• FR
  • NL
  • EN

Nieuwe tarieven voor de vergoeding voor privékopie vanaf 1 april 2022

Op 1 april 2022 treedt een nieuw koninklijk besluit over de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik in werking. Dat besluit brengt wijzigingen aan in de tarifering van de vergoeding en in de lijst van apparaten en dragers waarop de vergoeding wordt geïnd. Er wordt nu rekening gehouden met nieuwe technologieën en consumentengedrag die zijn geëvolueerd sinds 2013, de datum van het vorige besluit.

Wat is de vergoeding voor privékopie?

Auteursrechten en naburige rechten zijn inkomsten die verband houden met de exploitatie van een werk of een prestatie. De vergoeding voor privékopie is een vorm van inkomsten uit auteursrechten of naburige rechten, naast andere inkomsten voor auteurs, kunstenaars, producenten en uitgevers. Het gebruik van een werk of prestatie is normaliter onderworpen aan hun toestemming, maar de wet voorziet in uitzonderingen op de verplichting om toestemming te vragen. Een van die uitzonderingen betreft de privékopie, d.w.z. een kopie gemaakt door een natuurlijke persoon voor privégebruik, en zonder enig direct of indirect commercieel oogmerk. De rechthebbenden kunnen zich niet verzetten tegen dergelijke kopieën, en in ruil voor het feit dat zij hun toestemming niet te gelde kunnen maken, ontvangen zij een vergoeding die wordt geheven op de apparaten en dragers die worden gebruikt om kopieën voor privégebruik te maken. Dat is een aanzienlijke bron van inkomsten, gezien het grote aantal apparaten en dragers waarmee privékopieën worden gemaakt.

Wat is een “privékopie” nu precies?

De privékopieën die we maken kunnen veel vormen aannemen: het kan gaan om een aangekocht muziekalbum dat is gekopieerd naar een tweede cd om thuis of in de auto te beluisteren, een film op tv die is opgenomen om later te bekijken, een afspeellijst die op een smartphone is opgeslagen om zonder internetverbinding te beluisteren, series die legaal op uw computer zijn gedownload en gekopieerd naar een back-up harde schijf, een digitaal boek dat u hebt gekopieerd op een e-reader, met hoofdstukken die u hebt uitgeprint of bewaard op een USB-stick, enz.

Met al die voorbeelden van apparaten en dragers kunnen privékopieën worden gemaakt, en een klein deel van hun aankoopprijs dient dan ook om auteurs, kunstenaars, producenten en uitgevers te vergoeden.

Wat is de concrete weerslag van de vergoeding voor privékopie op de aankoop van een apparaat of een drager waarop de vergoeding voor privékopie van toepassing is?

De vergoeding voor privékopie wordt betaald op basis van een welbepaald bedrag voor elk type apparaat en drager waarmee privékopieën kunnen worden gemaakt. Degenen die betrokken zijn bij de commercialisering van die apparaten en dragers moeten de vergoeding betalen. Daarna, rekenen zij die kosten door aan de consument die de apparaten koopt.

De bedragen schommelen tussen 0,10 euro (voor een cd) tot 6,00 euro (voor sommige apparaten zoals een dvd-recorder) per eenheid, afhankelijk van het soort apparaat of drager. Voor een consumentencomputer, een tablet of een smartphone bijvoorbeeld is het bedrag vastgesteld op 4,00 euro. Voor een USB-stick, een geheugenkaart of een e-reader is dat 1,00 euro. U kan de volledige tarievenlijst raadplegen in het koninklijk besluit.

Voor de overgrote meerderheid van de verschillende apparaten en dragers wordt momenteel reeds een vergoeding voor privékopie geheven. De verhoging van de tarieven, die sinds 2013 niet meer werden aangepast, zou over het geheel genomen voor de consument vrij onmerkbaar moeten zijn. De vergoeding bedraagt slechts enkele euro’s, wat nog vrij weinig is in vergelijking met de aankoopprijs van een apparaat of drager. Ter vergelijking: de tarieven voor smartphones bedragen in Nederland 7,30 euro, in Duitsland 6,25 euro en in Frankrijk tussen 4,00 en 14,00 euro, in functie van de opslagcapaciteit.

Hoe zit het met de vergoedingen voor privékopieën in de buurlanden?

