten net, levering van elektriciteit of levering van warmte of koude via warmte- of koudenetten
Artikel 15, § 1, van het Btw-Wetboek kan slechts toepassing vinden wanneer de goederen worden verzonden of vervoerd:
•door de leverancier of door een derde die voor zijn rekening handelt
•vanuit een andere lidstaat van de Gemeenschap naar België, ter bestemming van de koper.
In dit verband wordt verwezen naar de richtsnoeren van het btw-comité van de 104e vergadering van 04.06.2015 en 05.06.2015 (werkdocument nr. 876, C – taxud.c.1 (2015)):
•het btw-comité aanvaardt met quasi unanimiteit dat voor de toepassing van artikel 33 van de richtlijn 2006/112/EG (vergelijk artikel 15 van het Btw-Wetboek), de goederen worden beschouwd als zijnde ‘verzonden of vervoerd door of voor rekening van de leverancier’ in alle gevallen waarin de leverancier rechtstreeks of onrechtstreeks deelneemt aan de verzending of het vervoer van de goederen
•het btw-comité aanvaardt met unanimiteit dat de leverancier in elk van de volgende gevallen wordt geacht onrechtstreeks aan de verzending of het vervoer van de goederen te hebben deelgenomen:
•het btw-comité aanvaardt verder met quasi-unanimiteit dat in andere gevallen van tussenkomst, in het bijzonder wanneer de leverancier actief de vervoersdiensten van een derde promoot bij de koper, de koper in contact brengt met de derde en aan de derde de noodzakelijke informatie meedeelt voor de aflevering van de goederen, hij eveneens wordt geacht onrechtstreeks te hebben deelgenomen aan de verzending of het vervoer van de goederen.
•het btw-comité aanvaardt met unanimiteit dat voor de toepassing van artikel 33 van de richtlijn 2006/112/EG (vergelijk artikel 15 van het Btw-Wetboek) de goederen niet worden geacht te zijn ‘verzonden of vervoerd door of voor rekening van de leverancier’ wanneer de koper de goederen zelf vervoert.
•het btw-comité aanvaardt met quasi-unanimiteit dat de goederen niet worden geacht te zijn ‘verzonden of vervoerd door of voor rekening van de leverancier’, wanneer de koper de aflevering van de goederen met een derde regelt en de leverancier noch rechtstreeks noch onrechtstreeks deelneemt aan het voorzien of organiseren van de verzending of het vervoer van de betrokken goederen.
De Belgische administratie sluit zich volledig aan bij de hierboven vermelde richtsnoeren (beslissing nr. E.T. 128.714 van 09.02.2016 en schriftelijke parlementaire vraag nr. 871 van de heer Volksvertegenwoordiger Benoît Friart van 16.03.2016).
Voorbeeld:
Een Belgische particulier bestelt een nieuwe salontafel op de website van een in Frankrijk gevestigde interieurwinkel. In de voorlaatste stap van het online aankoopproces, vóór de betaling, wordt de mogelijkheid geboden om de goederen bij de afnemer te laten afleveren door een vervoersonderneming waarmee de Franse interieurwinkel nauw samenwerkt. Bij optie voor deze thuisbezorging, wordt de opvolging van het vervoer afgehandeld door de Franse interieurwinkel. De Belgische particulier dient enkel de betaling van de salontafel te verrichten in de laatste stap van het aankoopproces. De te betalen prijs omvat het vervoer van de salontafel.
Deze levering van de salontafel wordt beschouwd als een levering met vervoer voor rekening van de leverancier.
Ook indien de betaling van de vervoersdienst niet wordt verricht via de Franse interieurwinkel, maar de Belgische particulier rechtstreeks betaalt aan de vervoersonderneming, wordt de salontafel geacht te zijn vervoerd voor rekening van de leverancier, ingeval de Franse interieurwinkel de noodzakelijke informatie meedeelt aan de vervoersonderneming voor de aflevering van de goederen bij de Belgische particulier.
Tenslotte wordt nog opgemerkt dat de voorwaarden waaronder de levering gebeurt, meer bepaald wat betreft het vervoer van de goederen, dienen te worden beoordeeld op grond van de gebruikelijke handelsdocumenten die voor die handeling zijn uitgereikt en van de feitelijke omstandigheden (schriftelijke parlementaire vraag nr. 384 van de heer Volksvertegenwoordiger Gil Gilles van 20.01.1993).
a. Werking van de drempel
De Europese wetgever heeft gewild dat de bijzondere regeling van de verkopen op afstand in principe niet onmiddellijk vanaf de eerste euro van toepassing is.
Zo heeft iedere lidstaat een drempelbedrag bepaald vanaf wanneer een belastingplichtige zijn leveringen van goederen zoals bedoeld in subrubriek b, hieronder, aan de btw moet onderwerpen.
Ons land heeft, gelet op zijn centrale ligging binnen de Gemeenschap, geopteerd voor de drempel van 35.000 euro (2).
(2) overeenkomstig artikel 34, lid 2, van de richtlijn 2006/112/EG, mag de lidstaat binnen het grondgebied waarvan de goederen zich bevinden op het tijdstip van aankomst van de verzending of het vervoer naar de afnemer, de maximumdrempel van 100.000 euro beperken tot 35.000 euro, wanneer deze lidstaat vreest dat het maximum van 100.000 euro tot ernstige verstoring van de mededingen zou leiden.
De drempel heeft tot doel een onevenredige administratieve last te vermijden voor de buitenlandse leveranciers die anders verplicht zouden zijn zich in België voor btw-doeleinden te identificeren vanaf de eerste euro aan verkopen op afstand (schriftelijke parlementaire vraag nr. 871 van de heer Volksvertegenwoordiger Benoît Friart van 16.03.2016).
Een belastingplichtige die een levering van goederen verricht zoals bedoeld in subrubriek b, hieronder, moet die handeling in principe slechts in België aan de btw onderwerpen, wanneer hij:
•door zijn verkoop de drempel van 35.000 euro (exclusief btw) overschrijdt gedurende het lopende kalenderjaar
•de drempel van 35.000 euro reeds heeft overschreden gedurende het lopende of het voorafgaande kalenderjaar.
Wanneer gedurende het lopende kalenderjaar de drempel van 35.000 euro wordt overschreden, is de regeling van de verkopen op afstand van artikel 15, § 1, van het Btw-Wetboek dus niet van toepassing op de leveringen van goederen zoals bedoeld in subrubriek b hieronder, die in de loop van datzelfde kalenderjaar zijn verricht, vooraleer de Belgische drempel van 35.000 euro voor het lopende kalenderjaar is overschreden, mits:
•de leverancier niet geopteerd heeft voor de regeling verkopen op afstand
•de waarde van zijn goederenleveringen niet de drempel van 35.000 euro in het voorafgaande kalenderjaar heeft overschreden (artikel 14, eerste alinea, van de uitvoeringsverordening nr. 282/2011 van de Raad van 15.03.2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van richtlijn 2006/112/EG).
