In ons land worden zo’n 140.000 kwetsbare personen bijgestaan door een bewindvoerder. De overgrote meerderheid van die bewindvoerders doet dat in eer en geweten. Een wetsontwerp van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne pakt de kleine groep van nalatige, buitensporige en frauduleuze bewindvoerders aan. In het verleden kwamen verschillende voorbeelden van wanpraktijken bij bewindvoeringsdossiers aan het licht, waarbij kwetsbare personen te weinig geholpen worden of zelfs nog dieper in de problemen raakten.Het wetsontwerp werd reeds goedgekeurd door de ministerraad en wordt al een eerste keer besproken in het parlement.
Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: “Bewindvoerder zijn van een kwetsbaar persoon is een heel belangrijke taak. Heel veel bewindvoerders in ons land voeren die in eer en geweten zeer goed uit. Dat enkele rotte appels hun cliënten nog dieper in de miserie duwen door wanbeheer of misbruik maken van de situatie om zichzelf te verrijken, is onaanvaardbaar. Die moeten er onherroepelijk uit. We hebben de vrederechter al beter gewapend met het digitale bewindvoeringsdossier.. De volgende stap is nu de hervorming van regels en het wettelijk kader. We zorgen voor een nationaal register met enkel erkende professionele bewindvoerders. We stellen duidelijke controlemechanismen en tuchtregels in. We zorgen voor een transparante tarifering. Tot slot zorgen we ervoor dat familieleden de rol van bewindvoerder op zich kunnen nemen.”
(1) meer kiezen voor een beter ondersteunde familiale bewindvoerder,
(2) een lijst van erkende professionele bewindvoerders,
(3) meer controle en sanctiemogelijkheden en
(4) een transparante tarifering.
Als beschermingsmaatregel hebben sommige personen hulp en begeleiding nodig bij het nemen van bepaalde beslissingen in hun leven. Dit gaat onder andere om maatschappelijk kwetsbare personen, mensen met een beperking of ouderen die kampen met dementie. Het is de vrederechter die, onder meer op basis van een medisch en psychologisch verslag, nagaat of de persoon nog in staat is om rationele beslissingen te maken over zichzelf en diens financiën. Indien de rechter oordeelt dat dit niet of niet meer het geval is, wordt een bewindvoerder aangesteld. Dit kan een familielid of een professioneel bewindvoerder zijn. Deze persoon moet in eer en geweten beslissingen nemen in plaats van de te beschermen persoon.
De meerderheid van de bewindvoerders levert uitstekend werk en handelt uitsluitend in het belang van de te beschermen persoon. Toch zijn er gevallen bekend van slechte verstandhoudingen en nalatigheid, excessen en zelfs fraudepraktijken door bewindvoerders. Zo komt het voor dat te beschermen personen of hun familie onvoldoende op de hoogte zijn van wat de professionele bewindvoerder doet of beslist. Dit leidt tot frustraties en onenigheid en betrokkenen die zich in de steek gelaten voelen. Daarnaast wordt in het huidige systeem vaak voor professionele bewindvoerders gekozen terwijl deze taak in bepaalde gevallen even goed door een familielid vervuld zou kunnen worden.
Ook nalatigheid door een bewindvoerder blijkt in sommige gevallen een probleem. Dit kan bijvoorbeeld gaan om bewindvoerders die facturen van hun cliënten niet of laattijdig betalen en aanmaningskosten simpelweg doorrekenen aan de cliënt. Er komen eveneens gevallen van frauduleuze praktijken aan het licht, waarbij ten onrechte geldsommen van rekeningen verdwijnen of exuberant hoge onkosten zeer intransparant worden doorgerekend.
Het tariferingsysteem waarbij 3% van het inkomen van de te beschermen persoon mag gehanteerd worden als bezoldiging, zorgt ervoor dat er moeilijker professionele bewindvoerders worden gevonden voor kwetsbare personen met een laag inkomen. Bovendien laat de mogelijkheid om onbeperkt kosten aan te rekenen te veel ruimte voor excessen.
Heel wat van deze problemen werden in 2019 door de Hoge Raad voor Justitie in een audit opgelijst. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne ging aan de slag met deze aanbevelingen om het systeem van bewindvoering te hervormen.
