De sluiting van de kaasroute - Zet de administratie met haar circulaire de puntjes op de ‘i’?

Op 15 december 2020 was de sluiting van de befaamde kaasroute een feit(1). Sindsdien moeten niet enkel Belgische notariële akten, maar ook alle buitenlandse notariële akten houdende roerende schenkingen worden geregistreerd. Hierdoor vallen die buitenlandse akten voortaan ook onder de Belgische schenkbelasting en is er van een ‘minst belaste weg’ geen sprake meer (althans wat rechtstreekse schenkingen van roerende goederen betreft)(2).

Reeds tijdens de parlementaire werkzaamheden bij de wetten die de kaasroute sluiten, werd gesproken van een circulaire, teneinde het begrip ‘notariële akte’ te verduidelijken. In bepaalde landen wordt namelijk geen beroep gedaan op een notaris, maar wel op een andere ambtenaar die bevoegd is om akten te verlijden(3).

1. CIRCULAIRE NR. 2021/C/27

De circulaire nr. 2021/C/27 inzake de gewone wet van 03.12.2020 en de bijzondere wet van 13.12.2020 inzake registratierechten (hierna “circulaire” genoemd) komt dan ook niet uit de lucht gevallen.

Opmerkelijk aan het administratief document is echter dat een omschrijving van het begrip ‘notariële akte’ er helemaal niet in terug te vinden is. De circulaire stelt enkel dat de registratieverplichting zich uitstrekt tot “notariële akten die in het buitenland verleden zijn” (waarbij het land geen relevantie heeft). In dat verband wordt wel verwezen naar een niet exhaustieve lijst (!) van landen die lid zijn van de Internationale Unie van het Notariaat. Hoewel het weinig zinvol is, gelet op die niet-limitatieve lijst, benadrukt de administratie dat “akten van roerende schenkingen die niet door een buitenlandse notaris verleden zijn, van het toepassingsgebied worden uitgesloten”. Van rechtszekerheid en duidelijkheid op dat punt is dan ook geen sprake.

Wel worden andere begrippen (die het toepassingsgebied bepalen) becommentarieerd en geeft de administratie een aantal praktische zaken mee.

2. DE IN HET BUITENLAND VERLEDEN NOTARIËLE AKTEN DIE TITEL VORMEN VOOR EEN SCHENKING ONDER DE LEVENDEN VAN ROERENDE GOEDEREN DOOR EEN RIJKSINWONER

Vooreerst wordt verduidelijkt dat de nieuwe registratieverplichting enkel geldt voor bepaalde akten van schenking onder levenden, waarbij onder schenkingsakte wordt verstaan “elke akte die een overdracht onder kosteloze titel bewerkstelligt met animus donandi”.

Verder geldt de registratieverplichting enkel voor schenkingen met als voorwerp roerende goederen, met inbegrip van waardepapieren. De administratie stelt dat het begrip ‘roerend goed’ alles omvat met uitsluiting van het onroerend goed. Dat de kwalificatie als roerend dan wel onroerend goed (hoogstwaarschijnlijk (?)) naar Belgisch recht gebeurt, wordt echter niet benadrukt(4).

De circulaire schept wel klaarheid omtrent de vraag hoe het begrip ‘rijksinwoner’ moet worden ingevuld en op welk ogenblik het rijksinwonerschap moet worden beoordeeld. Het zijn immers enkel de roerende schenkingen door een rijksinwoner die moeten worden geregistreerd(5). Volgens de administratie is het aangewezen om het begrip te gebruiken zoals erkend in de rechtsleer en beoordeeld door de Belgische hoven en rechtbanken, te weten “de persoon die zijn werkelijke, effectieve en voortdurende woonplaats in België heeft en niet in het buitenland”. De hoedanigheid van rijksinwoner in hoofde van de schenker wordt beoordeeld op het ogenblik van het verlijden van de notariële akte. Hierdoor zal een schenker die op het ogenblik van de schenking zijn fiscale woonplaats in het buitenland heeft en kort nadien (binnen de vier maanden(6)) naar België verhuist, de buitenlandse akte niet in België moeten registreren(7).

3. FORMALITEITEN

Wanneer effectief moet worden overgegaan tot registratie van een in het buitenland verleden notariële akte, volstaat het om een afschrift van de akte ter registratie aan te bieden(8). Bevat de in het buitenland verleden notariële akte terzelfdertijd een niet verplicht in België te registreren overeenkomst (bijvoorbeeld een schenkingsakte die naast een schenking van roerende goederen door een rijksinwoner, ook een schenking van een buitenlands onroerend goed omvat), kan een gewaarmerkt analytisch uittreksel worden geregistreerd (op die manier vermijdt men eventuele vertaalkosten voor dat gedeelte(9))(10).

De circulaire benadrukt dat de (ondeelbare) verplichting tot registratie en betaling van de rechten die eruit voortvloeit op de contracterende partijen (d.z. de schenker én begiftigde) rust en dat de buitenlandse notaris aan geen enkele verplichting onderworpen is(11). Dat het voldoende is dat één van de partijen de akte ter registratie aanbiedt, staat in de parlementaire voorbereidingen bij de wet te lezen, maar wordt in de circulaire helaas niet expliciet herhaald(12).