Na de herziening van de tarieven in België, bevindt ons land zich boven het Europese gemiddelde wat betreft de vergoeding voor privékopie die aan de rechthebbenden wordt doorgestort (ongeveer 2,00 euro per jaar en per inwoner). Onze Franse en Duitse buren behoren in dat opzicht tot de landen van Europa die het meest vergoeden (respectievelijk ongeveer 3,87 en 3,71 euro per jaar per inwoner, volgens de cijfers van de Private Copying Global Study 202), terwijl de vergoeding die in Nederland wordt voorzien vergelijkbaar is met die welke in België na de herziening wordt voorzien (1,92 euro per jaar en per inwoner, nog steeds volgens diezelfde studie).

Welke nieuwe apparaten en dragers worden hier bedoeld?

De lijst van apparaten en dragers waarvoor een vergoeding wordt geheven werd aangevuld met de consumentenprinters, de multifunctionele consumentenprinters (bijvoorbeeld met een scanfunctie), de consumentencomputers en de e-readers, die kennelijk worden gebruikt voor privéreproducties. De apparaten die worden gebruikt voor professionele doeleinden worden daarentegen niet beoogd.

Analoge dragers zoals audiocassettes, geluidsbanden en videocassettes vallen daarentegen niet langer onder het nieuwe koninklijk besluit omdat ze nog nauwelijks voor het maken van privékopieën worden gebruikt.

U kan de lijst van apparaten en dragers in het koninklijk besluit terugvinden.

Welke wijzigingen zijn er in de geldende tarieven?

Onder auspiciën van vertegenwoordigers van de Federale minister voor Economie en de FOD Economie, werd over de tarieven overleg gepleegd tussen vertegenwoordigers van consumenten, rechthebbenden en de industrie die de apparaten en dragers waarop de vergoedingen voor kopiëren voor privégebruik van toepassing zijn op de markt brengt. Het akkoord dat werd gevonden werd door de federale regering bekrachtigd.

Ik ben bijzonder verheugd een bijdrage te hebben kunnen leveren aan dit akkoord, dat de betrokken partijen na jaren van onderhandelingen hebben bereikt. Het kopiëren voor privégebruik zal auteurs, uitvoerende kunstenaars en producenten voortaan een billijke vergoeding opleveren, met over het algemeen een vrij onmerkbaar effect voor de consumenten (Pierre-Yves Dermagne, federale minister van Economie).

Voor consumentencomputers geldt voortaan een tarief van 4,00 euro. Zij vielen reeds onder het koninklijk besluit van 2013, maar het tarief was sinds 1996 vastgesteld op 0,00 euro, omdat toen werd geoordeeld dat gezien de tijd die nodig was om met een computer privékopieën te maken en gezien de slechte kwaliteit van die kopieën, het niet mogelijk was om op bevredigende wijze privékopieën te maken. Dat is vandaag de dag niet meer het geval. De vergoeding voor consumentenprinters is overigens vastgesteld op 2,50 euro. De technologische evolutie laat ook een verlaging toe van de vergoeding voor cd’s en dvd’s, van 0,12 euro naar 0,10 euro voor cd's en van 0,40 euro naar 0,20 euro voor dvd's

Bovendien voorzag het koninklijk besluit van 2013 in een verschillend tarief voor andere apparaten en dragers, afhankelijk van hun opslagcapaciteit. In het nieuwe koninklijk besluit wordt dat onderscheid achterwege gelaten. Er wordt nu een tarief vastgesteld voor elk apparaat en elke drager, ongeacht de opslagcapaciteit, maar op basis van de gemiddelde verkoopprijs van het type apparaat of drager, zodat de vergoeding niet hoger is dan een redelijk deel van die gemiddelde prijs.

Ten slotte bedraagt de vergoeding die verschuldigd is voor het kopiëren voor privégebruik van omgebouwde apparaten slechts 60 % van de in het koninklijk besluit vastgestelde bedragen.

Wie ontvangt deze vergoeding in de praktijk en hoe wordt die verdeeld?

De vergoeding voor privékopie wordt geïnd door de collectieve beheersvennootschap Auvibel. Zij verdeelt de gelden onder de verschillende categorieën van rechthebbenden (auteurs, uitvoerende kunstenaars, producenten en uitgevers), naargelang van het soort werk (een werk van letterkunde, grafische of beeldende kunst, geluids- en audiovisuele werken). Voor de collectieve beheersorganisaties gelden strikte regels voor inning, verdeling en transparantie. De FOD Economie ziet toe op de naleving van die regels.

Bron: FOD Economie

Mots clés