Het overheidstekort is een drievoudige belasting!

Het overheidstekort, te vaak verbannen naar de economische pagina's van de kranten, is in werkelijkheid een tijdbom.

In België vormt het een des te crucialere uitdaging omdat het verloren gaat in de kronkels van onze institutionele lasagne, een mengeling van federale, regionale en communautaire entiteiten, waardoor het even ondoorzichtig is om te lezen als om te behandelen. Toch schuilt achter dit complexe concept een meedogenloze realiteit: het overheidstekort fungeert als een drievoudige belasting, waarvan de effecten, hoewel verraderlijk, het heden blijvend tekenen en de toekomst hypothekeren. Ontcijfering.

Het overheidstekort begrijpen: een Belgische specificiteit

Het overheidstekort vertegenwoordigt het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de overheid. Met andere woorden, het is het bedrag dat we meer uitgeven dan we hebben. Maar in België, zoals zo vaak, zijn de dingen nooit eenvoudig.

Ten eerste is er entiteit I: de federale staat en de sociale zekerheid, die een meerderheid van de inkomsten concentreren (btw, personenbelasting) en centrale uitgaven beheren, zoals pensioenen en gezondheidszorg. Vervolgens komt entiteit II: Gewesten, Gemeenschappen en lokale overheden, die moeten jongleren met specifieke bevoegdheden maar vaak beperkte middelen. Deze versnippering maakt elke coördinatie moeilijk en verergert de onevenwichtigheden.

De cijfers van de ongerustheid

België heeft een overheidstekort van 5,1% van het bbp in 2023, oftewel ongeveer 30 miljard euro, en een overheidsschuld van meer dan 115% van het bbp. Nog somberdere voorspellingen kondigen een tekort aan van 7% tegen 2030, waardoor de schuld explodeert tot bijna 130% van het bbp. Zonder krachtig optreden zou deze financiële afgrond onze capaciteit om openbare diensten en essentiële infrastructuur te financieren rechtstreeks kunnen bedreigen.

De drievoudige belasting van het overheidstekort

Achter de schijnbare abstractie van de cijfers fungeert het tekort als een onzichtbare last, die zich op drie manieren manifesteert: via de rente op de schuld, de anticipatieve belasting van toekomstige generaties en de monetaire erosie.

1. De onmiddellijke belasting: de last van de rente

Er was een tijd dat lenen bijna magisch leek. Tijdens de Covid-crisis waren de rentetarieven zo laag dat ze de illusie gaven van een gratis, zelfs rendabele schuld. Maar de realiteit heeft ons ingehaald.

Vandaag de dag verzwaart de rentestijging de rentelast. In België kosten deze elk jaar meerdere miljarden euro's - evenveel geld dat zou kunnen worden geïnvesteerd in de gezondheidszorg, het onderwijs of de ecologische transitie. Kortom, lenen om het heden te financieren, is investeren in de toekomst opofferen. Het niet aanpakken hiervan is gewoon een afschuwelijke daad ten koste van toekomstige generaties die hun perspectieven zullen zien worden verteerd door het verleden.

2. De uitgestelde belasting: de schuld van toekomstige generaties

Lenen is ook een verbintenis aangaan om terug te betalen. En deze terugbetaling is gebaseerd op toekomstige inkomsten, dus op de belastingen van degenen die niets hebben besloten. Het overheidstekort wordt zo een anticipatieve bijdrage van toekomstige generaties, die wordt opgevangen om het onmiddellijke welzijn te financieren.

Het is een spiegel van onze instant-samenleving: we geven de voorkeur aan onmiddellijke effecten, zonder ons zorgen te maken over de gevolgen op lange termijn. Kunnen we duurzaam functioneren zoals we dat doen met de pensioenen, waarbij de bijdragen van vandaag beloften van gisteren financieren, ook al maakt dat het systeem onhoudbaar voor morgen? Hetzelfde geldt voor onze onverzadigbare honger naar sociale zekerheid: kunnen we accepteren dat we vandaag alles beschermen met het risico dat we morgen veel minder beschermen?

3. De monetaire belasting: de erosie van het vertrouwen

Ten slotte verzwakt het overheidstekort een essentiële pijler van de economie: de munt. Het vertrouwen in een munt is gebaseerd op de stabiliteit en het vermogen om zijn rol als maatstaf te spelen. Wanneer een land zich overmatig in de schulden steekt, riskeert het dit vertrouwen te ondermijnen, met cascadegevolgen: wantrouwen van investeerders en handelspartners en een ongecontroleerde inflatie, waarbij de munt zijn reële waarde verliest ten opzichte van de prijsstijgingen.

Deze monetaire erosie treft spaarders rechtstreeks, wiens kapitaal koopkracht verliest. Dit is des te zorgwekkender omdat alternatieven zoals cryptocurrencies aan populariteit winnen, een weerspiegeling van een duidelijk signaal: burgers en markten zullen een dergelijke onevenwichtigheid niet eindeloos tolereren, waardoor de gevaren van ontwrichting worden versterkt.

De illusie van onbegrensde welvaart

Het overheidstekort is geen fataliteit, maar een keuze. De keuze om de economische realiteiten te negeren ten gunste van een illusoire welvaart. Toch zou de Belgische burger, net als een kind dat te veel chocolade eet, kunnen lijden aan een publieke vergiftiging, waarbij de schadelijke effecten van een ongecontroleerd tekort zich vertalen in een economische en sociale achteruitgang... vanaf morgen!

Belasting, ondanks zijn slechte reputatie, blijft de hefboom van onze vooruitgang. Maar deze vooruitgang moet plaatsvinden binnen een duurzaam kader. Als we een aangekondigde ineenstorting willen vermijden, is het dringend noodzakelijk om ons begrotingsbeheer te heroverwegen, structurele hervormingen te bevorderen en collectief de nodige inspanningen te leveren. Want in dit geval, zoals in zoveel andere, zou de illusie van vandaag wel eens de nachtmerrie van morgen kunnen worden.

Deze opinie werd ook gepubliceerd in La Libre

Mots clés

Articles recommandés

Is het tijd om de budgettaire uitdaging eindelijk serieus aan te pakken?

Laten we de ongelijkheden in managementmaatschappijen demystificeren!

Vastgoed 2024: stabiele verkooptrend met naar verwachting een lichte prijsstijging