Moet de voorziening voor vakantiegeld verhoogd worden met dezelfde indexatie als de indexatie van de lonen?

  1. De volgende situatie wordt beschreven:

    Gelet op de automatische indexatie van de lonen vanaf 1/1/2023, wordt de vraag gesteld of het vakantiegeld dat in mei wordt uitbetaald eveneens dient te worden geïndexeerd met zo’n 10%? Gelet op het feit dat het vakantiegeld berekend wordt op prestaties geleverd in vorig boekjaar, zou gesteld kunnen worden dat een indexatie niet van toepassing is. Echter in reële termen zou men kunnen stellen dat personeel op deze manier benadeeld wordt en een reëel verlies lijdt?

  2. Het ICCI kan aangeven dat niettegenstaande het vakantiegeld wordt berekend op prestaties geleverd in het vorig boekjaar, er best rekening wordt gehouden met het feit dat het vakantiegeld voor 2023 sowieso wordt berekend op een hoger loon als gevolg van de veelvuldige en hoge indexeringen in het jaar 2022.
  3. Inzake het specifiek percentage van de voorzieningen voor vakantiegeld die in de balansen op
    31 december 2022 dienen te worden geboekt, wenst het ICCI nog mee te geven dat de Administratie der directe belastingen naar jaarlijkse gewoonte deze specifieke percentages goedkeurt en publiceert. Deze zullen naar onze mening gezien het voorgaande effectief hoger liggen dan vorig jaar.
  4. Wat betreft het al dan niet rekening houden met de indexatie van vakantiegeld in de balansen op
    31 december 2022, bepaalt artikel 3:11, tweede lid van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen het volgende:

    Er moet rekening worden gehouden met alle voorzienbare risico's, mogelijke verliezen en ontwaardingen, ontstaan tijdens het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft of tijdens voorgaande boekjaren, zelfs indien deze risico's, verliezen of ontwaardingen slechts gekend zijn tussen de balansdatum en het ogenblik waarop de jaarrekening door het bestuursorgaan van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting wordt opgesteld. In de gevallen waarin, bij gebreke aan objectieve beoordelingscriteria, de waardering van de voorzienbare risico's, de mogelijke verliezen en de ontwaardingen onvermijdelijk aleatoir is, wordt hiervan melding gemaakt in de toelichting, wanneer de betrokken bedragen rekening houdend met de doelstelling van artikel 3:1, eerste lid, belangrijk zijn.

    Er moet rekening worden gehouden met de kosten en de opbrengsten die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren, ongeacht de dag waarop deze kosten en opbrengsten worden betaald of geïnd, behalve indien de effectieve inning van deze opbrengsten onzeker is. Ten laste van het boekjaar moeten inzonderheid worden geboekt: het geraamde bedrag van de belastingen op het resultaat van het boekjaar of op het resultaat van vorige boekjaren, alsmede de bezoldigingen, uitkeringen en andere sociale voordelen die in de loop van een volgend boekjaar zullen worden betaald voor diensten die tijdens het boekjaar of tijdens vorige boekjaren zijn verricht. Wanneer de opbrengsten of de kosten in belangrijke mate worden beïnvloed door opbrengsten of kosten die aan een ander boekjaar moeten worden toegerekend, wordt daarvan melding gemaakt in de toelichting.”.

  5. Aangezien er in voormelde paragraaf wordt gesteld dat ten laste van het boekjaar de sociale voordelen dienen te worden geboekt die in de loop van een volgend boekjaar zullen worden betaald voor diensten die tijdens het boekjaar of tijdens vorige boekjaren zijn verricht ( [1] ) en vermits het indexatie-effect op het vakantiegeld niet aleatoir ( [2] ) is, raadt het ICCI aan om de voorziening voor vakantiegeld te verhogen met de indexatie zoals deze bekend is op het einde van het jaar.
  6. Tot slot wenst het ICCI uw aandacht te vestigen op het feit dat dit onderwerp momenteel in behandeling is bij de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN). Het ICCI adviseert derhalve de actualiteit van het CBN te volgen.



(
[1] ) Cf. aangaande vakantiegeld eveneens CBN-advies 148/2 – Vakantiegeld, https://www.cbn-cnc.be/nl/adviezen/vakantiegeld.

( [2] ) Cf. aangaande te term “aleatoir” eveneens CBN-advies 107-7 – Risico’s en verliezen waarvan de waardering aleatoir is, https://www.cbn-cnc.be/nl/adviezen/risicos-en-verliezen-waarvan-de-waardering-aleatoir-is:

De termen « onvermijdelijk aleatoire waardering » (…) duiden erop dat de omvang van een wel omschreven, voorzienbaar risico of verlies niet slechts onzeker is, maar dat deze onzekere omvang bovendien volstrekt «onbepaalbaar» is bij gebreke aan objectieve beoordelingscriteria.

Bron : informatiecentrum voor het bedrijfsrevisoraat, juli 2023

Mots clés

Articles recommandés

Flexi at work : hoe en waarom deze nieuwe onlinedienst gebruiken ?

Loonindexering: terug naar normaal?

Bijna 15% van de werknemers heeft een bedrijfswagen