De onderstaande inflatievooruitzichten van juni 2023 tot december 2024 die door het Federaal Planbureau werden opgesteld zijn gebaseerd op observaties tot mei 2023 van Statbel. Die vooruitzichten houden rekening met de termijnmarktnoteringen van 22 mei 2023. De olieprijs zou gemiddeld 78 dollar per vat bedragen in 2023 en 73 dollar per vat in 2024. De wisselkoers van de euro zou uitkomen op gemiddeld 1,08 dollar per euro in 2023 en 1,10 dollar per euro in 2024.
Op basis van die maandvooruitzichten zou de gemiddelde jaarinflatie (nationaal indexcijfer der consumptieprijzen, NICP) in 2023 op 3,9% en in 2024 op 3,3% uitkomen, tegenover 9,59% in 2022 en 2,44% in 2021. De groeivoet van de zgn. 'gezondheidsindex' - die onder meer gebruikt wordt bij de berekening van de indexering van lonen, sociale uitkeringen en huurprijzen - zou in 2023 gemiddeld 4,3% en in 2024 3,6% bedragen, tegenover 9,25% in 2022 en 2,01% in 2021.
In november 2022 werd de spilindex voor de overheidswedden en sociale uitkeringen laatst bereikt. Rekening houdend met de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex wordt verwacht dat de drie volgende spilindices overschreden worden in 2023 en 2024.
Elke eerste dinsdag van de maand (met uitzondering van augustus) worden de inflatievooruitzichten geactualiseerd op basis van de laatst beschikbare informatie.
Volgende update: 4 juli 2023 om 14u.
Nationaal indexcijfer der consumptieprijzen
Om een index met basis 2013 om te zetten naar basis 2004, vermenigvuldig de startwaarde met 1.2240.
Om een index met basis 2004 om te zetten naar basis 2013, vermenigvuldig de startwaarde met 0.8170.
Gezondheidsindex
Om een index met basis 2013 om te zetten naar basis 2004, vermenigvuldig de startwaarde met 1.2077.
Om een index met basis 2004 om te zetten naar basis 2013, vermenigvuldig de startwaarde met 0.8280.
(1) Groeivoet (%) t.o.v. dezelfde maand van het vorige jaar. Vooruitzichten van het Federaal Planbureau zijn in het oranje aangegeven.
(1) Groeivoet (%) t.o.v. dezelfde maand van het vorige jaar. Vooruitzichten van het Federaal Planbureau zijn in het oranje aangegeven.
(2) Tot en met maart 2015 wordt de afgevlakte gezondheidsindex berekend als het viermaandelijks voortschrijdend gemiddelde van de gezondheidsindex. De afgevlakte gezondheidsindex wordt vanaf april 2015 tot de maand voorafgaand aan de overschrijding van de afgevlakte gezondheidsindex door de referentie-index geblokkeerd op het niveau van maart 2015.
(1) Groeivoet (%) t.o.v. dezelfde maand van het vorige jaar. Vooruitzichten van het Federaal Planbureau zijn in het oranje aangegeven.
(1) Groeivoet (%) t.o.v. dezelfde maand van het vorige jaar. Vooruitzichten van het Federaal Planbureau zijn in het oranje aangegeven.
(2) Tot en met maart 2015 wordt de afgevlakte gezondheidsindex berekend als het viermaandelijks voortschrijdend gemiddelde van de gezondheidsindex. De afgevlakte gezondheidsindex wordt vanaf april 2015 tot de maand voorafgaand aan de overschrijding van de afgevlakte gezondheidsindex door de referentie-index geblokkeerd op het niveau van maart 2015.
(1) Groeivoet (%) t.o.v. dezelfde maand van het vorige jaar.
(1) Groeivoet (%) t.o.v. dezelfde maand van het vorige jaar.
(2) Tot en met maart 2015 wordt de afgevlakte gezondheidsindex berekend als het viermaandelijks voortschrijdend gemiddelde van de gezondheidsindex. De afgevlakte gezondheidsindex wordt vanaf april 2015 tot de maand voorafgaand aan de overschrijding van de afgevlakte gezondheidsindex door de referentie-index geblokkeerd op het niveau van maart 2015.
(1) Groeivoet (%) t.o.v. dezelfde maand van het vorige jaar.
(1) Groeivoet (%) t.o.v. dezelfde maand van het vorige jaar.
(2) Tot en met maart 2015 wordt de afgevlakte gezondheidsindex berekend als het viermaandelijks voortschrijdend gemiddelde van de gezondheidsindex. De afgevlakte gezondheidsindex wordt vanaf april 2015 tot de maand voorafgaand aan de overschrijding van de afgevlakte gezondheidsindex door de referentie-index geblokkeerd op het niveau van maart 2015.
Bron: Federaal Planbureau