De eerste weken van het nieuw jaar bieden naar goede gewoonte de perfecte gelegenheid om stil te staan bij de verschillende wetgevende initiatieven die hun intrede (zullen) doen. Om u een weg te banen door het kluwen van wetswijzigingen die reeds van kracht zijn gegaan of momenteel nog hangende zijn, bezorgen wij u hierna alvast een high-level overzicht.
Het topic “e-invoicing” of e-facturatie stond in 2023 hoog op de agenda van de wetgever en maakte het voorwerp uit van diverse ontwerpteksten. Op 5 januari 2024 werd uiteindelijk de officiële ontwerptekst gepubliceerd die voorziet in een verplichte B2B e-facturatie met ingang van 1 januari 2026. Voor meer details verwijzen wij naar de nieuwsbrief op onze website. Dit wetsontwerp dient enkel nog finaal goedgekeurd te worden in de kamer.
Ook voor B2G e-facturatie treedt er vanaf 1 maart 2024 een wijziging in die voorziet in een verplichte e-facturatie voor overheidsopdrachten van minder dan € 30.000 (m.u.v. overheidsopdrachten met een waarde van minder dan € 3.000).
De ontwikkelingen op vlak van e-invoicing kaderen onder meer in het actieplan van de Europese Commissie inzake “VAT in the Digital Age”. Dit actieplan voorziet in wetsvoorstellen op vlak van o.a. e-facturatie en digitale rapporteringsverplichtingen voor ondernemingen die grensoverschrijdende transacties verrichten. Gelet op het voorzitterschap van België in de Raad van de EU, zal dit topic vermoedelijk ook in 2024 een van de prioriteiten blijven. De inwerkingtreding wordt echter ten vroegste in 2028 (met uitstel tot 2030 of later) verwacht.
De inwerkingtreding van de beoogde modernisering van de btw-rapporteringsverplichtingen (de zogeheten ‘btw-ketting’) en de inning van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen binnen de FOD Financiën wordt uitgesteld naar 1 januari 2025.
Deze modernisering voorziet onder meer in de afschaffing van de btw-rekening-courant en de invoering van een provisierekening en vervangende btw-aangifte.
De procedure voor de uitoefening van het recht op btw-aftrek door gemengde belastingplichtigen die toepassing maken van de methode van het werkelijk gebruik werd met ingang van 1 januari 2023 reeds gewijzigd. Deze procedure voorziet in (i) een voorafgaande kennisgeving via het formulier e-604A of e-604B en (ii) de mededeling van aanvullende gegevens via de periodieke btw-aangifte.
Eenzelfde procedure is nu ook in werking getreden voor de gemengde belastingplichtigen die de btw-aftrek uitoefenen volgens een algemeen verhoudingsgetal. Deze vervangt de bestaande procedure waarbij het definitief verhoudingsgetal jaarlijks wordt medegedeeld door middel van een berekeningsblad via Intervat. Daarnaast zullen ook de gedeeltelijk belastingplichtigen (zoals overheden, holdings, ...), welke de facto hun recht op btw-aftrek uitoefenen volgens de methode van het werkelijk gebruik, de toegepaste bijzondere verhoudinsgetallen moeten meedelen aan de btw-administratie. Dit moet nog verder bij KB worden geregeld.
Er wordt ook voorzien in een aantal technische wijzigingen m.b.t. de toekenning en mededeling van het Belgisch btw-nummer vanaf 1 januari 2024. Zo worden onder meer een aantal situaties verduidelijkt waarvoor er al dan niet een verplichting bestaat om het Belgisch btw-nummer aan de afnemer mee te delen.
Vanaf 1 januari 2024 is voor betalingsaanbieders een nieuwe rapporteringsverplichting voor grensoverschrijdende betalingen in werking getreden.
De verplichting houdt in dat registers dienen bijgehouden te worden van begunstigden en van betalingen betreffende betalingsdiensten per kalenderkwartaal. Dit geldt onder volgende voorwaarden:
De verplichting tot indiening van de voorafgaande verklaring nr. 104.1 voor de vervreemding van een nieuw gebouw onder de toevallige btw-belastingplicht wordt met ingang van 1 januari 2024 opgeheven. De opvolging van vastgoedtransacties met toepassing van btw zal voortaan gebeuren op grond van de eerste akte tussen partijen die blijk geeft van de bedoeling van de overdrager om btw toe te passen op de verkoop dan wel op grond van de notariële akte tussen de partijen die een verschuldigde btw vermeldt op de overdracht van het onroerend goed (en bijgevolg de toepassing van een vrijstelling van registratierechten die daarmee gepaard gaat).
