De financiële activa van de Belgische particulieren stegen eind 2021 tot een recordbedrag van 1 534,3 miljard euro
De particulieren investeerden in 2021 voor 20,9 miljard euro in beleggingsfondsen
Eind 2021 bedroeg het netto financieel vermogen van de Belgische particulieren € 1 203,9 miljard. Dat is een stijging met € 62,4 miljard tegenover het voorgaande jaar.
Deze toename is voornamelijk toe te schrijven aan de toegenomen waarde van de financiële activa (+€ 45,3 miljard). Deze concentreert zich voornamelijk bij de participaties in beleggingsfondsen (+€ 23,8 miljard), de beursgenoteerde aandelen (+€ 16,2 miljard) en de niet-beursgenoteerde aandelen en overige deelnemingen (+€ 5,4 miljard).
Bovendien investeerden de particulieren in 2021 ook voor een totaal van € 32,1 miljard in financiële activa. Hierdoor stegen deze van € 1 456,9 miljard tot een recordbedrag van € 1 534,3 miljard op 31 december 2021. Deze toename is voornamelijk te verklaren door de nieuwe investeringen in beleggingsfondsen (+€ 20,9 miljard), in zichtdeposito’s (+€ 8,7 miljard) en gereglementeerde spaardeposito’s (+€ 7,9 miljard). Bij de verzekeringsproducten (-€ 4,3 miljard) werden echter netto verkopen genoteerd en, net zoals tijdens de voorgaande jaren, ook bij de schuldbewijzen (-€ 6,0 miljard).
Anderzijds namen ook de financiële verplichtingen van de particulieren toe van € 315,4 miljard tot € 330,4 miljard op 31 december 2021. Deze stijging was opnieuw voornamelijk toe te schrijven aan de hypothecaire leningen (+€ 14,3 miljard).
De bijgaande tabel vermeldt ook de uitstaande bedragen van 10 jaar geleden. Het netto financieel vermogen van de particulieren is tussen eind 2011 en eind 2021 gestegen van € 839,1 miljard tot € 1 203,9 miljard, een toename met 43,5 %. De samenstelling van de financiële activa veranderde in deze periode. Het relatieve belang van een aantal beleggingsproducten nam toe: de participaties in beleggingsfondsen van 9,8% naar 18,0 % en de betaalmiddelen (zoals biljetten en zichtdeposito’s) van 6,4 % naar 10,2 %. Andere belangrijke componenten behielden dan weer hun relatief belang: gereglementeerde spaardeposito’s en overige deposito’s (ongeveer 22 %), verzekeringsproducten (ongeveer 22 %) en aandelen (ongeveer 26 %, met een toegenomen component van beursgenoteerde aandelen). De netto-verkopen in schuldbewijzen van de laatste jaren vertalen zich in een forse terugval van hun relatieve belang (van 10,1 % naar 1,8 %).
Wat betreft de financiële verplichtingen van de particulieren, nam het aandeel van de hypothecaire leningen toe van 78,3 % in 2011 naar 83,3 % in 2021.
Bron :