De regeling van de verkopen op afstand van artikel 15, § 1, van het Btw-Wetboek is wel van toepassing op:
•de levering van goederen zoals bedoeld in subrubriek b, hieronder, waardoor in het lopende kalenderjaar de Belgische drempel van 35.000 euro wordt overschreden
•alle daaropvolgende leveringen van goederen zoals bedoeld in subrubriek b, hieronder, die in datzelfde kalenderjaar zijn verricht
•de leveringen van goederen zoals bedoeld in subrubriek b, hieronder, volgende op het kalenderjaar waarin de overschrijding van de drempel van 35.000 euro zich heeft voorgedaan (artikel 14, tweede alinea, van de uitvoeringsverordening nr. 282/2011).
De drempel geldt evenwel niet altijd:
•de leverancier kan opteren voor de belastingheffing in België (zie subrubriek e, hieronder)
•de leveringen van accijnsproducten zoals bedoeld in artikel 1, § 6, 4°, van het Btw-Wetboek aan particulieren, die worden verzonden of vervoerd door of voor rekening van de leverancier vanuit een andere lidstaat naar België, vallen altijd onder de regeling verkopen op afstand van artikel 15, § 1, van het Btw-Wetboek. Zulke leveringen moeten dus altijd aan de btw onderworpen worden in België, vanaf de eerste euro (zie rubriek E, hieronder).
b. Berekening van de drempel
De drempel wordt bepaald door het bedrag, exclusief btw, van de door de leverancier verrichte leveringen van goederen onder bezwarende titel, die door of voor zijn rekening worden vervoerd of verzonden vanuit de lidstaat van vertrek van de verzonden of vervoerde goederen met als bestemming België, met uitzondering van:
•leveringen aan belastingplichtigen en aan niet-belastingplichtige rechtspersonen die ertoe gehouden zijn om al hun intracommunautaire verwervingen van goederen in België aan de belasting te onderwerpen overeenkomstig artikel 25ter, § 1, eerste lid, van het Btw-Wetboek
•leveringen van nieuwe vervoermiddelen als bedoeld in artikel 8bis, § 2, eerste lid, 2°, van het Btw-Wetboek
•leveringen van goederen bestemd om in België te worden gemonteerd of geïnstalleerd door of voor rekening van de leverancier (artikel 14, § 3, van het Btw-Wetboek)
•leveringen van goederen die onder de regeling inzake de leveringen van gas via een op het grondgebied van de Gemeenschap gesitueerd aardgassysteem of een op een dergelijk systeem aangesloten net, levering van elektriciteit of levering van warmte of koude via warmte- of koudenetten vallen (artikel 14bisvan het Btw-Wetboek)
•leveringen van accijnsproducten in de zin van artikel 1, § 6, 4°, van het Btw-Wetboek
•leveringen van goederen onderworpen aan de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge bedoeld in de artikelen 312 tot 341 van de richtlijn 2006/112/EG (vergelijk artikel 58, § 4, van het Btw-Wetboek)
•leveringen van goederen die in de lidstaat van oorsprong zijn vrijgesteld bij toepassing van de nationale bepalingen die overeenstemmen met de artikelen 148 en 151, lid 1, punten a) tot d), van de richtlijn 2006/112/EG (vergelijk artikel 42, §§ 1, 2 en 3, 1° tot 8°, van het Btw-Wetboek).
c. Gelijktijdige overschrijding van de drempels voorzien door artikel 15, § 1, en artikel 25ter, § 1, tweede lid, 2°, eerste lid, b), van het Btw-Wetboek
Een handeling kan aanleiding geven tot het gelijktijdig overschrijden van de drempels voorzien in de artikelen 15, § 1, tweede lid, 1°, en 25ter, § 1, tweede lid, 2°, eerste lid, b), van het Btw-Wetboek.
Dit wil zeggen dat een leverancier als gevolg van een levering naar België de drempel inzake verkopen op afstand van 35.000 euro overschrijdt, terwijl de afnemer door die aankoop de drempel inzake intracommunautaire verwevingen van 11.200 euro overschrijdt.
Zulke situatie kan zich namelijk voordoen wanneer de afnemer behoort tot de groep van vier:
•landbouwondernemer onderworpen aan de bijzondere landbouwregeling bedoeld in artikel 57 van het Btw-Wetboek
•belastingplichtige onderworpen aan de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen bedoeld in artikel 56bis van het Btw-Wetboek
•belastingplichtige die uitsluitend handelingen verricht welke zijn vrijgesteld overeenkomstig artikel 44 van het Btw-Wetboek en waarvoor zij geen recht op aftrek hebben
•niet-belastingplichtige rechtspersoon (bijvoorbeeld passieve holdings, de Staat, de Gewesten, de provincies, gemeenten ...).
Om te vermijden dat de niet in het binnenland gevestigde leverancier zich in België voor btw-doeleinden zou moeten identificeren, wordt deze handeling, die zelfs eenmalig kan zijn, voor het geheel beschouwd als een intracommunautaire verwerving van goederen die in België onderworpen is aan de btw in hoofde van de in België gevestigde koper zoals bedoeld in artikel 25ter, § 1, tweede lid, 2°, eerste lid, a), van het Btw-Wetboek. De overschrijding door de afnemer van de drempel inzake intracommunautaire verwervingen van 11.200 euro heeft dus voorrang op de gelijktijdige overschrijding door de leverancier van de Belgische drempel inzake verkopen op afstand van 35.000 euro.
Overeenkomstig artikel 53bis van het Btw-Wetboek is deze koper er bijgevolg toe gehouden de overschrijding van de drempel van 11.200 euro zoals bepaald in artikel 25ter, § 1, tweede lid, 2°, eerste lid, b), van het Btw-Wetboek, op voorhand te melden aan de administratie door middel van een verklaring van drempeloverschrijding.
In hoofde van de verkoper moet deze handeling niet in aanmerking worden genomen voor de berekening van de drempel van 35.000 euro, bedoeld in artikel 15, § 1, tweede lid, 1°, van het Btw-Wetboek, voor de verkopen op afstand naar België.
Hetgeen voorafgaat geldt uiteraard slechts wanneer geen gebruik werd gemaakt van de opties voorzien in artikel 15, § 1, derde lid, en artikel 25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid, van het Btw-Wetboek (beslissing nr. E.T. 79.380 van 25.10.1993).
d. Leveringen verricht door de belastingplichtigen beoogd in artikel 11 van de richtlijn 2006/112/EG (btw-eenheden) (zie artikel 4, § 2, van het Btw-Wetboek)
Overeenkomstig artikel 11 van de richtlijn van 2006/112/EG kan elke lidstaat personen die binnen het grondgebied van die lidstaat zijn gevestigd en die juridisch gezien zelfstandig zijn, maar financieel, economisch en organisatorisch nauw met elkaar verbonden zijn, tezamen als één belastingplichtige aanmerken (verder btw-eenheid genoemd).
Het is dus mogelijk dat de leverancier deel uitmaakt van een btw-eenheid in de lidstaat van waaruit hij de leveringen naar België verricht.
Om in dat geval te bepalen of de Belgische drempel van 35.000 euro wordt overschreden, zou de drempel in principe op het niveau van de btw-eenheid moeten worden berekend (die als één belastingplichtige wordt aangemerkt in de lidstaat waar hij is gevestigd).