De termijn waarbinnen dit alles moet gebeuren bedraagt vier maanden (in plaats van de principiële termijn van vijftien dagen) waarbij de circulaire verduidelijkt dat deze termijn start vanaf de datum van de akte. De administratie herinnert eraan dat deze afwijkende termijn is ingegeven door het feit dat de administratie een voor echt verklaarde vertaling kan eisen door een beëdigd vertaler wanneer het document is opgesteld in een andere taal dan de landstalen (en dat deze vertaling enige tijd in beslag kan nemen).

Ten slotte verduidelijkt de circulaire dat de plaats van registratie onverschillig is. Elk kantoor Rechtszekerheid kan overgaan tot registratie, ongeacht waar in België de schenker zijn fiscale woonplaats heeft. De fiscale woonplaats van de schenker bepaalt wel nog steeds welke gewestelijke fiscale wetgeving van toepassing is. Hierdoor zal een schenker met fiscale woonplaats in het Vlaams gewest nog steeds Vlaamse schenkbelasting verschuldigd zijn, zelfs indien de schenkingsakte in Brussel is aangeboden.

4. BESLUIT

Op bepaalde punten verduidelijkt de circulaire de registratieverplichting van “de in het buitenland verleden notariële akten die een titel vormen voor een schenking onder de levenden van roerende schenkingen door een rijksinwoner”.

Dat de circulaire niet ingaat op het begrip ‘onder de levenden’ of ‘die een titel vormt’ en dat niet wordt benadrukt dat de kwalificatie van het geschonken goed naar Belgisch recht geschiedt, is een gemiste kans. Ook het feit dat slechts één partij de schenkingsakte moet registreren, had in de circulaire verduidelijkt kunnen worden. Het grootste pijnpunt van de circulaire is echter het ontbreken van een sluitende en duidelijke omschrijving van het begrip ‘notariële akte’.

Kortom, de administratie mag de kaasroute dan wel gesloten hebben, maar wat het eigenlijk belasten van buitenlandse schenkingen (precies) betreft, staan nog niet alle puntjes op de ‘i’.

(1) Wet van 3 december 2020 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek en griffierechten met het oog op de verplichte registratie van buitenlandse notariële akten, BS 87.568 en de bijzondere wet van 13 december 2020 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek en griffierechten met het oog op de verplichte registratie van buitenlandse notariële akten, BS 88.514. (2) De circulaire benadrukt expliciet dat de wet niet van toepassing is op roerende schenkingen die worden gedaan bij onderhandse akte (hangift met ‘pacte adjoint’ en onrechtstreekse schenking zoals de bankgift). Deze zijn op vandaag nog steeds mogelijk zonder verplichte registratie en dus zonder betaling van schenkbelasting. (3) Integraal verslag, pleniumvergadering van 26 november 2020, Parl.St. Kamer CRIV 55 PLEN 072, 31. (4) Het kan namelijk zijn dat een buitenlandse (burgerlijke of fiscale) wet een schenking (naar Belgisch recht gekwalificeerd als een schenking van roerend goed) belast als een onroerende schenking. Deze schenking zal vermoedelijk toch verplicht te registreren zijn en aan de Belgische schenkbelasting worden onderworpen. Dat deze praktijk zou leiden tot dubbele belasting, erkent de wetgever, maar de voorkoming daarvan werd beschouwd als een gewestelijke aangelegenheid. (Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten met het oog op de verplichte registratie van buitenlandse notariële akten van 18 november 2020, Parl.St. Kamer 1357/012, 6 en R. DEBLAUWE, “De verplichting tot registratie van buitenlandse notariële schenkingsakten van roerende goederen”, AFT 2021, afl. 1, (5) 16, nr. 47.) (5) De circulaire bevestigt expliciet dat de wet niet van toepassing is op schenkingen door een niet-rijksinwoner en vastgesteld bij een buitenlandse notariële akte. (6) Dit is de termijn waarbinnen de registratieplicht moet worden vervuld (cfr. infra). (7) Omgekeerd zal een een schenker die op het ogenblik van de schenking zijn fiscale woonplaats in België heeft en kort nadien (binnen de vier maanden) naar het buitenland verhuist, de buitenlandse akte wel nog in België moeten registreren. (8) Ook de originele akte kan worden aangeboden, waarna het bevoegde kantoor Rechtszekerheid van de Algemene administratie van de Patrimoniumdocumentatie zelf een kopie van de akte neemt. (9) Buitenlandse onroerende goederen zijn in elk geval vrijgesteld van schenkbelasting (art. 2.8.6.0.2., 2° VCF). (10) Ook bij een schenking door twee schenkers waarbij de ene schenker een rijksinwoner is en de andere niet kan een gewaarmerkt analytisch uittreksel nuttig zijn. Op die manier vermijdt men de schenkbelasting van de niet verplicht te registreren schenking en eventuele vertaalkosten voor dat gedeelte. (11) Op dit punt bestond onduidelijkheid, ondanks het feit dat artikel 35,8° W.Reg. de verplichting bij de partijen legt, aangezien het algemeen artikel 35, 1° W.Reg. wel nog blijft bestaan. (12) Voorstel van bijzondere wet tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten met het oog op de verplichte registratie van buitenlandse notariële akten van 25 november 2020, Parl.St. Kamer 1635/006, 4.

Bron : Cazimir, 06/04/2021

Mots clés

Articles recommandés

Sluiting van de Fod Financiën diensten op 15 november 2024

Douane en Accijnzen : sluiting van de kantoren op 9 en 10 mei 2024

Sluiting tijdens de eindejaarsperiode