De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 15/03/2022 de Circulaire 2022/C/25 over ter beschikking gestelde voertuigen die specifiek zijn aangepast aan de lichamelijke beperkingen van de werknemer.
Deze circulaire bespreekt de berekening van het voordeel van alle aard wanneer een voertuig ter beschikking wordt gesteld dat specifiek is aangepast of omgebouwd in functie van de lichamelijke beperkingen van de werknemer.
Inleiding
De 'Gedetailleerde FAQ over de vanaf 01.01.2012 toegekende voordelen van alle aard die voortvloeien uit het persoonlijk gebruik van een door de werkgever/onderneming kosteloos ter beschikking gesteld voertuig' (1) bespreekt in FAQ nr. 32 de situatie waarin een werkgever een bedrijfswagen ter beschikking stelt aan een werknemer met een handicap.
(1) Te raadplegen op financien.belgium.be.
Deze FAQ wordt vervangen zoals hieronder vermeld.
Concreet gaat de aangepaste FAQ bijkomend in op de situatie waarin het voertuig dat ter beschikking wordt gesteld van de werknemer, omwille van een lichamelijke beperking noodzakelijkerwijs een voertuig is van een hogere categorie dan de categorie waarop hij volgens het bedrijfswagenbeleid van zijn werkgever recht zou hebben gehad zonder die lichamelijke beperking.
De kosten die worden gedaan om het ter beschikking gestelde voertuig aan te passen aan of om te bouwen in functie van de lichamelijke beperkingen van de verkrijger van het voordeel worden niet meegerekend in de cataloguswaarde op voorwaarde dat dezelfde aanpassingen of verbouwingen niet ter beschikking staan van verkrijgers zonder die lichamelijke gebreken. Zo zal een aanpassing die de gas-, rem- en ontkoppelingspedalen vervangt door een systeem aan het stuur niet worden meegerekend in de cataloguswaarde. Daarentegen zullen de kosten om een automatische versnellingsbak te laten installeren wel in de berekeningsgrondslag blijven omdat ook personen zonder lichamelijke beperkingen een dergelijke optie kunnen bekomen.
Deze kosten moeten duidelijk uitgesplitst vermeld staan op de factuur.
Het is ook mogelijk dat het voertuig dat ter beschikking wordt gesteld van de werknemer, omwille van zijn lichamelijke beperkingen noodzakelijkerwijs een voertuig is van een hogere categorie dan de categorie waarop hij volgens het bedrijfswagenbeleid van zijn werkgever recht zou hebben gehad zonder die lichamelijke beperking.
Niet elk voertuig kan bijvoorbeeld aangepast of omgebouwd worden om het geschikt en toegankelijk te maken voor een rolstoelgebruiker. Het voertuig zal daarom voldoende ruim of specifiek moeten zijn (bijvoorbeeld om er een rolstoelplateaulift in te kunnen monteren).
In dat geval wordt ook aanvaard dat het voordeel van alle aard wordt vastgesteld op basis van een fictieve bedrijfswagen die de werknemer zou hebben gekozen met het budget waarop hij volgens het bedrijfswagenbeleid van de werkgever recht zou hebben gehad zonder die lichamelijke beperking.
De gekozen fictieve bedrijfswagen moet dan een wagen zijn van een categorie waarop hij recht zou hebben gehad, en mag geen wagen van een lagere categorie zijn.
Bron: Fisconetplus