Circulaire 2022/C/101 betreffende de uitbreiding van de invordering via ANPR-scanners bij controle van voertuigen op de openbare weg tot de fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

De Algemene Administratie van de Inning en de Invordering publiceerde op 13/10/2022 de Circulaire 2022/C/101 betreffende de uitbreiding van de invordering via ANPR-scanners bij controle van voertuigen op de openbare weg tot de fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen

Via de ANPR-scanners (Automatic Number Plate Recognition) kunnen de ambtenaren van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen of politieagenten ieder voertuig aan de kant zetten wanneer, tijdens een controle op de openbare weg, blijkt dat de eigenaar van het voertuig of de titularis van het kenteken van het voertuig sommen verschuldigd is uit hoofde van geldelijke strafsancties, douane- en accijnsschulden of andere fiscale en niet-fiscale schulden.

Bij niet-betaling van deze schulden, kan de fiscale administratie tot verkoop van het voertuig overgaan.

INHOUD

I.ANPR-scanners - optimalisering van de invordering

II.Betrokken schuldvorderingen

III.Procedure

IV.Inwerkingtreding

I. ANPR-scanners - optimalisering van de invordering

Met dank aan de ANPR-scanners (Automatic Number Plate Recognition) kunnen de ambtenaren van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen of politieagenten ieder voertuig aan de kant zetten wanneer, tijdens een controle op de openbare weg, blijkt dat de eigenaar van het voertuig of de titularis van het kenteken van het voertuig sommen verschuldigd is uit hoofde van geldelijke strafsancties of douane- en accijnsschulden.

Bij niet-betaling van deze schulden, kan de fiscale administratie tot verkoop van het voertuig overgaan.

Om hun invordering te verbeteren, is deze maatregel voortaan verruimd tot de andere fiscale en niet-fiscale schulden waarvan de eigenaar van het voertuig of de titularis van het kenteken verschuldigd is aan de fiscale administratie[1].

II. Betrokken schuldvorderingen

De maatregel kan worden toegepast op :

1° alle vaststaande en uitvoerbare douane- en accijnsschulden;
2° alle geldsommen verschuldigd uit hoofde van geldelijke strafsancties (bv. een penale boete opgelegd in een in kracht van gewijsde gegane strafrechtelijke beslissing);
3° alle sommen verschuldigd uit hoofde van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen die worden ingevorderd overeenkomstig het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

Voor deze fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, werd de maatregel evenwel beperkt tot deze die al het voorwerp kunnen uitmaken van een middel tot tenuitvoerlegging. Dit betekent dat de administratie aan de schuldenaar of aan de medeschuldenaar vooraf een aanmaning tot betaling moet verzonden hebben en nog moet wachten op het verstrijken van een termijn van een maand vanaf de uitwerkingsdatum van de aanmaning tot betaling alvorens de maatregel kan worden uitgevoerd.

Bovendien, zoals momenteel reeds het geval is voor de geldelijke strafsancties en de douane- en accijnsschulden, komen de schulden waarvoor een correct nageleefd afbetalingsplan bestaat of waarvoor de beslissing over een tijdig aangevraagd afbetalingsplan[2] nog hangende is, alsook de schulden waarvan de betaling nog niet eisbaar is, niet voor deze maatregel in aanmerking[3].

III. Procedure

Als tijdens een controle op de openbare weg, de ambtenaren van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen of van de politie vaststellen dat de geldsommen niet werden betaald door de eigenaar van het voertuig of de titularis van het kenteken van het voertuig, moet de bestuurder de sommen betalen in de handen van deze ambtenaren op het ogenblik van de vaststelling.

Bij niet-betaling, kan het voertuig door de genoemde ambtenaren in beslag worden genomen. De titularis van het kenteken van het voertuig wordt daarvan op de hoogte gebracht door overhandiging of verzending van een bericht tot inbeslagneming en deze laatste is desgevallend gehouden het bericht van inbeslagneming onverwijld aan de eigenaar van het voertuig over te maken.

Het beslag wordt ten vroegste opgeheven op de dag van volledige betaling, aan de bevoegde ontvanger, van de verschuldigde geldsommen, verhoogd met de kosten van inbeslagneming, waaronder de takelingskosten en de stallingskosten van het voertuig.

Indien de geldsommen en kosten niet binnen de tien werkdagen na de datum van overhandiging of ontvangst van het bericht van inbeslagneming worden betaald aan de bevoegde ontvanger, kan deze ontvanger laten overgaan tot de verkoop van het voertuig.

De toerekening bij de opbrengst van de verkoop van het voertuig wordt uitgevoerd in de onderstaande volgorde:

1° op de douaneschulden;

2° op de verkoopkosten en de kosten van de inbeslagneming;

3° op de accijnsschulden;

4° op de geldsommen verschuldigd uit hoofde van strafsancties;

5° en ten slotte op de andere fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

Een eventueel overschot wordt terugbetaald aan de titularis van het kenteken van het voertuig of aan de voormalige eigenaar van het voertuig.

IV. Inwerkingtreding

Deze uitbreiding van de maatregel tot andere fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen is in werking getreden op 25 juli 2022.

[1] Progr.W. van 25.12.2016, gewijzigd door de artikelen 90 tot 92 van de wet van 05.07.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 15 juli 2022).

[2] Voor de toepassing van deze maatregel is het afbetalingsplan tijdig aangevraagd wanneer ze vóór de uitwerkingsdatum van de aanmaning tot betaling is ingediend.

[3] Art. 51, Progr.W. van 25.12.2016, gewijzigd door het art. 91 van de wet van 05.07.2022 houdende diverse fiscale bepalingen.

Bron: Fisconetplus​