Circulaire 2024/C/38 over de vergoedingen voor verblijfkosten in België

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 03/06/2024 de Circulaire 2024/C/38 over de vergoedingen voor verblijfkosten in België.

Vergoedingen voor verblijfkosten in België: geïndexeerde bedragen van toepassing vanaf 01.06.2024.

BIJLAGE: 1

1. De vergoedingen voor verblijfkosten die een werkgever aan zijn personeelsleden toekent voor dienstreizen in België, zijn, onder bepaalde voorwaarden, een niet-belastbare terugbetaling van eigen kosten van de werkgever wanneer zij niet meer bedragen dan de gelijkaardige vergoedingen die de staat aan zijn personeel toekent (1).

(1) Zie de art. 83 e.v. van het koninklijk besluit van 13.07.2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt (BS 19.07.2017 – Numac: 2017040352) (hierna 'KB 13.07.2017') en nr. 15 e.v. van de circulaire 2018/C/8 betreffende de vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt van 22.01.2018.

Geïndexeerde bedragen vanaf 01.06.2024

2. De in onderstaande tabel opgenomen maximumbedragen vormen in dit kader een niet-belastbare terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever, voor zover uiteraard aan alle voorwaarden is voldaan.

(*) De art. 83 t.e.m. 85, KB 13.07.2017 zijn opgeheven vanaf 01.01.2024, zie randnummer 4 hierna.

3. Een overzicht van de forfaitaire vergoedingen voor verblijfkosten vanaf 01.09.2017 bevindt zich in bijlage.

Opheffing van de dagelijkse forfaitaire vergoeding voor verblijfkosten in België voor federale ambtenaren

4. De dagelijkse forfaitaire vergoeding voor verblijfkosten in België voor federale ambtenaren is opgeheven vanaf 01.01.2024 (2).

(2) Art. 6, van het koninklijk besluit van 26.10.2023 betreffende de toekenning van maaltijdcheques aan de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt (BS 31.10.2023 – Numac: 2023045226) (hierna 'KB 26.10.2023'). Zie ook de circulaire 2023/C/98 van 07.12.2023.

5. De administratie aanvaardt evenwel dat het basisbedrag van 10 euro/dag verder kan worden aangemerkt als ernstige norm, mits aan dezelfde voorwaarden als voorheen is voldaan.

Het gaat dan concreet om de volgende voorwaarden:

- de dienstverplaatsing duurt minimaal 6 uur

- de dienstverplaatsing geeft er geen aanleiding toe dat de werkgever of een derde de kost van de maaltijd op zich neemt

- de dienstverplaatsing geeft geen aanleiding tot enig ander voordeel om maaltijdkosten te dekken (dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de werknemer toegang heeft tot een bedrijfsrestaurant dat verbonden is aan de werkgever).

6. Wanneer maaltijdcheques worden toegekend om de maaltijdkosten gedurende binnenlandse dienstreizen te vergoeden, moet de werkgeverstussenkomst in de maaltijdcheque in mindering worden gebracht van de forfaitaire vergoeding.

7. Het KB 13.07.2017 bepaalt dat het bedrag van 10 euro vanaf 01.01.2024 als 'virtueel dagelijks bedrag' geldt voor de vaststelling van de maandelijkse forfaitaire vergoeding (3). Dit 'virtueel dagelijks bedrag' wordt in het kader daarvan verder geïndexeerd.

(3) Art. 86, KB 13.07.2017, zoals gewijzigd door art. 7, KB 26.10.2023.

8. Het geïndexeerde bedrag dat bij toepassing van randnr. 5 als ernstige norm kan worden aanvaard is op dit geïndexeerde 'virtueel dagelijks bedrag' gebaseerd. Vanaf 01.06.2024 bedraagt dit geïndexeerde 'virtueel dagelijks bedrag' 20,80 euro (4).

(4) Zie kolom 'maandelijkse forfaitaire vergoeding' onder randnr. 2.

Interne ref.: 741.311