De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 22/09/2023 de Circulaire 2023/C/80 over de aftrekbaarheid van de taks op de inscheping van een luchtvaartuig als beroepskosten.
Bespreking van de art. 40 en 42 van de wet van 28.03.2022 houdende verlaging van lasten op arbeid en van de art. 41, 42 en 53, vierde lid, van de wet van 20.11.2022 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen.
Inhoudstafel
1. Met de wet van 28.03.2022 heeft de wetgever een door de luchtvaartmaatschappijen verschuldigde taks op de inscheping van een luchtvaartuig ingevoerd per passagier die vanaf 01.04.2022 vertrekt vanuit een luchthaven in België (1) (2).
In diezelfde wet (3) en in de wet van 20.11.2022 (4) heeft de wetgever ook enkele begeleidende maatregelen getroffen op het vlak van de aftrekbaarheid van die taks als beroepskosten.
Die maatregelen worden hierna besproken.
(1) Art. 28 tot 39 van de wet van 28.03.2022 houdende verlaging van lasten op arbeid (BS 31.03.2022, Numac 2022031434) (hierna W 28.03.2022).
(2) De taks bedraagt 2,40 of 10 euro per passagier, afhankelijk van de bestemming.
(3) Art. 40 en 42, W 28.03.2022.
(4) Art. 41, 42 en 53, vierde lid, van de wet van 20.11.2022 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen (BS 30.11.2022, Numac 2022034191) (hierna W 20.11.2022).
2. Om het ontradend effect van de taks op de inscheping van een luchtvaartuig te versterken heeft de wetgever art. 53, WIB 92 aanvankelijk alleen aangevuld met een 30° (5), waardoor die taks niet als een aftrekbare beroepskost kon worden aangemerkt.
(5) Art. 40, W 28.03.2022.
3. Omdat het ontradend effect van die niet-aftrekbaarheid in feite niet voor de aanbieder van de dienst (de luchtvaartmaatschappij), maar veeleer voor de eindgebruiker ervan (de (beroepsmatige) passagier) bedoeld was, heeft de wetgever de niet-aftrekbaarheid van de taks daarna bijgestuurd door:
- art. 53, WIB 92 verder aan te vullen met een 31° (6), waardoor de toekenningen aan derden ter vergoeding van de taks op de inscheping van een luchtvaartuig, niet als aftrekbare beroepskosten worden aangemerkt, behalve als ze zijn te beschouwen als inkopen van goederen en diensten bedoeld in rubriek II. A ('handelsgoederen, grond- en hulpstoffen') van de resultatenrekening (7) (8) (bv. de toekenningen ter vergoeding van de taks op de inscheping van een luchtvaartuig die een reisorganisator aan een luchtvaartmaatschappij betaalt voor vluchten die hij als onderdeel van pakketreizen verkoopt aan zijn klanten)
- art. 53/1, WIB 92 aan te vullen met een tweede lid (9), waardoor de taks op de inscheping van een luchtvaartuig toch als een aftrekbare beroepskost (in hoofde van de luchtvaartmaatschappij) kan worden aangemerkt als ze aan derden wordt doorgerekend op voorwaarde dat ze uitdrukkelijk en afzonderlijk op de factuur wordt vermeld.
(6) Art. 41, W 20.11.2022.
(7) Zoals omschreven in artikel 3:90 van het koninklijk besluit van 29.04.2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
(8) Zie ook nrs. 2 tot 5 van de circulaire 2022/C/86 van 16.09.2022.
(9) Art. 42, W 20.11.2023.
5. De maatregelen besproken in deze circulaire zijn in werking getreden op 01.04.2022.
6. De in deze circulaire besproken bepalingen van de W 28.03.2022 luiden als volgt.
Art. 40
Artikel 53 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 januari 2022, wordt aangevuld met een bepaling onder 30°, luidende:
"30° de taks op de inscheping van een luchtvaartuig vermeld in artikel 160 van het Wetboek diverse rechten en taksen.".
Art. 42
Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 april 2022, met uitzondering van artikel 166, § 2, van het Wetboek diverse rechten en taksen, hersteld bij artikel 36, dat in werking treedt op een door de Koning te bepalen datum en ten laatste op 31 mei 2022.
7. De in deze circulaire besproken bepalingen van de W 20.11.2022 luiden als volgt.
Art. 41
Artikel 53 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 maart 2022, wordt aangevuld met een bepaling onder 31°, luidende:
"31° onverminderd artikel 52, 13°, de toekenningen aan derden ter vergoeding van de taks als bedoeld in 30°.".
Art. 42
Artikel 53/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 januari 2022, wordt aangevuld met een lid, luidende:
"In afwijking van artikel 53 wordt de in artikel 53, 30°, bedoelde taks die aan derden wordt doorgerekend, als beroepskost aangemerkt mits deze taks uitdrukkelijk en afzonderlijk op de factuur is vermeld.".
Art. 53, vierde lid
De artikelen 41 en 42 hebben uitwerking met ingang van 1 april 2022.
8. De gecoördineerde teksten van de in deze circulaire besproken bepalingen van het WIB 92 luiden als volgt (10).
(10) De wijzigingen zijn aangeduid in het vet.
Art. 53
Als beroepskosten worden niet aangemerkt:
(…)
30° de taks op de inscheping van een luchtvaartuig vermeld in artikel 160 van het Wetboek diverse rechten en taksen;
31° onverminderd artikel 52, 13°, de toekenningen aan derden ter vergoeding van de taks als bedoeld in 30°.
Art. 53/1, tweede lid
In afwijking van artikel 53 wordt de in artikel 53, 30°, bedoelde taks die aan derden wordt doorgerekend, als beroepskost aangemerkt mits deze taks uitdrukkelijk en afzonderlijk op de factuur is vermeld.
Interne ref.: 735.367
Bron: Fisconetplus