• FR
  • NL
  • EN

Doorlooptijden van rechtszaken in België: gelijke rechtsbedeling is niet gegarandeerd

Aanvaardbare doorlooptijden van rechtszaken bij de hoven en rechtbanken zijn een voorwaarde voor een goede toegang tot justitie. Voor een gelijke rechtsbedeling moeten doorlooptijden voor gelijkaardige betwistingen ook even lang zijn, ongeacht waar een zaak aanhangig is.

Grote verschillen in doorlooptijden

Uit een analyse van het Rekenhof blijkt dat er in België grote verschillen in doorlooptijden bestaan tussen afdelingen, kantons of rechtsgebieden binnen eenzelfde rechtscollege, en dat er geen duidelijke normtijden zijn vastgelegd. Een gelijke rechtsbedeling is dus niet gegarandeerd. Het Rekenhof stelt ook vast dat het College van Hoven en Rechtbanken, dat onder meer verantwoordelijk is voor de beheersing van de achterstand van dossiers, die verschillen nog niet genoeg opvolgt en aanpakt. De bestaande beheersinstrumenten volstaan niet. In een nieuw verslag voor het federale parlement onderzoekt het Rekenhof of de doorlooptijden van rechtszaken bij de hoven en rechtbanken een gelijke rechtsbedeling garanderen en of ze op een uniforme en efficiënte manier worden opgevolgd en geanalyseerd, zoals het Gerechtelijk Wetboek vereist. Het analyseerde de gegevens van de periode 2012‐2024. Daarbij stelt het in sommige afdelingen en kantons van de gewone rechtbanken grote verschillen vast in de doorlooptijden voor vergelijkbare zaken. Bij strafzaken komt daar nog de vaak lange wachttijd bij tussen de beslissing tot vervolging en de eerste zitting bij de politierechtbank of rechtbank van eerste aanleg. Ook bij de hoven van beroep en arbeidshoven zijn de verschillen aanzienlijk. Met de wet van 2014 betreffende het verzelfstandigd beheer voor de rechterlijke organisatie wenste de federale regering de gerechtelijke achterstand te beperken. Sindsdien ligt de verantwoordelijkheid om de gerechtelijke achterstand te beperken, en dus ook om de doorlooptijden op te volgen, vooral bij de rechterlijke macht zelf. Er kwam echter nog geen beheersovereenkomst tot stand tussen de minister van Justitie, de FOD Justitie en het College van de Hoven en Rechtbanken. Daarin zouden concrete doelstellingen kunnen worden bepaald, onder meer over normtijden per rechtscollege of per type zaak.

Informatie en beheersinstrumenten

Om de doorlooptijden te kunnen opvolgen en om maatregelen te kunnen nemen moet het College over informatie en beheersinstrumenten beschikken. Het Rekenhof stelt vast dat er pas sinds 2024 een bredere rapportering van doorlooptijden is. Die statistieken maken echter niet altijd een vergelijking mogelijk op het niveau waar rechtszaken effectief worden behandeld. Verder zijn de beheersinstrumenten nog onvoldoende ontwikkeld. Zo bevatten de werkingsverslagen die elke gerechtelijke entiteit moet opstellen geen informatie op het niveau van afdelingen of kantons en is de werklastmeting enkel gebaseerd op een zelfbevraging van magistraten die hierdoor niet toelaat de werkelijke werklast te koppelen aan de doorlooptijden. Er is ook geen actueel zicht op de personeelsbezetting per entiteit. De impact van eventuele personeelstekorten op de hoge doorlooptijden kan dus niet worden onderzocht. Er ontbreekt met andere woorden een objectieve basis om de gerechtelijke achterstand gericht te analyseren en te verhelpen.

Aanbevelingen

Het Rekenhof beveelt bijgevolg aan om dringend beheersovereenkomsten af te sluiten tussen de minister van Justitie, de FOD Justitie, het College van de Hoven en Rechtbanken, en (voor strafrechtelijke zaken) het Openbaar Ministerie, met daarin duidelijke en toetsbare afspraken over doorlooptijden. Er moet ook een knipperlichtsysteem komen dat uitzonderlijk lange doorlooptijden signaleert en aftoetst aan vooraf bepaalde normtijden, en de beheersinstrumenten moeten worden verfijnd met onder meer objectieve werklastmetingen en actuele personeelsdata. Alleen zo kan de rechterlijke organisatie evolueren naar een transparante, efficiënte en gelijke rechtsbedeling.

Antwoord van de minister

In haar antwoord op het ontwerpverslag verwijst de minister van Justitie naar haar beleidsverklaring en beleidsnota waarin zij haar voornemen om de beheersautonomie van de hoven en rechtbanken in te voeren en de gerechtelijke achterstand te beperken concretiseert. In het eerste jaar van de legislatuur worden volgens de minister de achterstanden en de meest prangende procedurele en materiele problematieken geïnventariseerd.

Vewante Documenten


Mots clés

Articles recommandés

Noodliquiditeitssteun (ELA) in België: een essentieel instrument in de gereedschapskist van de NBB

België, zonder kompas, beweegt!

Driekwart van de Belgen shopt online. Maar e-commerce zorgt nog altijd voor heel wat meldingen !!!