De werkbonus bestaat uit maatregelen ten voordele van werknemers met een (zeer) laag inkomen. De sociale werkbonus bestaat uit een degressieve vermindering van de persoonlijke socialezekerheidsbijdragen, terwijl de fiscale werkbonus bestaat uit een vermindering van de bedrijfsvoorheffing (cf. art. 289ter/1 WIB 92). Dankzij deze verminderingen wordt het effectieve nettoloon van de werknemer verhoogd, zonder dat de werkgever bijkomende kosten moet dragen. Op die manier tracht de werkbonus situaties te vermijden waarbij laagbetaalde werknemers een lager netto-inkomen ontvangen dan de vervangingsuitkering waarop ze recht zouden hebben indien ze niet zouden werken.
Om tegemoet te komen aan de economische ontwikkelingen, wordt het minimumloon (GMMI) vanaf 1 januari 2024 verhoogd met 35,70 € bruto per maand. Het doel van de Programmawet bestaat eruit de fiscale werkbonus zo aan te passen dat het nettoloon van werknemers met zeer lage lonen met50,00 € wordt verhoogd.
De Programmawet splitst voortaan de sociale bonus in twee delen: één voor zeer lage lonen (deel B) en één voor iets hogere lonen (deel A), en wijzigt artikel 298 ter/1 WIB 92 om de fiscale werkbonus voor werknemers met zeer lage lonen te verhogen en de maximumbedragen dienovereenkomstig aan te passen.
Het bedrag van de vermindering blijft ongewijzigd en bestaat nog steeds uit een forfaitair bedrag dat geleidelijk afneemt in functie van het salarisniveau. De werkgever trekt dit bedrag af van de persoonlijke socialezekerheidsbijdragen die normaal verschuldigd zijn wanneer het salaris wordt uitbetaald (13,07%), met als gevolg dat de werkbonus de persoonlijke bijdragen compenseert voor een referentieloon tot ongeveer2.000,00 € bruto per maand.
Het basisbedrag van de korting (R) wordt bepaald op basis van het maandelijkse referentieloon (S).
Sedert 1 november 2023 gelden de volgende loonschijven en bedragen
R (100%) | S |
---|---|
≤ 2.054,01 > 2.623,00 et ≤ 3.144,45 > 3.144,45 | 267,42 (maximaal verminderingsbedrag V2) 267,42 -(0,2579 x (S- 2.054,01)) 252,26 -(0,2313 x (S- 2.054,01)) 0,00 |
*Bedienden
R (100%) | S |
---|---|
≤ 2.054,01 > 2.054,01 et ≤ 2.623,00 > 2.623,00 et ≤ 3.144,45 > 3.144,45 | 288,81 272,44 -(0,2498 x (S- 2.054,01)) 0,00 |
*Arbeiders
Bij deeltijdse tewerkstelling wordt de effectief toegekende vermindering berekend op een pro rata basis.
Voortaan zijn de verminderingsbedragen opgesplitst in twee categorieën zodat afzonderlijke tarieven kunnen worden toegepast voor de fiscale werkbonus. De grens tussen beiden wordt gelegd op de loongrens van S1bis.
Lagere socialezekerheidsbijdragen leiden tot een hoger belastbaar loon. Om de belastingverhoging te compenseren, wordt een belastingvermindering toegekend: de fiscale werkbonus. Deze wordt berekend als een percentage van de sociale werkbonus die de werknemer effectief ontvangt.
Vanaf 31 december 2023 bedraagt de fiscale werkbonus 33,14 % van de sociale werkbonus.
Het percentage van de fiscale werkbonus zal vanaf 1 april 2024 worden verhoogd als volgt:
De Programmawet wijzigt ook de (geïndexeerde) jaarlijkse plafonds (belastingjaar 2024: plafond verhoogd van 550,00 € naar 570,00 €; belastingjaar 2025: plafond van 710,00 €; belastingjaar 2026: plafond van 765,00 €).
We wijzen erop dat het voordeel niet verloren gaat als de roerende voorheffing niet voldoende is om de vermindering toe te kennen, in welk geval het voordeel wordt verrekend bij de aangifte van de personenbelasting. Als er bij de eindafrekening geen of onvoldoende belasting verschuldigd is vanwege persoonlijke aftrekposten, wordt het ongebruikte deel van de heffingskorting terugbetaald aan de belastingbetaler.
! Flexi-jobs en overuren in Horeca worden niet opgenomen in de berekening.
De verhoging van de fiscale werkbonus is een logisch gevolg van de recente economische ontwikkelingen en de verhoging van het gewaarborgd minimumloon. De verhoging sluit zo naadloos aan bij het doel van de fiscale werkbonus dat eruit bestaat inactieve werknemers te motiveren om opnieuw de overstap te maken naar de arbeidsmarkt.