De Ministerraad van 13 mei 2022 keurt op voorstel van minister van Financiën Vincent Van Peteghem een voorontwerp van wet goed tot wijziging van de wet van 22 december 2009 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen.
Dit voorontwerp van wet zet de Europese richtlijn (EU) 2020/262 houdende een algemene regeling inzake accijns om in Belgisch recht.
Een eerste reeks aanpassingen heeft tot doel om verwijzingen en terminologie in lijn te brengen met het Douanewetboek waardoor een betere afstemming ontstaat tussen accijns- en douaneregelingen.
Verder maakt Richtlijn (EU) 2020/262 het mogelijk de regeling extern douanevervoer te gebruiken voor accijnsgoederen die worden uitgevoerd. In de wet van 22 december 2009 wordt dan ook opgenomen dat de overbrenging van accijnsgoederen eindigt zodra de goederen onder extern douanevervoer worden gebracht.
De richtlijn automatiseert ook de procedure voor overbrenging van accijnsgoederen voor verbruik ter beschikking gesteld binnen de EU die voor commerciële doeleinden worden geleverd door deze te integreren in het bestaande geautomatiseerde systeem (EMCS).
Hiernaast worden twee nieuwe statuten ingevoerd, namelijk “gecertificeerde afzender” en “gecertificeerde geadresseerde”.
In het kader van de digitalisering wordt ook de expliciete vermelding van papieren documenten opgeheven, dit in het kader van de voorziene noodprocedures, maar ook bij de reguliere overbrengingen van accijnsgoederen en in het kader van het indienen van een aangifte tot verbruik.
Ten slotte past de richtlijn de verantwoordelijkheid aan van de particulier in het kader van de afstandsverkopen. Hierdoor zijn de accijnzen verschuldigd vanaf het tijdstip van de levering van de accijnsgoederen, in hoofde van de afzender, of in hoofde van de fiscaal vertegenwoordiger.
Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.