Niettemin wordt deze berekening om praktische redenen voor ieder lid van de btw-eenheid afzonderlijk gemaakt, gezien de Belgische administratie de btw-eenheid uit een andere lidstaat als dusdanig niet kent.
e. Optie voor de belastingheffing in België (artikel 15, § 1, derde lid, van het Btw-Wetboek)
De belastingplichtige die deel uitmaakt van een andere lidstaat en die van daaruit leveringen met vervoer door of voor zijn rekening naar België verricht, kan in die lidstaat volgens de daar bepaalde procedure opteren voor de belastingheffing in België, ongeacht of hij de Belgische drempel inzake verkopen op afstand van 35.000 euro overschrijdt.
Deze optiemogelijkheid is voorzien in artikel 34, lid 4, van richtlijn 2006/112/EG:
‘De lidstaat binnen het grondgebied waarvan de goederen zich op het tijdstip van vertrek van de verzending of het vervoer bevinden, verleent de belastingplichtigen die leveringen van goederen verrichten welke in aanmerking kunnen komen voor het bepaalde lid 1, het recht ervoor te kiezen dat de plaats van deze leveringen wordt bepaald overeenkomstig artikel 33.
De betrokken lidstaten stellen de nadere regels vast voor de uitoefening van het in de eerste alinea bedoelde keuzerecht, dat in ieder geval voor een periode van twee kalenderjaren geldt.’
Een in het buitenland gevestigde belastingplichtige die leveringen van goederen verricht die rechtstreeks vanuit een andere lidstaat worden verzonden naar de klant in België en die de leveringen factureert onder het Belgische btw-identificatienummer dat werd toegekend aan zijn Belgische vaste inrichting, terwijl die vaste inrichting geenszins is betrokken bij die levering, wordt geacht te hebben geopteerd voor het stelsel van verkopen op afstand (schriftelijke parlementaire vraag nr. 427 van de heer Volksvertegenwoordiger Christian Brotcorne van 23.04.2009).
a. De afnemer is een lid van de groep van vier die niet gehouden is om zijn intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten aan de btw te onderwerpen
De intracommunautaire verwerving van accijnsproducten in België, door een als zodanig handelend lid van de groep van vier die niet gehouden is om zijn intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten aan de btw te onderwerpen, is altijd vanaf de eerste euro aan de btw onderworpen.
De drempel inzake intracommunautaire verwervingen van 11.200 euro zoals bedoeld in artikel 25ter, § 1, tweede lid, 2°, van het Btw-Wetboek geldt immers niet voor accijnsproducten.
Artikel 138, lid 2, punt b), van de richtlijn 2006/112/EG bepaalt trouwens dat de intracommunautaire levering van accijnsproducten aan zulke afnemers wordt vrijgesteld onder de in die bepaling vermelde voorwaarden.
Het stelsel van de verkopen op afstand zoals bedoeld in artikel 15, § 1, van het Btw-Wetboek is bijgevolg nooit van toepassing op leveringen van accijnsproducten aan leden van de groep van vier die niet gehouden zijn om hun intracommunautaire verwervingen van goederen onder bezwarende titel, andere dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten, aan de btw te onderwerpen.
b. De afnemer is niet-belastingplichtige, andere dan een niet-belastingplichtige rechtspersoon
Wanneer echter de koper een particulier is, zal de levering van accijnsproducten altijd vanaf de eerste euro (zonder toepassing van een drempel inzake verkopen op afstand zoals bedoeld in rubriek D) onderworpen zijn aan de regeling verkopen op afstand van artikel 15, § 1, van het Btw-Wetboek, indien de verzending of het vervoer van die goederen vanuit een ander lidstaat naar België wordt verricht door of voor rekening van de leverancier.
a. Voorbeeld 1
Een confectiebedrijf X gevestigd in Valenciennes (Frankrijk) verkoopt kleding aan een belastingplichtige Y onderworpen aan de vrijstellingsregeling van belasting bedoeld in artikel 56bis van het Btw-Wetboek die een winkel in kinderkleding uitbaat te Bergen (België).
Y koopt ieder jaar enkel in Frankrijk voor ongeveer 1.250 euro kleding aan van X. Hij heeft geen aankopen verricht in andere lidstaten (Frankrijk inbegrepen) voor meer dan 11.200 euro en heeft niet geopteerd voor het onderwerpen aan de belasting van al de door hem verrichte intracommunautaire verwervingen.
Het vervoer wordt verricht door een onderneming die handelt voor rekening van de Franse onderneming.
Navolgend onderscheid dient te worden gemaakt:
•X overschrijdt de Belgische drempel van 35.000 euro of heeft deze drempel reeds gedurende het huidige of het vorige kalenderjaar overschreden, of hij heeft geopteerd voor de belastingheffing in België
De verkoop is onderworpen aan de regeling van de verkopen op afstand. De levering wordt dus overeenkomstig artikel 15, § 1, van het Btw-Wetboek geacht plaats te vinden in België.
De Franse onderneming moet in België voor btw-doeleinden geïdentificeerd zijn of er zich laten identificeren. De btw zal dus verschuldigd zijn in België door X.
Y deelt zijn Belgisch btw-identificatienummer niet mee aan X (artikel 53quater, § 1, tweede lid, van het Btw-Wetboek).
•X overschrijdt de Belgische drempel van 35.000 euro niet en heeft deze drempel evenmin reeds gedurende het huidige of het vorige kalenderjaar overschreden, en hij heeft niet geopteerd voor de belastingheffing in België
De regeling van de verkopen op afstand is niet van toepassing. De levering vindt overeenkomstig artikel 14, § 2, van het Btw-Wetboek (artikel 32, eerste alinea, van de richtlijn 2006/112/EG) plaats in Frankrijk, namelijk daar waar de verzending of het vervoer van de goederen aanvangt, en is daar aan de btw onderworpen.
Y deelt zijn Belgisch btw-identificatienummer niet mee aan X (artikel 53quater, § 1, tweede lid, van het Btw-Wetboek).
Er is geen sprake van een belastbare intracommunautaire verwerving in België in hoofde van Y (artikel 25ter, § 1, tweede lid, 2°, van het Btw-Wetboek).
b. Voorbeeld 2
Een leverancier X, gevestigd in Amsterdam (Nederland), levert granen aan een landbouwondernemer Y gevestigd in Veurne (België) die onderworpen is aan de bijzondere regeling voor landbouwondernemers van artikel 57 van het Btw-Wetboek. X verkoopt ieder jaar voor ongeveer 125.000 euro aan in België gevestigde kopers en is in België voor btw-doeleinden geïdentificeerd.
Navolgend onderscheid dient te worden gemaakt:
•Y koopt ieder jaar voor minder dan 11.200 euro in andere lidstaten en heeft niet geopteerd voor het onderwerpen aan de belasting van al de door hem, onder de voorwaarden van artikel 25ter, § 1, eerste lid, van het Btw-Wetboek, verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen
De regeling van de verkopen op afstand is toepasselijk indien het vervoer van de granen wordt verricht door of voor rekening van de leverancier.
