De Belgische inflatie volgens de HICP bedraagt in februari 5,4% ten opzichte van 7,4% in januari en 10,2% in december.

  • De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in februari 8,5% ten opzichte van 8,2% in januari.
  • De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand februari bedraagt 6,6% ten opzichte van 8,1% in januari.
  • De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn brood en granen, zuivelproducten, vlees, groenten, restaurants en cafés, niet-duurzame huishoudartikelen (bv. onderhoudsproducten), tabak en suikerwaren.
  • De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn gas, elektriciteit, huisbrandolie, motorbrandstoffen en telecommunicatie.
  • Eurostat zal op 17 maart de geharmoniseerde consumptieprijsindex van februari voor de EU-landen publiceren.

De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) [1]bedraagt in februari 5,4% ten opzichte van 7,4% in januari en 10,2% in december. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT)[2] bedroeg 6,8% in februari tegenover 8,8% in januari. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de tijdelijke btw-verlaging voor elektriciteit en gas. Met deze prijswijzigingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.


De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt 8,5% in februari, tegenover 8,2% in januari en 7,1% in december. De inflatie zonder energieproducten stijgt in februari tot 8,8% tegenover 8,6% in januari en 7,5% in december.


De inflatie voor voeding bedraagt deze maand 19,4%, tegenover 18,8% vorige maand. Deze inflatie is de afgelopen maanden dus fors toegenomen. In februari 2022 was ze nog 4,1%. De inflatie van voornamelijk oliën, vis, zuivelproducten, brood en granen en vlees is de afgelopen maanden sterk gestegen. Zo bedraagt de inflatie voor oliën deze maand 30,7%. In februari van vorig jaar was ze nog 13,4%. Voor zuivelproducten is de inflatie nu 30,4% ten opzichte van 4,3% in februari 2022. Vis heeft deze maand een inflatie van 16,7%. In februari van vorig jaar was ze 3,3%. Voor brood en granen is ze deze maand 21,7% ten opzichte van 5,1% in februari 2022. De inflatie van vlees bedraagt deze maand 16,1% ten opzichte van 2,7% in februari vorig jaar.


De terugval van de inflatie kan toegeschreven worden aan de daling van de prijzen van energie. De bijdrage van energie tot inflatie is nu negatief en bedraagt -2,3%. Voeding levert een bijdrage van 3,1%.


Elektriciteit is nu 16,0% goedkoper dan een jaar geleden. Aardgas is 30,8% goedkoper op jaarbasis. De prijs van huisbrandolie is met 13,2% gedaald ten opzichte van vorig jaar.


Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen

Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in februari gemeten voor “voeding en alcoholvrije dranken” (19,4%). De laagste inflatie wordt genoteerd voor de groep “huisvesting, water en energie”(-8,1%). De hoofdgroep die in februari de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “voeding en alcoholvrije dranken” met 2,6 procentpunt. De groep “huisvesting, water en energie” heeft de grootste negatieve impact uitgeoefend met -3,3 procentpunt.

Inflatie[3] en impact[4] op de inflatie voor de globale HICP en de 12 hoofdgroepen

Productgroep
Gewicht (‰)
Inflatie op jaarbasis (%)
Impact op inflatie (%-punt)
HICP
HICP-CT
dec/22
jan/23
feb/23
feb/23
dec/22
jan/23
feb/23
0
Totaal bestedingen
1.000,0
10,2
7,4
5,4
6,8



1
Voeding en alcoholvrije dranken
155,4
15,4
18,8
19,4
19,4
1,1
2,1
2,6
2
Alcoholhoudende dranken en tabak
47,4
7,7
8,4
8,9
6,7
-0,1
0,0
0,2
3
Kleding en schoeisel
60,1
7,0
8,2
5,3
5,3
-0,2
0,0
0,0
4
Huisvesting, water en energie
201,3
22,6
2,3
-8,1
-2,0
2,6
-1,3
-3,3
5
Stoffering en huishoudelijke apparaten
72,9
6,5
7,2
7,5
7,5
-0,3
0,0
0,2
6
Gezondheid
70,6
2,7
4,8
4,9
4,9
-0,6
-0,2
-0,1
7
Vervoer
105,9
7,3
6,4
5,9
7,2
-0,4
-0,1
0,1
8
Communicatie
32,2
-0,3
2,0
2,4
2,4
-0,4
-0,2
-0,1
9
Recreatie en cultuur
85,8
5,3
5,1
5,2
5,2
-0,4
-0,2
0,0
10
Onderwijs
5,4
1,6
1,6
1,6
1,6
0,0
0,0
0,0
11
Hotels, cafés en restaurants
82,7
7,3
8,1
8,3
8,3
-0,2
0,1
0,3
12
Diverse goederen en diensten
80,4
5,4
6,7
7,0
7,0
-0,4
-0,1
0,1

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.

  • De inflatie voor energieproducten is gedaald ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt in februari -14,7% ten opzichte van 0,9% in januari en 33,0% in december. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen gemiddeld met 13,6%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 46,8% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie van bewerkte levensmiddelen stijgt van 16,3% in januari naar 16,9% in februari. In december bedroeg ze 13,5%. Tegenover vorige maand stegen de prijzen met gemiddeld 1,1%. De gemiddelde inflatie bedraagt 10,5% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in februari 16,6% ten opzichte van 16,1% in januari en 13,5% in december. Ten opzichte van januari stegen de prijzen gemiddeld met 2,9%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraag 9,9% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in februari 6,7%, stabiel ten opzichte van januari. Ten opzichte van de vorige maand stegen de prijzen gemiddeld met 5,7%.
  • Voor diensten (inclusief huur) stijgt de inflatie van 5,5% in januari naar 5,9% deze maand. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 4,3% voor de laatste twaalf maanden.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in februari 8,5%. Dit is een stijging ten opzichte van de 8,2% in januari. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 5,8%. Ten opzichte van de vorige maand stegen de prijzen van dit subaggregaat met 2,4%.

