Gezamenlijke engagementsverklaring tussen de Minister van Financiën en het Itaa

Ondergetekenden, enerzijds de minister Van Financiën, Vincent Van Peteghem, en anderzijds het ITAA, vertegenwoordigd door de heer Bart Van Coile, voorzitter, komen aangaande de fiscale aangifte- en communicatiesystematiek in onderling overleg het volgende overeen:

I. Aangaande de aangiftetermijnen voor de personen- en vennootschapsbelasting en daarbij horende ondersteunende maatregelen

1. Alle betrokkenen zijn gebaat bij een zorgvuldig en doordacht vastleggen van aangiftetermijnen op lange termijn. Dit komt de rechtszekerheid en daaruit voortvloeiend het vertrouwen ten goede zowel in hoofde van de fiscale administratie, de belastingplichtige, als in hoofde van de beroepsbeoefenaar. Het faciliteert tevens een goede planning van de werkzaamheden en waarborgt de kwaliteit van de aangifte.

2. In het kader van o.a. een zelfstandige activiteit is het belangrijk dat de uiterste indieningsdatum in de personenbelasting zich situeert na de uiterste indieningsdatum in de vennootschapsbelasting.

In dit kader wordt ervoor geopteerd om de datum van 30 juni van het aanslagjaar, of 15 juli voor de aangiften in Tax-On-Web, te behouden als principiële uiterste indieningsdatum. In afwijking van dat principe komen we overeen dat, vanaf het aanslagjaar 2023, voor de aangiften van inkomsten uit een zelfstandige activiteit (winsten, baten, bezoldigingen van bedrijfsleiders of aan meewerkende echtgenoten) en uit buitenlandse beroepsinkomsten dat de aangifte in de personenbelasting tot en met 16 oktober van het aanslagjaar tijdig kan worden ingediend en voor de aangifte in de vennootschapsbelasting tot en met 30 september van het aanslagjaar, desgevallend de eerstvolgende werkdag.

Daarenboven zal deze engagementverklaring en de uitvoerende wetten aanleiding geven tot overleg wanneer er een aanpassing gebeurt aan de wetgeving die een impact heeft op de complexiteit van de fiscale aangifte of bijkomende rapporteringen.

Voor de aangiften in de personenbelasting die van een latere indieningsdatum genieten omwille van de inkomsten die erin opgenomen zijn, komen we overeen dat de digitale toepassingen van de FOD Financiën uiterlijk op 30 april worden opengesteld en minstens 5 maanden operationeel beschikbaar zijn. Onverminderd de structurele en ruim op voorhand aangekondigde technische onderhouden, zal operationele onbeschikbaarheid van de toepassingen waarvoor de FOD Financiën verantwoordelijk is, tijdens de laatste veertien dagen van voormelde latere indieningstermijn, aanleiding geven tot overleg voor een uitbreiding van de indieningstermijn inzoverre het aantal ingediende aangiften tegen 30/09 een voldoende percentage heeft bereikt (80%).Voor diezelfde aangiften en om de spreiding van die aangiften optimaal te ondersteunen, zal – zoals bij de vennootschapsbelasting vandaag al het geval is en ook zal worden bestendigd –een tussentijdse indieningsdatum worden gehanteerd, waaraan de stimulans wordt gekoppeld van vroegtijdige terugbetaling

ingeval van een terug te betalen saldo. Ten aanzien van de bedoelde aangiften met een belastingschuld zal de neutraliteit ten aanzien van de indieningsdatum verzekerd worden door de aangiften in te kohieren na het verstrijken van de uiterste indieningsdatum.

Om de overgang naar 30 september in de vennootschapsbelasting en 16 oktober in de personenbelasting te realiseren, zal worden gewerkt met een overgangsregeling, die voor het aanslagjaar 2023 wettelijk zal worden verankerd als volgt: de aangifte vennootschapsbelasting dient tegen uiterlijk 9 oktober 2023 te worden ingediend en de aangifte in de personenbelasting dient tegen uiterlijk 18 oktober 2023 te worden ingediend.

Met het oog op de nodige transparantie en om alle betrokkenen de kans te bieden een goede organisatorische planning op te zetten, zal dit inkortingstraject bij de ondertekening van deze verklaring publiek bekend worden gemaakt.