De levering wordt dus overeenkomstig artikel 15, § 1, van het Btw-Wetboek geacht in België plaats te vinden. De btw is dus verschuldigd in België door X.
Y deelt zijn Belgisch btw-identificatienummer niet mee aan X (artikel 53quater, § 1, tweede lid, van het Btw-Wetboek).
Indien Y zelf het vervoer verricht of laat verrichten door een derde die handelt voor zijn rekening, is de regeling inzake verkopen op afstand niet van toepassing. De levering vindt dan overeenkomstig artikel 14, § 2, van het Btw-Wetboek plaats in Nederland en wordt daar aan de btw onderworpen.
•Y koopt ieder jaar voor meer dan 11.200 euro in andere lidstaten of heeft geopteerd voor het onderwerpen aan de belasting van al de door hem, onder de voorwaarden van artikel 25ter, § 1, eerste lid, van het Btw-Wetboek verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen
De verkoop van granen is niet onderworpen aan de regeling van de verkopen op afstand.
De levering door X vindt overeenkomstig artikel 14, § 2, van het Btw-Wetboek (artikel 32, eerste alinea, van de richtlijn 2006/112/EG) plaats in Nederland, namelijk daar waar de verzending of het vervoer van de goederen aanvangt. Deze intracommunautaire levering is in principe vrijgesteld mits voldoening van de in Nederland geldende voorwaarden (artikel 138, lid 1, van de richtlijn 2006/112/EG).
Y is overeenkomstig artikel 53quater, § 1, van het Btw-Wetboek gehouden om zijn Belgisch btw-identificatienummer mee te delen aan X.
Y verricht in België een intracommunautaire verwerving die aan de Belgische btw onderworpen is overeenkomstig artikel 25ter, § 1, eerste lid, van het Btw-Wetboek, neemt de handeling op in de bijzondere aangifte van artikel 53ter van het Btw-Wetboek en voldoet de verschuldigde btw binnen de termijn van indiening van die aangifte.
c. Voorbeeld 3
Een Belgische particulier koopt een boek (prijs 45 euro) bij een in Duitsland gevestigde boekhandel. Laatstgenoemde verzendt het boek vanuit Duitsland (bijvoorbeeld met de post of via een koerierdienst) naar de klant in België.
De boekhandel heeft het lopende kalenderjaar voor een bedrag van 21.000 euro (exclusief btw) aan dergelijke leveringen naar België verricht en het vorige kalenderjaar voor een bedrag van 50.000 euro. Hij heeft niet geopteerd om zijn verkopen op afstand in België te belasten.
De levering is onderworpen aan de regeling van de verkopen op afstand. Overeenkomstig artikel 15, § 1, van het Btw-Wetboek vindt de levering plaats in België en is ze bijgevolg onderworpen aan de Belgische btw, aangezien de leverancier de Belgische drempel van 35.000 euro heeft overschreden gedurende het voorafgaande kalenderjaar. De boekhandel zal in principe reeds in België voor btw-doeleinden geïdentificeerd zijn omwille van de drempeloverschrijding vorig jaar.
d. Voorbeeld 4
Een Belgische particulier koopt online een fles sterke drank (prijs 69 euro) bij Nederlandse drankenwinkel. De Nederlandse belastingplichtige verzendt de fles vanuit zijn winkel in Nederland naar de klant in België.
Aangezien er sprake is van een accijnsproduct, is de levering onderworpen aan de regeling voor de verkopen op afstand, vanaf de eerste euro, zonder dat er een drempel in België van toepassing is.
Bijgevolg vindt de levering overeenkomstig artikel 15, § 1, van het Btw-Wetboek plaats in België en is ze onderworpen aan de Belgische btw.
Vooraleer hij de levering verricht moet de Nederlandse belastingplichtige zich in België voor btw-doeleinden identificeren bij het centrum Buitenland van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit.
Artikel 15, § 2, van het Btw-Wetboek bepaalt:
‘In afwijking van artikel 14, § 2, en met uitsluiting van de leveringen van goederen onderworpen aan de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge ingesteld bij artikel 58, § 4, wordt als plaats van een levering van goederen, die door of voor rekening van de leverancier worden verzonden of vervoerd vanuit België naar een andere lidstaat, aangemerkt: de plaats waar de goederen zich bevinden op het tijdstip van de aankomst van de verzending of het vervoer naar de afnemer, wanneer de voorwaarden onder 1° en 2° vervuld zijn:
1° de levering moet:
a) ofwel betrekking hebben op andere goederen dan de in artikel 8bis, § 2, bedoelde nieuwe vervoermiddelen, dan accijnsproducten en dan goederen geïnstalleerd of gemonteerd door of voor rekening van de leverancier en moet worden verricht voor een niet-belastingplichtige rechtspersoon of voor een belastingplichtige die, in deze lidstaat, de bijzondere regeling voor landbouwondernemers geniet of die enkel handelingen stelt waarvoor hij geen enkel recht op aftrek heeft, op voorwaarde dat op het tijdstip van de levering deze personen niet gekozen hebben om hun intracommunautaire verwervingen aan de belasting te onderwerpen of, op dat tijdstip, het bedrag van hun verwervingen in het lopende kalenderjaar de drempel niet overschrijdt waaronder deze verwervingen niet aan de belasting onderworpen worden in de lidstaat waarvan deze personen deel uitmaken, of dat bedrag in het vorige kalenderjaar deze drempel niet heeft overschreden
b) ofwel, betrekking hebben op andere goederen dan de nieuwe vervoermiddelen bedoeld in artikel 8bis, § 2, en dan goederen geïnstalleerd of gemonteerd door of voor rekening van de leverancier en verricht voor iedere andere niet-belastingplichtige;
2° het bedrag van de leveringen verricht door de leverancier naar deze lidstaat heeft in het vorige kalenderjaar de drempel overschreden of overschrijdt in het lopende kalenderjaar, op het tijdstip van de levering de drempel zoals deze werd bepaald door deze lidstaat bij toepassing van artikel 34 van de richtlijn 2006/112/EG.
De voorwaarde inzake de drempel bedoeld in het eerste lid, 2°, is niet van toepassing:
a) in de situatie bedoeld in het eerste lid, 1°, b), voor de accijnsproducten;
b) wanneer de leverancier ervoor gekozen heeft dat de plaats van de door hem verrichte leveringen zich bevindt in de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen.
De keuze bedoeld in het tweede lid, b), geldt voor een periode van ten minste twee kalenderjaren. De Koning bepaalt de regelen voor het uitoefenen van die keuze.’
Deze bepaling heeft doel de plaats van een levering van goederen die door of voor rekening van de leverancier worden verzonden of vervoerd vanuit België naar een andere lidstaat van de Gemeenschap, onder bepaalde voorwaarden te verleggen naar de lidstaat van aankomst van die verzending of van dat vervoer. Op die manier wordt de levering in die lidstaat aan de btw onderworpen.
