Het derde syntheserapport evalueert de voortgang van de uitvoering van het federaal klimaatbeleid (2024)

Het derde syntheserapport, dat de periode van juli 2023 tot juni 2024 bestrijkt, analyseert de voortgang van de federale beleidslijnen en maatregelen, hun impact en de financiering.

Ook haalt het rapport mogelijke ondervonden obstakels aan en toekomstige perspectieven voor de verdere ontwikkeling van deze maatregelen.

Hier zijn enkele aandachtspunten uit deze analyse.

Achtergrond - versterking van de opvolging van het federale klimaatbeleid

In uitvoering van de Green Deal, de Europese klimaatwet en de Overeenkomst van Parijs had de federale regering als doel de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 te verminderen met ten minste 55% ten opzichte van 1990. Om het federale beleid centraal op te volgen, werd een governancesysteem geïmplementeerd. De bevoegde ministers hebben hiertoe 39 roadmaps bezorgd aan de federale regering, met daarin geplande beleidslijnen en maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen in tien actiedomeinen: fiscaliteit en financiën, energie, transport en mobiliteit, economie, overheidsgebouwen, werking van overheidsbedrijven, internationale samenwerking, klimaatgovernance, adaptatie, en onderzoek.

Deze domeinen zijn de basis van een jaarlijkse monitoringcyclus voor de operationalisering, evaluatie en bijsturing van het beleid, waarvan dit syntheserapport de jaarlijkse weerspiegeling is. Het syntheserapport 2024 beschrijft de federale, nationale en internationale context van het klimaatbeleid, de stand van zaken per roadmap en analyseert de impact van de roadmaps op de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, de financiering, en de voortgang van de uitvoering.

De goedkeuring van de federale wet van 15 januari 2024 betreffende de organisatie van het federale klimaatbeleid markeert dan een belangrijke mijlpaal. Deze wet verankert de federale beleidscyclus en zorgt voor de systematische opvolging en evaluatie van ondernomen acties. De wet voorziet ook in de oprichting van een onafhankelijke wetenschappelijke Klimaatraad en een federale Taskforce Energie en Klimaat. Deze zullen zorgen voor een versterking van de opvolging van de uitvoering van het beleid. Ook wordt een mechanisme ingevoerd voor de opvolging van het gebruik van de federale inkomsten uit de veilingen van emissierechten (ETS) voor de financiering van klimaatprojecten.

Energie

Er werden belangrijke stappen gezet om de energiebevoorradingszekerheid te garanderen en de energietransitie te ondersteunen. De goedkeuring van de wet op productnormen voor hernieuwbare energiebronnen in motorbrandstoffen en de publicatie van de waterstofwet versterken de positie van België op de Europese waterstofmarkt. Sommige projecten, zoals de ontwikkeling van waterstofinfrastructuur en de uitbreiding van offshore capaciteit in de Noordzee, lopen echter vertraging op.

Fiscaliteit

Er werden stappen gezet in de vergroening van de fiscaliteit. Zo werd het btw-tarief voor bepaalde milieuvriendelijke installaties verlaagd en werd het belastingregime voor investeringsaftrek aangepast.

De gedeeltelijke verlaging van de accijnzen op elektriciteit, gecompenseerd door een verhoging van de accijnzen op fossiele brandstoffen, helpt om het belastingstelsel af te stemmen op klimaat- en milieudoelstellingen.

Mobiliteit

De transportsector blijft één van de grootste uitdagingen, met een blijvende stijging van de uitstoot van broeikasgassen. Ondanks de goedkeuring van de Spoorvisie 2040 en de uitvoering van het federale fietsactieplan zijn bijkomende inspanningen noodzakelijk om de modal shift te stimuleren en gedeelde mobiliteit te bevorderen.

De modernisering van het goederenvervoer per spoor vordert, maar er waren vertragingen bij de implementatie van Europese regelgeving inzake duurzame vliegtuigbrandstoffen en de vermindering van scheepvaartemissies.

Circulaire economie en federale overheidsgebouwen

De transitie naar een circulaire economie vordert dankzij initiatieven zoals het Federaal Actieplan Circulaire Economie en de implementatie van Europese regelgeving, met name de batterijverordening en de Ecodesign-richtlijn. De richtlijn inzake groene claims is ook ingevoerd om consumenten te helpen duurzamere keuzes te maken. De stijgende energie- en materiaalkosten wegen echter ook op bepaalde projecten, zoals die voor de renovatie van federale overheidsgebouwen.

Bijkomende investeringen zijn dus nodig om de energie-efficiëntie van federale overheidsgebouwen te verbeteren, vooral op het vlak van de infrastructuur.

Internationale samenwerking

België intensiveert zijn acties op internationaal niveau met een verhoging van het budget voor internationale klimaatfinanciering tot 2024. De samenwerking tussen de Dienst Klimaatverandering van de FOD Volksgezondheid en de Directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking van de FOD Buitenlandse Zaken wordt versterkt, met bijzondere aandacht voor de minst ontwikkelde landen en partnerlanden in Afrika.

Adaptatie

De federale regering heeft een kader opgezet voor klimaatadaptatiemaatregelen, gericht op het opbouwen van een klimaatbestendige samenleving tegen 2050. De coördinatie tussen gewestelijke en federale plannen blijft echter complex, ondanks de verbeterde mapping van de klimaatrisico’s en de toenemende impact ervan.

De oprichting van het Centrum voor Risicoanalyse van Klimaatverandering (CERAC) en de samenwerking met het Belgische Klimaatcentrum maken het mogelijk om klimaat- en milieurisico's beter te begrijpen en te beheren.

Uitdagingen en perspectieven

In het kader van deze derde beleidscyclus zijn er, hoewel er vooruitgang is geboekt bij de uitvoering van bepaalde beleidsmaatregelen, aanpassingen en versterkingen nodig om aan de overeengekomen engagementen na te komen. Het staat nu al vast dat bepaalde zullen moeten herzien worden op basis van het beschikbare budget en beleidsontwikkelingen op Europees niveau.

De komende jaren zullen beslissend zijn om het ambitieniveau van het federale klimaatbeleid te verhogen.

Mots clés

Articles recommandés

Update EU-lijst van niet‑coöperatieve jurisdicties op belasting­gebied : 11 landen

Verslag over de uitvoering en handhaving van het handelsbeleid van de EU