Het KB nr. 54 dat de toepassingsvoorwaarden en beperkingen voor de vrijstellingsregeling inzake btw-entrepots regelt, werd in een arrest van 2023 van het Grondwettelijk Hof als ongrondwettig bevonden.
Om deze reden heeft de wetgever de essentiële elementen m.b.t. deze regeling nu ingeschreven in het btw-wetboek zelf. Het gaat onder meer om de lijst van communautaire goederen die onder de regeling kunnen vallen, waaronder ook nieuwe goederen zoals biodiesel; vergunningen die enkel voor bepaalde handelingen nog formeel worden verleend; etc. Deze wetswijziging treedt in werking op de 10e dag volgend op de publicatie in het Belgisch Staatsblad op 1 december 2023. De verdere uitvoeringsmodaliteiten worden geregeld bij KB.
Met ingang van 1 januari 2024 is een permanente regeling voor aannemingswerken bestaande uit afbraak en heropbouw in zowel de stedelijke als de niet-stedelijke gebieden in werking getreden. De sociale voorwaarden die eerder in het kader van de tijdelijke regeling werden opgelegd (oppervlaktecriterium van 200 m², natuurlijke persoon en enige, eigen woning of bestemming voor sociale verhuur) zullen in deze permanente regeling worden ingeschreven.
Daarnaast wordt ook voorzien in een overgangsregeling voor de tijdelijke maatregel afbraak en heropbouw alsook in een overgangsregeling voor de oude regeling die gold in stedelijke gebieden. Beide overgangsregelingen lopen nog t.e.m. 31 december 2024. Voor meer info, verwijzen wij naar onze nieuwsbrief op de website.
Programmawet van 22 december 2023
Een aantal verlaagde btw-tarieven van 6% en 12% in het kader van sociale huisvesting waren voorheen gekoppeld aan de voorwaarde van ‘dag- en nachtverblijf’ (rubrieken XXXI, § 2 en XXXIII, § 1 van tabel A en rubriek X, § 1 van tabel B). Ingevolge een wetswijziging zal voor de btw die opeisbaar is vanaf 1 januari 2024 versoepeld worden in de zin dat een dag- en nachtverblijf, maar ook een louter dag- of nachtverblijf, volstaan voor toepassing van deze verlaagde tarieven.
Het verlaagd btw-tarief van 6% voor de installatie van warmtepompen, dat tijdelijk van toepassing was sinds 1 april 2022, wordt verlengd tot en met 31 december 2024.
Voor zonnepanelen of zonneboilers wordt het tijdelijk verlaagd btw-tarief evenwel niet verlengd. Vanaf 1 januari 2024 zal bijgevolg opnieuw het standaard btw-tarief van 21% van toepassing zijn. Voor woningen ouder dan 10 jaar kan voor de aankoop en installatie van zonnepanelen of zonneboiler echter nog worden teruggevallen op het verlaagd btw-tarief van 6% voor renovatie.
Programmawet van 22 december 2023
Er wordt een nieuwe definitie voorzien voor geneesmiddelen onderworpen aan het verlaagd btw-tarief van 6%. Deze definitie maakt een expliciet onderscheid tussen geneesmiddelen bestemd voor menselijk gebruik enerzijds en diergeneesmiddelen anderzijds. Daarnaast worden ook verduidelijkingen aangebracht inzake homeopathische geneesmiddelen en traditionale kruidengeneesmiddelen, welke moeten worden geregistreerd.