3. Om tegemoet te komen aan de problemen die de leden van het ITAA ervaren in de aanloop naar het verstrijken van de latere indieningstermijn, beogen we een wettelijk verankerde verplichting in hoofde van de belastingplichtige om de documenten, onderliggend aan de aangifte in de personenbelasting, uiterlijk ter beschikking te stellen op 15 juli voorafgaand aan de uiterste indieningsdatum van de aangifte. Dergelijke verplichting is dienstig teneinde te remediëren aan de problematiek van erg laat aangeleverde onderliggende documenten ter voorbereiding van de aangifte.

4. Tevens beogen we wettelijk te bevestigen dat ernstige redenen en overmacht een basis vormen voor de toekenning van een individueel uitstel in hoofde van de economische beroepsbeoefenaar en de meest voorkomende gevallen in een exemplatief koninklijk besluit op te sommen.

De inhoud van dat koninklijk besluit, en meer bepaald wat als ernstige redenen en overmacht kwalificeert, zal onderhevig zijn aan voorafgaand overleg met het ITAA. Bij de bespreking van wat “ernstige redenen” omvatten, zal rekening worden gehouden met de situatie waarin ITAA-leden kunnen aantonen dat de voorbereiding en indiening van welbepaalde aangiften bovenmatig veel werkuren in beslag nemen omwille van de complexiteit van de achterliggende fiscale wetgeving.

II. Aangaande de communicatie tussen de FOD Financiën en het ITAA

5. Zoals vele organisaties werken de FOD Financiën en ITAA ieder op hun domein aan een digitaliseringstraject. Bij de lancering en de operationalisering van nieuwe digitale toepassingen die de FOD Financiën voorbereidt om haar dienstverlening ten aanzien van de belastingplichtigen en hun mandatarissen te verbeteren, is het van belang om met het ITAA hierover tijdig en op regelmatige basis, bij de voorbereiding van het project, overleg te plegen, toelichting te verstrekken en feedback te vragen en eventueel de noden van het beroepenveld te integreren. Met het oog op het maximaliseren van het win-win principe kunnen voor de projecten waar dit mogelijk is, de IT-toeleveranciers betrokken worden met het oog op het realiseren van de technische complementariteit.

6. In de weergave van de berichten en de documenten die via het MyMinfin-platform voor de toekomst worden ter beschikking gesteld, is het van belang om het fiscaal

identificatienummer steeds zichtbaar te vermelden teneinde de vlotte verwerking van alle berichten en documenten waartoe het lid van het ITAA namens zijn cliënten toegang heeft, mogelijk te maken.

Naast het optimaliseren van de werking van het MyMinfin-platform zal een gedachtenwisseling georganiseerd worden, hoe andere platformen zoals bijvoorbeeld de werking van de e-box, kunnen geïntegreerd worden en bijdragen aan een optimale kantoororganisatie van een beroepsbeoefenaar.

7. In het kader van een optimale toegankelijkheid van de diensten van de FOD Financiën, zal deze laatste wijzigingen in haar fysieke en digitale bereikbaarheid en wijzigingen in de communicatie of de communicatiekanalen tijdig en voorafgaandelijk aan de inwerkingtreding van de wijzigingen met het ITAA aftoetsen op de praktische haalbaarheid van die wijzigingen. Een regelmatige post-evaluatie van de digitale communicatiekanalen zal gebeuren om de operationele werkzaamheden te optimaliseren.

8. Er zal daarnaast op korte termijn een specifieke regeling voor communicatie (waaronder telefonie) met professionelen (waaronder de ITAA-leden) worden opgezet. Dit zal de dialoog en de vlotte samenwerking tussen het beroepenveld en de Administratie ten goede komen.

9. De ondertekenende partijen erkennen de problematiek van de mandaten- en het rollenbeheer.

10. De plannen en het belang van het ITAA-mandaat wordt hierbij nogmaals bevestigd en de inzet voor de administratieve vereenvoudiging omarmd.

11. De ondertekenende partijen engageren zich om de Taxcificatievergaderingen verder te zetten waarbij o.a. spoed wordt gezet om een oplossing te vinden voor de problematiek van de fiches, de intresten op de debetstand e.d.m.

Wij beogen dat titel II operationeel zal zijn uiterlijk bij de verwerking van de ingediende aangiften betreffende het aanslagjaar 2023.

Gedaan te Brussel, op 16 september 2022