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten
Gewicht (‰)
Inflatie op jaarbasis (%)
12 maandelijks gemiddelde (%)
Maandelijkse wijziging
dec/22
jan/23
feb/23
feb/23
feb/23
Totaal bestedingen
1.000,0
10,2
7,4
5,4
9,9
0,3
Energiedragers
146,8
33,0
0,9
-14,7
46,8
-13,6
Bewerkte levensmiddelen
163,3
13,5
16,3
16,9
10,5
1,1
Niet-bewerkte levensmiddelen
39,5
13,5
16,1
16,6
9,9
2,9
Niet-energetische industriële goederen
248,9
6,4
6,7
6,7
4,8
5,7
Diensten
401,5
4,8
5,5
5,9
4,3
0,9
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie)
813,7
7,1
8,2
8,5
5,8
2,4

Impact van subindices op de inflatie

De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door brood en granen met een impact van 0,50 procentpunt. Zuivelproducten hebben een positieve impact van 0,47 procentpunt. Vlees heeft een positieve impact van 0,45 procentpunt. Groenten hebben een impact van 0,26 procentpunt. Restaurants en cafés hebben een positieve impact van 0,20 procentpunt. Niet-duurzame huishoudartikelen (bv. onderhoudsproducten) hebben een positieve impact van 0,19 procentpunt. Tabak en suikerwaren hebben beide een impact van 0,11 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Subindex
Gewicht (‰)
Impact op inflatie (%-punt)
2023
feb/23
01.1.1
Brood en granen
30,4
0,5
01.1.4
Zuivelproducten
19,2
0,47
01.1.2
Vlees
40,5
0,45
01.1.7
Groenten
14,5
0,26
11.1.1
Restaurants en cafés
71
0,2
05.6.1
Niet-duurzame huishoudartikelen
11,3
0,19
02.2.0
Tabak
30,5
0,11
01.1.8
Suikerwaren
11
0,11

De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor aardgas, met een impact van -1,52 procentpunt. Elektriciteit heeft een negatieve impact van -1,08 procentpunt. Huisbrandolie heeft een negatieve impact van -0,31 procentpunt. Motorbrandstoffen en telecommunicatie hebben een impact van respectievelijk -0,17 en -0,15 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Subindex
Gewicht (‰)
Impact op inflatie (%-punt)
2023
feb/23
04.5.2
Gas
45,9
-1,52
04.5.1
Elektriciteit
48,9
-1,08
04.5.3
Huisbrandolie
17,3
-0,31
07.2.2
Motorbrandstoffen
33,9
-0,17
08.3.0
Telecommunicatie
29,4
-0,15

Vergelijking tussen België en de buurlanden

Aangezien de definitieve HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van februari. Deze inflatie bedroeg in februari in België 5,5%. Nederland tekende een inflatie op van 8,9% in februari. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de 8,4% in januari. In Frankrijk bedroeg de inflatie in februari 7,2%, een lichte stijging ten opzichte van de 7,0% in januari. De eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van februari voor Duitsland was 9,3%, een lichte stijging ten opzichte van januari, toen de inflatie 9,2% bedroeg.


Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor februari nog niet publiceerde, is januari de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in januari 8,8%, ze daalde daarmee ten opzichte van de 11,7% in december. In januari bedroeg deze inflatie in Duitsland 9,5%. Dit is een lichte daling ten opzichte van december, waar de inflatie 9,9% bedroeg. In januari is de inflatie in Frankrijk licht gestegen van 7,2% in december tot 7,5%. In Nederland is de inflatie gedaald tot 8,5% in januari. In december bedroeg deze inflatie 13,8%.



[1] Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen het inflatiepeil van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De resultaten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.

Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:

  • De weging van het pakket aan goederen en diensten in de HICP is hoofdzakelijk gebaseerd op de nationale rekeningen. Op de lagere gedetailleerde niveaus wordt gebruikt gemaakt van het huishoudbudgetonderzoek. De CPI gebruikt hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus.
  • De referentiepopulatie van de HICP bestaat uit private huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (o.a. rusthuizen en instellingen). Voor de CPI is dit momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd.
  • In de HICP wordt een binnenlands bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan in België door de referentiepopulatie. Voor de CPI wordt een nationaal bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan door de referentiepopulatie ongeacht de locatie.
  • Voor de HICP wordt geen seizoenscorrectie toegepast, voor de CPI wordt dit gedaan voor buitenlandse reizen en vakantiedorpen.
  • De solden werden in de CPI geneutraliseerd, in de HICP worden deze in de maand opgenomen.
  • Voor huisbrandolie wordt de huidige prijs gebruikt in de berekening van de HICP. In de berekening van de CPI wordt een gewogen 12-maandelijks gemiddelde gehanteerd.

[2] De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP, in deze index worden de prijzen echter berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de btw of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.

[3] De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.

[4] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).

Bron: Statbel

Mots clés

Articles recommandés

Vooruitzichten : de gemiddelde jaarinflatie (NICP) zou in 2024 op 3,3% en in 2025 op 1,9% uitkomen, tegenover 4,06% in 2023 en 9,59% in 2022

Neem 10 seconden en stop bedrog....

In maart blijft de inflatie nagenoeg stabiel : ze gaat van 3,20% naar 3,18%.