Solidariteitsbijdrage op meerwaarden: onzeker instrument of eerste tekenen van onenigheid?

Nauwelijks op de rails in Arizona, laat de "solidariteitsbijdrage" de locomotief al ontsporen...

De gesloten overeenkomst voorziet in:

"Er komt een algemene solidariteitsbijdrage van 10% op de toekomstige gerealiseerde meerwaarde van financiële activa, incl. cryp- to-activa, opgebouwd vanaf het moment van de invoering van de bijdrage.

Historische meerwaarden zijn dus vrijgesteld.

Er wordt voorzien in een aftrekbaarheid van minderwaarden (van deze categorie van inkomsten) binnen het jaar, zonder over- draagbaarheid.

In de aangifte wordt een voetvrijstelling van 10.000 EUR voorzien om kleine beleggers niet extra te belasten. Deze voetvrijstelling wordt jaarlijks geïndexeerd.

Bij een aanmerkelijk belang van min. 20% zal er altijd 1 miljoen EUR zijn vrijgesteld.

Een meerwaarde tussen 1 miljoen en 2,5 miljoen EUR zal belast worden aan 1,25%

Een meerwaarde tussen 2,5 en 5 miljoen EUR zal belast worden aan 2,5%

Een meerwaarde tussen 5 en 10 miljoen EUR zal belast worden aan 5% Een meerwaarde vanaf 10 miljoen EUR zal belast worden aan 10%"

Terwijl de nieuwe federale regering een belasting van 10 % wil invoeren op meerwaarden gerealiseerd op financiële activa, inclusief crypto-activa, interpreteren de partners van de nieuwe meerderheid de voorwaarden van de overeenkomst verschillend.

Divergerende interpretaties binnen de meerderheid

• Aan de kant van de MR : men schat dat de progressieve tarieven van toepassing zullen zijn vanaf de eerste euro wanneer niet aan de voorwaarde van 20 % wordt voldaan (zodat enkel de vrijstelling van het eerste miljoen euro niet van toepassing zou zijn).
• Aan de kant van Vooruit : men schat dat enkel degenen die een participatie van 20 % bezitten van het progressieve tarief kunnen genieten, bij gebrek waaraan het tarief van 10 % van toepassing zal zijn, met een vrijstelling van slechts 10.000 euro.

Impact van de verschillende interpretaties

Indien men beide benaderingen toepast op een belastingplichtige die een participatie van 19 % bezit in een vennootschap die hij zou verkopen met een meerwaarde van 7.000.000 euro:

• Volgens de benadering van de MR : belasting van 193.750 euro.
• Volgens de benadering van Vooruit : belasting van 699.000 euro.

Een noodzakelijke verduidelijking

Het zal dus nodig zijn te wachten op de presentatie van de teksten in het Parlement om te zien welke interpretatie zal worden behouden door de meerderheid. Wordt vervolgd...