Circulaire 2020/C/150 over de maximaal aftrekbare bijdrage voor het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) voor het jaar 2020

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 25/11/2020 de Circulaire 2020/C/150 over de maximaal aftrekbare bijdrage voor het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) voor het jaar 2020.

De bijdragen voor het vrij aanvullend pensioen van zelfstandigen worden beschouwd als aftrekbare beroepskosten (1):

- in de mate dat ze de maximale bijdrage (2) niet overschrijden;

- en voor zover de aangeslotene de verschuldigde bijdragen voor het sociaal statuut van de zelfstandigen die tijdens het betrokken jaar opeisbaar zijn geworden, effectief en volledig tijdens datzelfde jaar heeft betaald (3).

(1) Artikel 52, 7°bis, WIB 92 en artikel 45, programmawet (I) 24.12.2002.

(2) In toepassing van de artikelen 44, § 2/3 en § 2/5, en 46, § 1, programmawet (I) 24.12.2002.

(3) In afwijking van die voorwaarde mogen de VAPZ-bijdragen betaald in 2020 ook als beroepskosten worden afgetrokken als de belastingplichtige zijn sociale bijdragen verschuldigd voor 2020 niet volledig tijdens datzelfde jaar heeft betaald, maar uitstel van betaling tot 2021 heeft verkregen als gevolg van de COVID-19 pandemie (zie nrs. 1 tot 7, circ. 2020/C/126 van 19.10.2020).

De maximale bijdrage moet nog altijd worden vastgesteld op basis van de inkomsten verkregen tijdens het derde jaar vóór dat waarvoor die bijdrage is verschuldigd.

Concreet bedraagt het maximaal aftrekbare bedrag van de VAPZ-bijdragen van 2020:

- voor pensioenovereenkomsten waar geen solidariteitsstelsel aan verbonden is: 8,17 % van het inkomen waarop de voorlopige sociale bijdragen worden berekend (4), met een absoluut maximum van 3.291,30 euro

- voor pensioenovereenkomsten waar wel een solidariteitsstelsel aan verbonden is: 9,4 % van het inkomen waarop de voorlopige sociale bijdragen worden berekend (4), met een absoluut maximum van 3.786,81 euro.

(4) Voor de sociale bijdragen van 2020 is het inkomen waarop de voorlopige sociale bijdragen worden berekend in de regel het netto belastbaar beroepsinkomen van aanslagjaar 2018, vermenigvuldigd met de breuk 544,88/517,83.

De maximaal aftrekbare bijdragen voor 2017 tot 2019 zijn opgenomen in de circulaires 2017/C/61 van 25.09.2017, 2018/C/126 van 06.12.2018 en 2019/C/54 van 27.06.2019.

Bron: Fisconetplus