Opdat de bijzondere regeling inzake verkopen op afstand van toepassing zou zijn, moeten de hieronder besproken toepassingsvoorwaarden vervuld zijn. Het betreffen voorwaarden met betrekking tot de:
•de hoedanigheid van de koper (zie rubriek A)
•goederen (zie rubriek B)
•leveringsvoorwaarden (zie rubriek C)
•drempel voor de toepassing van de regeling (zie rubriek D).
Het spreekt voor zich dat dergelijke leveringen slechts aan de btw onderworpen kunnen zijn in de lidstaat van aankomst, wanneer de leverancier een belastingplichtige is die handelt in de uitoefening van zijn economische activiteit.
De bijzondere regeling inzake verkopen op afstand zoals bedoeld in artikel 15, § 2, van het Btw-Wetboek kan slechts van toepassing zijn wanneer de koper in de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen:
•een niet-belastingplichtige is, andere dan een niet-belastingplichtige rechtspersoon (met andere woorden een particulier)
•voor zover het gaat om andere goederen dan accijnsproducten, een lid van de groep van vier is, met name:
De goederen die het voorwerp kunnen uitmaken van leveringen waarop het bijzondere stelsel van de verkopen op afstand van toepassing is (voor zover alle voorwaarden van artikel 15, § 2, van het Btw-Wetboek zijn voldaan), betreffen alle lichamelijke roerende goederen, met uitsluiting evenwel van:
•de nieuwe vervoermiddelen als bedoeld in artikel 8bis, § 2, eerste lid, 2°, van het Btw-Wetboek.
De intracommunautaire verwerving van zulke nieuwe vervoermiddelen in de lidstaat van aankomst, door een lid van de groep van vier die in die lidstaat er niet toe gehouden is om zijn intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten aan de btw te onderwerpen, of door een particulier, is namelijk aan de btw onderworpen overeenkomstig artikel 2, lid 1, b), ii), van de richtlijn 2006/112/EG. De intracommunautaire levering van zulke nieuwe vervoermiddelen vanuit België kan trouwens worden vrijgesteld overeenkomstig artikel 39bis, eerste lid, 2°, van het Btw-Wetboek.
•de goederen die door of voor rekening van de leverancier moeten worden gemonteerd of geïnstalleerd.
Artikel 36 van de richtlijn 2006/112/EG (vergelijk artikel 14, § 3, van het Btw-Wetboek) bepaalt reeds dat dergelijk leveringen plaatsvinden in de lidstaat waar de installatie of montage wordt verricht.
•de goederen onderworpen aan de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge bedoeld in artikel 58, § 4, van het Btw-Wetboek
•de goederen die onder de regeling inzake de leveringen van gas via een op het grondgebied van de Gemeenschap gesitueerd aardgassysteem of een op een dergelijk systeem aangesloten net, levering van elektriciteit of levering van warmte of koude via warmte- of koudenetten.
Artikel 15, § 2, van het Btw-Wetboek kan slechts toepassing vinden wanneer de goederen worden verzonden of vervoerd:
•door de leverancier of door een derde die voor zijn rekening handelt
•vanuit België naar een andere lidstaat van de Gemeenschap, ter bestemming van de koper.
In dit verband wordt verwezen naar de richtsnoeren van het btw-comité van de 104e vergadering van 04.06.2015 en 05.06.2015 (werkdocument nr. 876, C – taxud.c.1 (2015)):
•het btw-comité aanvaardt met quasi unanimiteit dat voor de toepassing van artikel 33 van de richtlijn 2006/112/EG (vergelijk artikel 15 van het Btw-Wetboek), de goederen worden beschouwd als zijnde ‘verzonden of vervoerd door of voor rekening van de leverancier’ in alle gevallen waarin de leverancier rechtstreeks of onrechtstreeks deelneemt aan de verzending of het vervoer van de goederen
•het btw-comité aanvaardt met unanimiteit dat de leverancier in elk van de volgende gevallen wordt geacht onrechtstreeks aan de verzending of het vervoer van de goederen te hebben deelgenomen:
•het btw-comité aanvaardt met quasi-unanimiteit dat andere gevallen van tussenkomst, in het bijzonder wanneer de leverancier actief de vervoersdiensten van een derde promoot bij de koper, de koper in contact brengt met de derde en aan de derde de noodzakelijk informatie meedeelt voor de aflevering van de goederen, hij eveneens wordt geacht onrechtstreeks te hebben deelgenomen aan de verzending of het vervoer van de goederen.
•het btw-comité aanvaardt met unanimiteit dat voor de toepassing van artikel 33 van de richtlijn 2006/112/EG (vergelijk artikel 15 van het Btw-Wetboek) de goederen niet worden geacht te zijn ‘verzonden of vervoerd’ door of voor rekening van de leverancier wanneer de koper de goederen zelf vervoert.
•het btw-comité aanvaardt met quasi-unanimiteit dat de goederen niet worden geacht te zijn ‘verzonden of vervoerd door of voor rekening van de leverancier’, wanneer de koper de aflevering van de goederen met een derde regelt en de leverancier noch rechtstreeks noch onrechtstreeks deelneemt aan het voorzien of organiseren van de verzending of het vervoer van de betrokken goederen.
De Belgische administratie sluit zich volledig aan bij de hierboven vermelde richtsnoeren (beslissing nr. E.T. 128.714 van 09.02.2016 en schriftelijke parlementaire vraag nr. 871 van de heer Volksvertegenwoordiger Benoît Friart van 16.03.2016).
a. Werking van de drempel
De Europese wetgever heeft gewild dat de bijzondere regeling van de verkopen op afstand in principe niet onmiddellijk vanaf de eerste euro van toepassing is.
Zo heeft iedere lidstaat een drempelbedrag bepaald vanaf wanneer een belastingplichtige zijn leveringen van goederen zoals bedoeld onder subrubriek b, hieronder, aan de btw moet onderwerpen.
Een belastingplichtige die een levering van goederen verricht zoals bedoeld onder subrubriek b hieronder, moet die handeling in principe slechts in die lidstaat aan de btw onderwerpen, wanneer hij:
•met zijn verkoop de in die lidstaat vastgestelde drempel (exclusief btw) overschrijdt gedurende het lopende kalenderjaar
•de door die lidstaat vastgestelde drempel reeds heeft overschreden gedurende het lopende of het voorafgaande kalenderjaar.
Wanneer de in de lidstaat van aankomst vastgestelde drempel wordt overschreden, is de regeling van de verkopen op afstand van artikel 15, § 2, van het Btw-Wetboek dus niet van toepassing op de leveringen van goederen zoals bedoeld in subrubriek b hieronder, die in de loop van datzelfde kalenderjaar zijn verricht, vooraleer de in die lidstaat vastgestelde drempel voor het lopende kalenderjaar is overschreden, mits:
•de leverancier niet geopteerd heeft voor de regeling verkopen op afstand
•de waarde van zijn goederenleveringen niet de in die lidstaat vastgestelde drempel in het voorafgaande kalenderjaar heeft overschreden (artikel 14, eerste alinea, van de uitvoeringsverordening nr. 282/2011).