Ook voor instellingen met een sociaal oogmerk (inschakelingsondernemingen) die toepassing kunnen maken van het verlaagd btw-tarief van 6% op de levering van goederen en diensten wordt een nieuwe omschrijving van het personele toepassingsgebied en de toepassingvoorwaarden ingeschreven. Zo wordt meer algemeen verwezen naar de voortdurend wijzigende regelgeving van de deelstaten voor wat betreft de instellingen die in aanmerking komen voor het verlaagd btw-tarief en worden zij ook niet langer voor het geheel van hun activiteiten uitgesloten van het verlaagd btw-tarief wanneer zij ook andere activiteiten verrichten die niet onder de toepassingsvoorwaarden vallen.
In navolging van de gewijzigde regels voor e-commerce, wordt een nieuwe hoofdelijke aansprakelijkheid voor de betaling van de btw ingeschreven voor elektronische interfaces, oftewel platformen, die afstandsverkopen faciliteren welke plaatsvinden in België. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid vangt met name de situaties op waarin de elektronische interfaces niet geacht worden tussen te komen als commissionair voor de verkopen van de goederen.
Wanneer een rechtsvordering aantoont dat in België belastbare handelingen niet werden aangegeven, ten onrechte handelingen werden vrijgesteld of belastingaftrekken werden toegepast, vindt de verlengde verjaringstermijn van 7 jaar toepassing en dit vanaf het moment van opeisbaarheid van de btw. Gelet op de vertragingen die zich voordoen in gerechtelijke procedures, wordt de wet in die zin gewijzigd dat de verjaring pas ten vroegste zal intreden na het verstrijken van het kalenderjaar volgend op dat waarin de rechterlijke beslissing met betrekking tot de rechtsvordering in kracht van gewijsde is gegaan. Dit geeft de btw-administratie minstens één jaar de tijd om eventuele invorderingsmaatregelen te treffen.
Aangezien het een bepaling tot wijziging van de procedureregels betreft, vindt deze onmiddellijk bij de inwerkingtreding van de wet toepassing en daarbij ook ten aanzien van de btw waarvan de invordering op datum van inwerkingtreding nog niet zou zijn verjaard op grond van de voor die datum geldende verjaringsregels.
In overeenstemming met de procedure die geldt voor directe belastingen, moet de administratie ook bij fraude inzake btw een voorafgaande kennisgeving van de vermoedens van fraudeovermaken aan de belastingplichtige. Het betreft hier inbreuken waarop de nieuw ingevoerde verlengde verjaringstermijn van 10 jaar toepassing vindt en waarvoor de btw opeisbaar is geworden vanaf 1 januari 2023.
Noteer dat het hier eerder om een rechtzetting gaat, aangezien men de wetsbepaling inzake btw nog niet in die zin had aangepast naar aanleiding van de verlenging verjaringstermijn van 10 jaar. In de praktijk wijzigt er dus niets.
Verzoeken om kwijtschelding of vermindering van de administratieve geldboeten bedoeld in artikel 84 WMGI zullen in principe op heden ook gericht kunnen worden aan de Cel administratieve sancties bij de fiscale bemiddelingsdienst.
Wet van 28 december 2023 houdende diverse bepalingen
Op 17 november 2023 keurde de ministerraad een voorontwerp van wet goed dat voorziet in de omzetting van Europese richtlijn 2022/542 (“Btw-tarievenrichtlijn”). Deze richtlijn bevat een aantal verplicht om te zetten bepalingen inzake:
Dit voorontwerp van wet ligt momenteel nog ter advies van de Raad van State. Onder voorbehoud van de latere goedkeuring door het parlement, zullen de wijzigingen in werking treden op 1 januari 2025.
Eind oktober 2023 werd ook een voorontwerp van wet tot hervorming van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen goedgekeurd door de ministerraad (omzetting van richtlijn 2020/285).
Het voorontwerp van wet voorziet onder meer de mogelijkheid voor buitenlandse belastingplichtigen om toepassing te maken van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen. Binnen dat kader wordt ook een dubbele omzetdrempel ingevoerd:
Buitenlandse belastingplichtigen zullen bovendien verplicht een voorafgaande kennisgeving moeten doen opdat toepassing kan worden gemaakt van de vrijstellingsregeling.
Dit voorontwerp van wet ligt momenteel nog ter advies van de Raad van State. Onder voorbehoud van de latere goedkeuring door het parlement, zullen de wijzigingen in werking treden op 1 januari 2025.
Bron : Tiberghien Lawyers, februari 2024