
Daarnaast zijn er nog een aantal partijen die de 2023 PEM-regels van de Herziene Conventie nog niet hebben geratificeerd, maar waarbij de bilaterale overeenkomsten met de EU wel nog steeds de zogenaamde 'alternatieve toepasselijke oorsprongsregels' (= transitional rules) zijn opgenomen. In deze gevallen (Tunesië, Marokko, Egypte en Palestina) zal op bilaterale basis de EU de Herziene Conventie toepassen bij export naar deze landen terwijl zij de alternatieve oorsprongsregels moeten gebruiken wanneer zij uitvoeren naar de EU.
Tot slot zijn er nog enkele partijen die noch de 2023 PEM-regels van de Herziene Conventie hebben geratificeerd, en die evenmin de alternatieve oorsprongsregels hebben opgenomen in hun bilaterale overeenkomst (Algerije, Turkije [EGKS & landbouwgoederen] en Libanon). In afwachting van de ratificatie en de aanpassing van de bilaterale overeenkomsten, zal de EU in het preferentieel handelsverkeer met deze partijen enkel de 2012 PEM-oorsprongsregels of de oude bilaterale protocollen toepassen en vice versa.
Doordat verschillende partijen de noodzakelijke stappen nog niet hebben afgerond, zal vanaf 1 januari 2026 een gefragmenteerd juridisch landschap binnen de pan-Euro-mediterrane zone ontstaan. Het ontbreken van uniforme oorsprongsregels zal het preferentieel handelsverkeer verstoren, onder meer omdat de diagonale cumulatie tussen verschillende partijen tijdelijk niet meer mogelijk zal zijn.
Om meer informatie te geven over de situatie vanaf 1 januari 2026 in de PEM-zone, hebben we onze informatienota op de website aangepast, met name voor wat betreft de verschillende cumulatiescenario's, de oorsprongsbewijzen en de te gebruiken TARIC-codes.
Gelieve er ook rekening mee te houden dat onze informatienota enkel een stand van zaken geeft van de situatie op het moment van publicatie.
Er zijn nog steeds wijzigingen mogelijk voor het einde van het jaar. Het blijft daarom belangrijk om ook de website van de Europese Commissie(externe link) te raadplegen.