De regeling van de verkopen op afstand van artikel 15, § 2, van het Btw-Wetboek is wel van toepassing op:
•de levering van goederen zoals bedoeld in subrubriek b, hieronder, waardoor in het lopende kalenderjaar de in de lidstaat van aankomst vastgestelde drempel wordt overschreden
•alle daaropvolgende leveringen van goederen zoals bedoeld in subrubriek b, hieronder, die in datzelfde kalenderjaar zijn verricht
•de leveringen van goederen zoals bedoeld in subrubriek b, hieronder, volgende op het kalenderjaar waarin de overschrijding van de in de lidstaat van aankomst vastgestelde drempel zich heeft voorgedaan (artikel 14, tweede alinea, van de uitvoeringsverordening nr. 282/2011).
Om te bepalen of de btw moet worden voldaan in de lidstaat van aankomst, moet de leverancier die vanuit België goederen levert, voor elke lidstaat naar waar hij de goederen verzendt of vervoert, nagaan of de door die lidstaat vastgestelde drempel al dan niet wordt overschreden.
De drempel evenwel geldt niet altijd:
•de leverancier kan opteren voor de belastingheffing in de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen (artikel 15, § 2, tweede lid, b), van het Btw-Wetboek en subrubriek d, hieronder)
•de leveringen van accijnsproducten zoals bedoeld in artikel 1, § 6, 4°, van het Btw-Wetboek aan particulieren, die worden verzonden of vervoerd door of voor rekening van de leverancier vanuit een andere België naar een andere lidstaat, vallen altijd onder de regeling verkopen op afstand van artikel 15, § 2, van het Btw-Wetboek. Zulke leveringen moet dus altijd aan de btw onderworpen worden in de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen, vanaf de eerste euro (zie artikel 15, § 2, tweede lid, a), van het Btw-Wetboek en rubriek E, hieronder).
b. Tabel met de door de andere lidstaten vastgestelde drempel voor de belasting van de verkopen op afstand
Toestand april 2017 (bron:
https://ec.europa.eu/taxation_customs/sites/taxation/files/resources/documents/taxation/vat/traders/vat_community/vat_in_ec_annexi.pdf)
(3) Wisselkoers zoals gepubliceerd door de Europese Centrale Bank voor 21.02.2017.
(4) De nationale munt is forint, maar de Hongaarse btw-wetgeving bepaalt een bedrag in euro.
Voorbeeld:
Een in België gevestigde leverancier verkoopt goederen aan particulieren die gevestigd zijn in Nederland, Frankrijk en Duitsland. Het vervoer of de verzending van de goederen vanuit België naar één van deze lidstaten gebeurt telkens door deze leverancier of voor zijn rekening. Het is dus mogelijk dat de leverancier Belgische btw moet aanrekenen voor de verkopen met als bestemming Frankrijk en Nederland omdat hij de drempel voor de toepassing van de verkopen op afstand in deze lidstaten niet overschrijdt en niet heeft geopteerd, maar dat daarentegen wel de Duitse btw moet worden toegepast voor de verkopen op afstand met bestemming Duitsland.
c. Berekening van de drempel
De drempel wordt bepaald door het bedrag, exclusief btw, van de door de leverancier verrichte leveringen van goederen die door of voor zijn rekening worden vervoerd of verzonden vanuit België naar de andere lidstaat, met uitzondering van:
•leveringen aan belastingplichtigen en aan niet-belastingplichtige rechtspersonen die ertoe gehouden zijn om al hun intracommunautaire verwervingen van goederen aan de btw te onderwerpen
•leveringen van nieuwe vervoermiddelen als bedoeld in artikel 8bis, § 2, eerste lid, 2°, van het Btw-Wetboek
•leveringen van goederen bestemd om te worden gemonteerd of geïnstalleerd door of voor rekening van de leverancier
•leveringen van goederen die onder de regeling inzake de leveringen van gas via een op het grondgebied van de Gemeenschap gesitueerd aardgassysteem of een op een dergelijk systeem aangesloten net, levering van elektriciteit of levering van warmte of koude via warmte- of koudenetten vallen
•leveringen van accijnsproducten in de zin van artikel 1, § 6, 4°, van het Btw-Wetboek
•verkopen van goederen onderworpen aan de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge
•verkopen van goederen waarvan de levering België is vrijgesteld bij toepassing van artikel 42, §§ 1, 2 en 3, 1° tot 8°, van het Btw-Wetboek.
d. Verkopen op afstand verricht door leden van een btw-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, van het Btw-Wetboek
Wanneer het vervoer van de goederen naar de particulier of naar de belastingplichtige of niet-belastingplichtige rechtspersoon die niet gehouden is om al zijn intracommunautaire verwervingen aan de btw te onderwerpen, wordt verricht door of voor rekening van een lid van de btw-eenheid, dient te worden nagegaan of de door de lidstaat van bestemming opgelegde drempel inzake verkopen op afstand al dan niet wordt overschreden.
De regels om te bepalen of de drempel al dan niet wordt overschreden, worden vastgelegd door de lidstaat van bestemming. Gelet op het feit dat de fiscale autoriteiten van deze lidstaten de Belgische btw-eenheid als dusdanig niet kennen, zullen ze deze berekening in principe voor ieder lid afzonderlijk verrichten en niet gezamenlijk in hoofde van de btw-eenheid (circulaire AOIF nr. 42/2007 (nr. E.T. 111.702) van 09.11.2007, hoofdstuk 7.3.1.3.2.).
e. Optie voor de belastingheffing in de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen (artikel 15, § 2, derde lid, van het Btw-Wetboek)
Iedere belastingplichtige, die leveringen van goederen verricht waarvoor de regeling voor de verkopen op afstand als bedoeld in artikel 15, § 2, eerste lid, 1°, van het Btw-Wetboek van toepassing kan zijn, waarvan het bedrag tijdens het voorafgaande kalenderjaar of, op het tijdstip van de levering tijdens het lopende kalenderjaar, de drempel niet overschrijdt zoals die bij toepassing van artikel 34 van de richtlijn 2006/112/EG, door de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer naar de koper is vastgesteld, kan opteren voor de belastingheffing in die lidstaat.
In dat geval moet hij het hoofd van het Centrum KMO of GO waaronder hij ressorteert hiervan op de hoogte brengen bij ter post aangetekende brief (artikel 15, § 2, derde lid, van het Btw-Wetboek en artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 10 van 29.12.1992 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 2, derde lid en 25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid, van het Btw-Wetboek, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde)
Deze brief moet vermelden:
•de naam of de maatschappelijke benaming van de belastingplichtige en het adres van diens administratieve of maatschappelijke hoofdzetel, alsmede het btw-identificatienummer dat hem krachtens artikel 50 van het Btw-Wetboek werd toegekend
•de lidstaat van aankomst van de verzonden of vervoerde goederen voor dewelke gekozen wordt
•het identificatienummer dat aan de belastingplichtige in deze lidstaat werd toegekend voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde
•de datum vanaf wanneer de keuze ingaat
•de datum, alsook de naam en de hoedanigheid van de ondertekenaar van de brief.
Deze keuze gaat in op de datum van de afgifte ter post van de brief en geldt tot 31 december van het tweede jaar dat op die datum volgt.
