​Wat is het lot van gerepatrieerde gelden waarvan destijds enkel de fiscaal niet-verjaarde inkomsten werden geregulariseerd ?

Wat is het lot van gerepatrieerde gelden waarvan destijds enkel de fiscaal niet-verjaarde inkomsten (met uitsluiting van het fiscaal verjaard kapitaal) werden geregulariseerd ?

Volgens een circulaire van de #NBB van 8 juni 2021 bestaat er na dergelijke partiële #regularisaties een risico (indien er onvoldoende elementen aanwezig zijn om het vermoeden van ernstige fiscale fraude weg te nemen) op een melding bij de CFI en een eventuele daaropvolgende vervolging door het Parket. Uit een arrest van het Hof van Beroep van Gent van 22 november 2022 blijkt dat dit echter nog niet per se volstaat voor de veroordeling van de "fraudeur"/"dader" (maar ook van zijn advocaten die hem adviseerden en de Belgische banken die de kapitalen aanvaard hebben) aan een witwasmisdrijf.

De zaak gaat terug tot 2004 toen leden van een Vlaamse ondernemersfamilie een Eenmalige Bevrijdende Aangifte (#EBA) ingediend hebben. Na de regularisatie repatrieert de familie het geld op Belgische rekeningen. Jaren later opent het parket een onderzoek omdat blijkt dat de familie ook niet-geregulariseerde geldsommen repatrieert. De familie treft een schikking met de fiscus. De Belgische bank (en de fiscaal advocaat) weigeren dit en blijven op de beklaagdenbank. Het Hof van Beroep van Gent heeft in een arrest van 22 november 2022 de vrijspraak van de bank en van de advocaat bevestigd. Volgens het Hof is er geen sprake van een witwasmisdrijf aangezien het moreel bestanddeel van het witwasmisdrijf niet bewezen kan worden. Dit bleek o.a. uit de volgende elementen:

  • het betrof een historisch opgebouwd vermogen (waarvan de oorspronkelijk begunstigde overleden was) waarvan niet kon worden uitgesloten dat het bestanddelen bevatte die van bij oorsprong legaal waren. Het al dan niet toereikend karakter van de doorgevoerde EBA bleef in belangrijke mate een speculatief gegeven;
  • de transparantie (alle roerende inkomsten zijn aangegeven geweest na de regularisatie; de portefeuille van aandelen is later ook in de nalatenschapsaangifte aangegeven geweest);
  • de verschillende meningen in de rechtsleer omtrent de toepassing in de tijd van artikel 505 Sw (witwasmisdrijf) mbt historisch zwart geld en/of de beperking van de regularisatie het risico op een vervolging uit hoofde van witwas onverlet liet.

Het is de eerste keer dat een HvB oordeelt dat het gebrek aan duidelijkheid over dit vraagstuk (rond de omvang van een regularisatie) een impact kan hebben over de beoordeling van het moreel bestandeel van het witwasmidrijf.

Maar deze uitspraak betekent m.i. zeker NIET dat alle gedeeltelijke regularisaties nu vrijuit zullen gaan. De feitelijke omstandigheden waren hier cruciaal. Hier spraken verschillende factoren, zoals de lange historiek, de minnelijke schikking en de transparantie, m.i. in het voordeel.

Zie mijn itw in De Tijd met Peter Van Maldegem

Mots clés