Zo werd het gerechtelijk beschermingsdossier sinds juni 2021 volledig gedigitaliseerd. Sindsdien kunnen beschermde personen en hun familieleden een volledig en duidelijk overzicht van alle beslissingen van de vrederechter en bewindvoerder opvolgen op Just-on-web. Zo verhoogt in de eerste plaats de transparantie. Bovendien kunnen de betrokkenen hun dossier sindsdien thuis raadplegen of op de griffie van het vredegerecht, bijgestaan door een griffiemedewerker. Deze digitalisering zorgde er ook voor dat de administratieve werklast van de vredegerechten verlaagd werd en laat hen toe grondigere controle op het werk van de bewindvoerder uit te oefenen.
In een tweede fase wordt nu het juridisch kader rond professionele bewindvoering aangepakt. Minister Van Quickenborne stelde een expertengroep aan onder leiding van professor Tim Wuyts van de universiteit van Hasselt. Op basis van de aanbevelingen van deze expertengroep werd een wetsontwerp uitgewerkt dat een einde moet maken aan de voorgenoemde problemen. De krijtlijnen zijn (1) meer kiezen voor een beter ondersteunde familiale bewindvoerder, (2) een lijst van erkende professionele bewindvoerders, (3) meer controle en sanctiemogelijkheden en (4) een transparante tarifering.
Zo zal een vrederechter steeds eerst moeten nagaan of er een familielid of iemand met een nauwe band als bewindvoerder kan worden aangesteld. Familieleden of dichte vrienden kennen de noden van de te beschermen personen immers het best, hebben meestal een sterke vertrouwensband en hoeven niet altijd bezoldigd te zijn. In tegenstelling tot het oude systeem, zal er voortaan ook gekozen kunnen worden voor een niet-familielid met een nauwe band als bewindvoerder. De vrederechter kan enkel beslissen om een professionele bewindvoerder aan te stellen op basis van de volgende criteria: bij conflictueuze familiebanden, erg complexe dossiers of indien er geen geschikte familiale bewindvoerder wordt gevonden. Daarnaast wordt ingezet op betere ondersteuning van familiale bewindvoerders met onder meer opleiding, infosessies en loketten waar men terecht kan. Zo is er reeds het succesvolle initiatief van Steunpunt Bewindvoering actief in West-Vlaanderen en werd het ondertussen al overgenomen in Oost-Vlaanderen, Leuven en Antwerpen.
Er komt ook een nationaal register van erkende professionele bewindvoerders. Advocaten die bewindvoeringsopdrachten willen uitoefenen, zullen zich moeten inschrijven in dit register en aan tal van voorwaarden voldoen. Men moet een opleiding tot bewindvoerder en een opleiding over hoe om te gaan en te communiceren met kwetsbare personen hebben gevolgd. Men mag geen eerdere tucht- of strafsancties hebben opgelopen. Men moet de deontologische code onderschrijven. Daarnaast worden adviezen gevraagd aan de balie, de voorzitter van de vrederechters en de FOD Justitie over de voorgeschiedenis, bekwaamheid en onafhankelijkheid van de aanvrager. Als deze adviezen positief zijn, kan een professioneel bewindvoerder worden toegevoegd aan het register.
Daarnaast worden het toezicht, de controle en de tuchtregeling fors aangescherpt. Zo moeten vrederechters en de ordes van advocaten aanwijzingen van inbreuken of fraude steeds melden zodat er kan overgegaan worden tot schrapping uit het register. Alle professionele bewindvoerders opgenomen in de lijst zullen tweejaarlijks opnieuw worden geëvalueerd. Wie wordt geschrapt, mag het beroep van professionele bewindvoerder niet meer uitoefenen en dat voor de periode van 10 jaar. Alle lopende bewindvoeringsdossiers worden dan overgeheveld naar de vrederechter, die vervolgens een andere bewindvoerder aanstelt.
Ook komt er een duidelijk en transparant kader inzake tarifering. In het huidige systeem kunnen professionele bewindvoerders 3% van het inkomen van de te beschermen personen hanteren als bezoldiging maar eveneens onbeperkt onkosten aanrekenen. Dit zet de deur open voor excessen. Daarom voorziet het wetsontwerp een basisbedrag van 1000 euro per jaar voor de prestaties, inclusief de kosten. Daarnaast kan een bijkomende vergoeding toegekend worden bij meer vermogende personen die complexere zaken te beheren hebben. Wat als inkomen wordt beschouwd en waarop die bijkomende vergoeding kan worden gebaseerd, zal bovendien worden vastgelegd bij koninklijk besluit. Zo worden excessen vermeden, komen wanpraktijken sneller aan het licht en kan men desgevallend onmiddellijk overgaan tot schrappingen uit het register.
Bron : Team Justitie, pers, 25 september 2023 - imago :freepik.