Belastingstelsel van de vergoedingen voor vrijwilligerswerk

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 08/01/2020 de circulaire 2020/C/5.

19de addendum bij de circulaire nr. Ci.RH.241/509.803 d.d. 05.03.1999 – Belastingstelsel van de vergoedingen voor vrijwilligerswerk.

Commentaar op het koninklijk besluit van 20.12.2018 tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 03.07.2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers (BS 28.12.2018).

Inhoudstafel

I. Wat houdt de maatregel in?
II. Wie is betrokken?
III. Verhoogd grensbedrag
IV. Stewards in het voetbal
V. Inwerkingtreding
VI. Wetgeving en reglementering

I. Wat houdt de maatregel in?

1. Clubs, federaties, verenigingen, instellingen of de overheid kunnen in het kader van hun sportieve, sociale of culturele doeleinden aan hun onbezoldigde vrijwilligers vergoedingen als forfaitaire terugbetaling van kosten toekennen.

De grensbedragen van de niet-belastbare vergoedingen in het kader van vrijwilligerswerk bedragen 24,79 euro per dag en 991,57 euro per jaar, te indexeren.

Voor het aanslagjaar 2020 (vergoedingen toegekend vanaf 01.01.2019 tot en met 31.12.2019), bedragen deze grensbedragen 34,71 euro per dag en 1.388,40 euro per jaar.

2. Wanneer die forfaitaire kostenvergoedingen de hiervoor vermelde grensbedragen niet overschrijden, geven ze geen aanleiding tot het betalen van sociale bijdragen en mag worden aangenomen dat zij werkelijke kosten dekken. In dat geval zijn zij niet belastbaar (1).

(1) Zie de gecoördineerde richtlijnen opgenomen in het 13de addendum van 14.05.2014 bij de circulaire nr. Ci.RH.241/509.803 van 05.03.1999.

Worden de grensbedragen overschreden dan zijn de verkregen vergoedingen in principe voor hun totaalbedrag belastbaar.

3. De Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid heeft een koninklijk besluit gepubliceerd dat het voormeld jaarlijks kostenplafond voor bepaalde categorieën van vrijwilligers verhoogt (2).

(2) KB 20.12.2018. De wet laat de koning toe om dit jaarlijks kostenplafond voor bepaalde categorieën van vrijwilligers, onder de door de koning bepaalde voorwaarden, te verhogen (artikel 12, voormelde W 03.07.2005).

Het grensbedrag van 991,57 euro, te indexeren, wordt verhoogd tot 1.821,10 euro, te indexeren.

II. Wie is betrokken?

4. Deze verhoging van het jaarlijks kostenplafond betreft de volgende drie categorieën van vrijwilligers:

• 1. sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, sportscheidsrechter, jurylid, steward, terreinverzorger-materiaalmeester, seingever bij sportwedstrijden
• 2. de nachtoppas, te weten het inslapen, evenals de dag-oppas bij hulpbehoevende personen volgens de voorwaarden en kwaliteitscriteria die iedere gemeenschap bepaalt
• 3. het niet-dringend liggend ziekenvervoer: het liggend ziekenvervoer naar, vanuit en tussen ziekenhuizen of vestigingsplaatsen van ziekenhuizen, dat niet onder het toepassingsgebied van de wet van 08.07.1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening valt en volgens de voorwaarden en kwaliteitscriteria die iedere gemeenschap bepaalt.

Twee uitzonderingen:

• 5. De verhoging van het jaarlijks kostenplafond is niet van toepassing wanneer de vrijwilligers van de drie voormelde categorieën voor dezelfde periode:

- prestaties inzake vrijwilligerswerk leveren (3),
en

- voor dezelfde organisatie fungeren als verenigingswerker (4).

(3) Als bedoeld in voormelde W 03.07.2005.
(4) In de zin van de wet van 18.07.2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie (BS 26.07.2018).

• De verhoging van het jaarlijks kostenplafond is ook niet van toepassing wanneer de vrijwilligers van voormelde 1ste categorie voor dezelfde periode:

- prestaties inzake vrijwilligerswerk leveren (5),

en

- een sociale zekerheids- of sociale bijstandsuitkering ontvangen.

(5) Als bedoeld in voormelde W 03.07.2005.

6. In deze twee hypotheses blijft het van toepassing zijnde jaarlijks kostenplafond 991,57 euro per jaar (6), te indexeren. Het geïndexeerde bedrag voor het aanslagjaar 2020 (vergoedingen toegekend vanaf 01.01.2019 tot en met 31.12.2019) bedraagt 1.388,40 euro.