Artikel 15, § 2, derde lid, van het Btw-Wetboek en artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 10, voornoemd, vormen de omzetting van artikel 34, lid 4, van de richtlijn 2006/112/EG.
Er wordt opgemerkt dat dergelijke optie afzonderlijk dient te worden uitgeoefend voor elke lidstaat.
a. Afnemer is een lid van de groep van vier die niet gehouden is om zijn intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten aan de btw te onderwerpen
De intracommunautaire verwerving in de lidstaat van aankomst van accijnsproducten, door een lid van de groep van vier die zijn intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen of accijnsproducten niet aan de btw moet onderwerpen, is altijd aan de btw onderworpen overeenkomstig artikel 2, lid 1, punt b), iii), van de richtlijn 2006/112/EG.
De intracommunautaire levering van accijnsproducten vanuit België aan zulke personen is trouwens vrijgesteld overeenkomstig artikel 39bis, eerste lid, 3°, van het Btw-Wetboek onder de in die bepaling vermelde voorwaarden.
Het stelsel van de verkopen op afstand zoals bedoeld in artikel 15, § 2, van het Btw-Wetboek is bijgevolg nooit van toepassing op leveringen van accijnsproducten aan leden van de groep van vier die hun intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen of accijnsproducten niet aan de btw moet onderwerpen in de lidstaat van aankomst van de goederen.
b. Afnemer is een particulier
Wanneer echter de koper een particulier is, zal de levering van accijnsproducten altijd vanaf de eerste euro (zonder toepassing van een drempel zoals bedoeld in rubriek D) onderworpen zijn aan de regeling verkopen op afstand van artikel 15, § 2, van het Btw-Wetboek, wanneer die goederen door of voor rekening van de leverancier vanuit een België worden verzonden of vervoerd naar een andere lidstaat.
a. Voorbeeld 1
Een meubelhandelaar X gevestigd te Luik levert een bureaustoel aan een arts Y wonende in het Groot Hertogdom Luxemburg die er in deze lidstaat niet toe gehouden is en niet heeft geopteerd om zijn intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten aan de btw te onderwerpen.
De meubelhandelaar verzorgt zelf het vervoer. X overschrijdt de door het Groot Hertogdom Luxemburg vastgestelde drempel van 100.000 euro voor de toepassing van de regeling inzake verkopen op afstand niet.
Volgend onderscheid dient te worden gemaakt:
•X heeft niet geopteerd voor de belastingheffing in het Groot Hertogdom Luxemburg
De regeling van de verkopen op afstand is niet van toepassing. Overeenkomstig artikel 14, § 2, van het Btw-Wetboek vindt de levering plaats in België, namelijk daar waar het vervoer van de goederen aanvangt.
De levering door X is in België aan de btw onderworpen. De btw moet worden voldaan door X (artikel 51, § 1, 1°, van het Btw-Wetboek)
•X heeft geopteerd voor de belastingheffing in het Groot Hertogdom Luxemburg
De regeling van de verkopen op afstand is van toepassing. Overeenkomstig artikel 15, § 2, van het Btw-Wetboek vindt de levering plaats in het Groot Hertogdom Luxemburg en is ginder aan de btw onderworpen.
X moet in het Groot Hertogdom Luxemburg voor btw-doeleinden geïdentificeerd zijn of er zich laten identificeren.
b. Voorbeeld 2
Een Franse particulier koopt een boek (prijs 45 euro) bij een Belgische boekhandel. Laatstgenoemde verzendt het boek vanuit België (bijvoorbeeld met de post of via een koerierdienst) naar de klant in Frankrijk.
De boekhandel heeft het lopende kalenderjaar voor een bedrag van 21.000 euro (exclusief btw) aan dergelijke leveringen naar Frankrijk verricht en het vorige kalenderjaar voor een bedrag van 50.000. Hij heeft niet geopteerd om zijn verkopen op afstand in Frankrijk te belasten.
De levering is onderworpen aan de regeling voor de verkopen op afstand, aangezien de leverancier de door Frankrijk ingestelde drempel van 35.000 euro heeft overschreden gedurende het voorafgaande kalenderjaar.
Overeenkomstig artikel 15, § 2, van het Btw-Wetboek vindt de levering plaats in Frankrijk en is ze bijgevolg onderworpen aan de Franse btw. De boekhandel zal normaal gezien reeds in Frankrijk voor btw-doeleinden geïdentificeerd zijn omwille van de drempeloverschrijding vorig jaar.
c. Voorbeeld 3
Een Duitse particulier koopt online een fles sterke drank (prijs 69 euro) bij Belgische drankenwinkel. De Belgische belastingplichtige verzendt de fles vanuit zijn winkel in België naar de klant in Duitsland.
Aangezien er sprake is van een accijnsproduct, is de levering onderworpen aan de regeling voor de verkopen op afstand, vanaf de eerste euro, zonder dat er in Duitsland een drempel van toepassing is.
Bijgevolg vindt de levering overeenkomstig artikel 15, § 2, van het Btw-Wetboek plaats in Duitsland en is ze onderworpen aan de Duitse btw.
Wanneer in de situaties bedoeld in artikel 15, §§ 1 en 2, van het Btw-Wetboek, de geleverde goederen uit een derdelandsgebied worden verzonden of vervoerd en door de leverancier worden ingevoerd in een andere lidstaat dan die van aankomst van de verzending of het vervoer naar de afnemer, worden zij overeenkomstig artikel 15, § 3, van het Btw-Wetboek geacht te zijn verzonden of vervoerd vanuit de lidstaat van invoer.
Artikel 15, § 3, van het Wetboek voert een fictie in voor de verkopen op afstand van goederen die de leverancier in een andere lidstaat dan die van aankomst van de verzending of het vervoer invoert, met als doel in alle gevallen de heffing van de btw in dat land van aankomst te waarborgen, door de plaats van vertrek van de verzending of het vervoer in de lidstaat van invoer te lokaliseren.
Artikel 15, § 3, van het Btw-Wetboek, betreft het geval waarin een leverancier goederen invoert uit een derdelandsgebied of derde land in de zin van artikel 1, § 2, 3°, van het Btw-Wetboek (5), in een andere lidstaat (lidstaat van invoer) dan die van aankomst van de verzending of het vervoer naar de afnemer.
(5) elk ander grondgebied dan het binnenland van een lidstaat.
Artikel 15, § 3, van het Btw-Wetboek, is slechts van toepassing indien:
•de plaats van vertrek van de verzending of van het vervoer der goederen ter bestemming van de koper zich bevindt in een derdelandsgebied of derde land en
•de levering van die goederen wordt geacht plaats te vinden in de lidstaat van invoer overeenkomstig het criterium van de plaatsbepaling voorzien in artikel 32, tweede alinea, van de richtlijn 2006/112/EG, wanneer de leverancier de btw bij invoer betaalt (zie artikel 14, § 2, tweede lid, van het Btw-Wetboek).
Merk op dat artikel 15, § 3, van het Btw-Wetboek, niet systematisch van toepassing is, maar enkel in de gevallen bedoeld in de §§ 1 en 2 van dit artikel. De verrichting moet dus onder de bijzondere regeling van de verkoop op afstand vallen, mocht zij vanuit een lidstaat plaatsvinden ter bestemming van een andere lidstaat.
