Vandaag zien we overal verwijzingen naar deglobalisering: in de media, in resultaatbesprekingen van bedrijven en zelfs in toespraken van centrale bankiers. Gezien de verstoringen tijdens de COVID-19-crisis en andere recente ongunstige ontwikkelingen, is het uiteraard geen verrassing dat bedrijven en regeringen manieren zoeken om toeleveringsketens schokbestendiger te maken. Maar in welke mate neemt dit de vorm aan van een actieve terugtrekking uit de internationale handel en de wereldwijde waardeketens? Nemen we al een echte deglobalisering waar, of moeten we die binnenkort verwachten?
Ook vóór de coronacrisis was de globalisering al aan het afvlakken. Verschillende factoren die de spectaculaire opkomst van mondiale waardeketens sinds het midden van de jaren ’80 hadden gestimuleerd, hebben intussen aan kracht verloren. Dat geldt zo voor de revoluties in ICT en de transportsector, de loonverschillen tussen geavanceerde en opkomende economieën en de algemene bereidheid om de handel verder vrij te maken. Enigszins tegen de verwachtingen in, bleken de mondiale waardeketens tijdens de pandemie relatief veerkrachtig te zijn. Desondanks bereikte de druk op de toeleveringsketens recordniveaus en bleef ze sindsdien door nieuwe schokken hoog. Om hun kwetsbaarheden in de toeleveringsketen aan te pakken, hebben bedrijven tot nu toe eerder gekozen voor veranderingen in voorraadbeheer en diversificatie van leveranciers dan voor verregaande near- of reshoringstrategieën (wat wil zeggen dat ze hun volledige toeleveringsketen terug naar of dichter bij het thuisland zouden halen). Als gevolg van de oorlog in Oekraïne en de bijbehorende sancties tegen Rusland, hebben westerse bedrijven hun activiteiten in Rusland teruggeschroefd of zelfs volledig stopgezet.
Minstens drie belangrijke krachten zullen de toekomst van de globalisering bepalen: nieuwe (digitale) technologieën, de klimaatagenda en, waarschijnlijk het belangrijkst, geopolitiek. Terwijl de impact van de eerste twee factoren onzeker is, zal het toenemende belang van geopolitieke overwegingen bij beleidsmakers de handelsvolumes en de reikwijdte van waardeketens negatief beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan beslissingen over strategische sectoren of producten, de nationale veiligheid en het nationale concurrentievermogen. Toch lijkt een snelle deglobalisering voorlopig niet erg waarschijnlijk, tenzij er zich ernstige langdurige geopolitieke schokken voordoen. We verwachten dus geen einde van de globalisering, maar wel een aanpassing ervan. Die zal zeker gepaard gaan met een zorgvuldiger risicobeheer en misschien ook met meer regionalisme en friendshoring (waarbij toeleveringsketens verplaatst worden naar bevriende landen).