(6) Zoals voorzien in artikel 10, eerste lid, van voormelde W 03.07.2005.

III. Verhoogd grensbedrag

7. Voor de betrokken vrijwilligers (zie punt II hiervoor), wordt het jaarlijks kostenplafond (7) verhoogd tot 1.821,10 euro per jaar, te indexeren (in plaats van 991,57 euro, te indexeren).

(7) Voorzien in artikel 10, eerste lid, van voormelde W 03.07.2005.

Dit verhoogd grensbedrag wordt op dezelfde wijze geïndexeerd als het algemene grensbedrag voorzien in voormelde wet. Voor het aanslagjaar 2020 (vergoedingen toegekend vanaf 01.01.2019 tot en met 31.12.2019), bedraagt dit verhoogd grensbedrag 2.549,90 euro per jaar (in plaats van 1.388,40 euro).

8. Wanneer de forfaitaire kostenvergoedingen voor de betrokken vrijwilligers het hiervoor vermelde grensbedrag niet overschrijden, mag worden aangenomen dat zij de werkelijke kosten dekken. In dat geval zijn zij niet belastbaar.

9. Het dagelijks grensbedrag blijft onveranderd.

Activiteiten in meerdere verenigingen – hoe de grensbedragen toepassen

10. Wanneer een vrijwilliger prestaties verricht voor meerdere verenigingen, zijn de volgende principes van toepassing:

- Het jaarlijks grensbedrag (8) dat van toepassing is voor elke vereniging moet gerespecteerd worden. Ook het totaalbedrag van de vergoedingen verkregen door de vrijwilliger dient het jaarlijks grensbedrag te respecteren.

(8) Basis grensbedrag (1.388,40 euro – 2019) of verhoogd grensbedrag (2.549,90 euro – 2019) volgens de betrokken sector.

- Wanneer een vrijwilliger voor verenigingen werkt waarvoor verschillende jaarlijkse kostenplafonds van toepassing zijn, moet elke vereniging 'haar grensbedrag' respecteren en moet het totaalbedrag van de vergoedingen verkregen door de vrijwilliger het verhoogde jaarlijkse grensbedrag respecteren.

Ter illustratie nemen we het geval van Jan, vrijwilliger in 2019 voor twee verenigingen (hij heeft geen bewijsstukken bijgehouden).

Geval nr. 1:

- Vereniging 1:

Basis grensbedrag van 1.388,40 euro (2019).
Betaalde vergoedingen = 500 euro.

- Vereniging 2:

Basis grensbedrag van 1.388,40 euro (2019).
Betaalde vergoedingen = 600 euro.

- Totaal: 1.100 euro niet belastbaar want kleiner dan 1.388,40 euro.

Geval nr. 2:

- Vereniging 1:

Basis grensbedrag van 1.388,40 euro (2019).
Betaalde vergoedingen = 1.300 euro.

- Vereniging 2:

Verhoogd grensbedrag van 2.549,90 euro (2019).
Betaalde vergoedingen = 1.500 euro.

- Totaal: 2.800 euro belastbaar want groter dan 2.549,90 euro.

IV. Stewards in het voetbal

12. Deze verhoging van het jaarlijks kostenplafond betreft onder andere de stewards.

Voor de stewards actief in het voetbal, bestaat er reeds een bijzonder belastingstelsel, voorzien in de circulaire 2018/C/29 (9). Dit bijzonder belastingstelsel blijft behouden.

(9) Circulaire 2018/C/29, van 07.03.2018, over stewards bij voetbalclubs.

De stewards hebben de keuze tussen de fiscale regeling voor vrijwilligers beschreven in deze circulaire en de voormelde bijzondere fiscale regeling voor stewards. Zij kunnen evenwel beide regimes niet combineren voor eenzelfde activiteit uitgevoerd door dezelfde steward tijdens eenzelfde belastbaar tijdperk.

V. Inwerkingtreding

13. Het nieuwe jaarlijkse grensbedrag voor de betrokken categorieën van vrijwilligers treedt in werking op 01.01.2019.

VI. Wetgeving en reglementering

14. Koninklijk besluit van 20.12.2018 tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 03.07.2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers (BS 28.12.2018).

Wet van 03.07.2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (BS 29.08.2005).

Bron: Fisconetplus