De handeling komt dus in aanmerking voor de berekening van de drempel waarvan sprake in titel 3, rubriek D en titel 4, rubriek D.
Hoewel de levering van de goederen wordt geacht plaats te vinden in het land van aankomst van de verzending of het vervoer, is het bovendien zo dat deze goederen worden ingevoerd in een andere lidstaat waar zij volledig onderworpen blijven aan de normale regels inzake invoer.
Voorbeeld:
Een particulier gevestigd in Frankrijk bestelt ski's in een winkel gevestigd te Brussel. De Belgische winkelier bestelt de ski's bij een Canadese onderneming. De goederen worden in opdracht van de Belgische winkelier rechtstreeks naar de Franse particulier vervoerd en worden ingevoerd in Antwerpen alwaar de btw bij invoer betaald wordt door de Belgische winkelier. Door deze verkoop overschrijdt de Belgische winkelier de drempel die door Frankrijk werd vastgesteld voor toepassing van de regeling van de verkopen op afstand (35.000 euro).
Niettegenstaande er geen onderbreking geweest is in het internationaal vervoer, wordt België overeenkomstig artikel 15, § 3, van het Btw-Wetboek beschouwd als vertrekpunt van het vervoer.
Inderdaad, aangezien de goederen worden vervoerd vanuit een derdelandsgebied (Canada) en door de Belgische leverancier worden ingevoerd in een andere lidstaat (België) dan die van aankomst van het vervoer naar de koper (Frankrijk), worden deze goederen geacht vervoerd te zijn vanuit de lidstaat van invoer (België).
De levering is onderworpen aan de regeling voor de verkopen op afstand. De levering vindt overeenkomstig artikel 15, § 2, van het Btw-Wetboek plaats in Frankrijk en is ze daar aan de btw onderworpen tegen het aldaar toepasselijk btw-tarief.
Hieronder worden enkele verplichtingen van de leverancier besproken die rechtstreeks voorvloeien uit de regeling inzake verkopen op afstand. Het betreft geen limitatieve opsomming van alle verplichtingen in hoofde van de leverancier. De leverancier kan ook nog aan andere verplichtingen onderworpen zijn (de btw-verplichtingen worden uitvoerig besproken in ‘Boekwerk IV: Voldoening van de belasting - Hoofdstuk 13: Regeling voor de voldoening van de belasting’.
De belastingplichtigen die in artikel 15, §§ 1 en 2, van het Btw-Wetboek bedoelde leveringen van goederen verrichten en die niet geopteerd hebben voor de belastingheffing in de lidstaat van aankomst van de verzonden of vervoerde goederen, moeten op elk ogenblik in staat zijn om ten behoeve van de ambtenaren belast met de controle inzake btw, voor het lopend kalenderjaar het totaal bedrag te bepalen van hun leveringen die in aanmerking komen voor de berekening van de drempels van toepassing in de diverse lidstaten (artikel 16, § 1, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29.12.1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde).
Om na te gaan of een leverancier die dergelijke leveringen verricht de btw moet voldoen in de lidstaat van aankomst van de verzonden of vervoerde goederen, moet er dus voor elke lidstaat naar dewelke goederen worden verzonden of vervoerd kunnen worden nagegaan of de drempel voor die lidstaat al dan niet wordt overschreden.
De in België voor btw-doeleinden geïdentificeerde leverancier die niet heeft geopteerd voor de belastingheffing in de lidstaat van aankomst der goederen, dient derhalve voor elke lidstaat naar dewelke goederen worden verzonden of vervoerd in staat te zijn om te bepalen of de door iedere lidstaat vastgestelde drempel al dan niet wordt overschreden. Dientengevolge dient hij een boekhouding te voeren die toelaat de leveringen te identificeren welke ter bestemming van elke lidstaat werden verricht.
Indien de leverancier in een andere lidstaat is gevestigd dan België en hier niet voor btw-doeleinden is geïdentificeerd, moet hij zich overeenkomstig artikel 50, § 1, eerste lid, 3°, van het Btw-Wetboek in België voor btw-doeleinden laten identificeren, alvorens een verkoop op afstand te verrichten die overeenkomstig artikel 15, § 1, van het Btw-Wetboek geacht wordt in België plaats te vinden.
Hij moet de overeenkomstig artikel 53, § 1, eerste lid, 1°, van het Btw-Wetboek voorgeschreven aangifte van aanvang van werkzaamheid indienen bij het Centrum Buitenland van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit.
De belastingplichtige die vanuit België leveringen van goederen verricht naar een andere lidstaat de drempel inzake verkopen op afstand in die lidstaat overschrijdt of heeft geopteerd voor de belastingheffing in de lidstaat van aankomst, dient zich in die lidstaat voor btw-doeleinden te identificeren overeenkomstig de regels die daar van toepassing zijn.
Overeenkomstig artikel 53, § 2, eerste lid, 1°, van het Btw-Wetboek moet een belastingplichtige steeds een factuur uitreiken wanneer hij een levering van goederen (6) heeft verricht voor een belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon.
Deze verplichting geldt dus ook voor leveringen aan een belastingplichtige of niet-belastingplichtige rechtspersoon die er niet toe gehouden is om zijn intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen of accijnsproducten aan de btw te onderwerpen.
Bovendien bepaalt artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Btw-Wetboek dat een belastingplichtige steeds een factuur moet uitreiken wanneer hij leveringen van goederen (6), zoals bedoeld in artikel 15, §§ 1 en 2, van het Btw-Wetboek, heeft verricht voor elke niet-belastingplichtige persoon (particulieren).
(6) worden bedoeld: de andere leveringen van goederen dan die welke krachtens artikel 44 van het Btw-Wetboek zijn vrijgesteld.
Bijgevolg moet er steeds een factuur worden uitgereikt voor een levering die kan aanleiding geven tot de bijzondere regeling van de verkopen op afstand (aanschrijving nr. 7/1995 van 17.04.1995, randnummer 61).
Deze verplichting geldt ook voor de vanuit België aan particulieren in een andere lidstaat verrichte bedoelde leveringen zoals bedoeld in titel 4, rubriek D, subrubriek b waarvoor het vervoer is verricht door of voor rekening van de leverancier, wanneer de drempel inzake verkopen op afstand in die lidstaat niet is overschreden en de leverancier niet heeft geopteerd voor de belastingheffing in de lidstaat van aankomst. Dergelijke leveringen vinden overeenkomstig artikel 14, § 2, eerste lid, van het Btw-Wetboek plaats in België. De verplichting heeft onder meer tot doel om de berekening en de opvolging van de drempel mogelijk te maken. De uitgereikte factuur moet beantwoorden aan de voorwaarden die vermeld zijn in artikel 5 van het koninklijk besluit nr. 1, voornoemd (schriftelijke parlementaire vraag nr. 197 van de heer Volksvertegenwoordiger Christian Brotcorne van 19.01.2009, schriftelijke parlementaire vraag nr. 235 van de heer Volksvertegenwoordiger Christian Brotcorne van 21.01.2011).
Bron: Fisconetplus