Btw-belastingplicht van erkende ondernemingsloketten – de fiscus licht toe

De erkende ondernemingsloketten werden bij wet opgericht in 2003. Zij verrichten volgens hun opdracht een aantal taken van openbare dienst of algemeen belang, maar ook adviserende en begeleidende diensten. De vraag stelt zich wat het btw-statuut is van dergelijke erkende ondernemingsloketten, en van de door hen verrichte diensten. Deze problematiek werd recent door de btw-administratie verder toegelicht (Circulaire 2019/C/18 van 20 februari 2019 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten).


Kader: oprichting en dienstverlening door erkende ondernemingsloketten


De erkende ondernemingsloketten werden opgericht bij wet van 16 januari 2003 en later opgenomen in de artikelen III.58 t.e.m. III.73 Hoofdstuk 3 van Boek 3 van het Wetboek van Economisch Recht.


In eerste instantie hebben deze erkende ondernemingsloketten een opdracht die bestaat uit taken van openbare dienst of van algemeen belang. Onder deze taken vallen bv. ondernemingen inschrijven in de KBO, ontvangen voor rekening van de Staat van de inschrijvings- en registratierechten, retributies en kosten voor publicatie, afwikkelingen van vergunningsaanvragen (art. III.59 §1 Wetboek van Economisch Recht). De vergoedingen die de erkende ondernemingsloketten voor deze diensten ontvangen, wordt vastgelegd per KB (art. III.73 §1 Wetboek van Economisch Recht).


Daarnaast kunnen de erkende ondernemingsloketten aan ondernemingen ook adviserende en begeleidende diensten verlenen (met uitzondering van diensten die bij wet exclusief zijn voorbehouden voor bepaalde vrije, dienstverlenende en intellectuele beroepen uit de economische sector) (art. III.59 §2 Wetboek van Economisch Recht). Voor deze diensten kunnen de erkende ondernemingsloketten een eigen prijszetting vaststellen; dit kan gebeuren per verrichting of forfaitair op jaarbasis (art. III.73 §2 Wetboek van Economisch Recht).


Erkende ondernemingsloketten: btw-belastingplichtigen, met btw belaste diensten

Voor de onderscheiden taken die de erkende ondernemingsloketten verrichten, moeten zij worden aangemerkt als ‘gewone’ btw-belastingplichtigen (art. 4 §1 W.Btw). Voor de diensten onder de noemer ‘taken van openbare dienst of van algemeen belang’ worden de erkende ondernemingsloketten niet aangemerkt als niet-btw-belastingplichtige overheid in de zin van artikel 6 lid 1 W.Btw.

De taken die de erkende ondernemingsloketten verrichten, moeten voor btw-doeleinden worden aangemerkt als diensten. Wanneer deze diensten (onder bezwarende titel – zie hoger) in België plaatsvinden, zijn zij dus aan de Belgische btw onderworpen.


Plaats van de diensten – B2B of B2C


Om te begrijpen of de hier bedoelde diensten in België plaatsvinden (en dus met Belgische btw moeten worden belast) of niet, moet een onderscheid worden gemaakt naargelang de afnemer van deze diensten aangemerkt wordt als een btw-belastingplichtige, dan wel als een niet-btw-belastingplichtige. Dit betekent dat wanneer de hiervoor bedoelde diensten worden verricht in een B2B-context, de plaats van de diensten moet worden bepaald overeenkomstig artikel 21 §2 W.Btw: plaats van de ontvanger van de dienst. Worden deze diensten echter verricht in een B2C-context, dan wordt de plaats van de dienst bepaald volgens artikel 21bis §1 W.Btw: plaats van vestiging van de dienstverrichter.


Taken van openbare dienst of van algemeen belang: dienst wordt verstrekt aan de Staat


Een onderneming die zich bij een erkend ondernemingsloket aanbiedt bv. met het oog op het bekomen of het doorhalen van een ondernemingsnummer of om een wijziging mee te delen, dient hiervoor een bij KB vastgestelde vergoeding te betalen. De erkende ondernemingsloketten zijn ertoe gemachtigd om de inschrijvingsrechten en alle andere rechten en kosten te ontvangen voor rekening van de Staat. Noteer dat deze taken door de erkende ondernemingsloketten worden verricht in opdracht van de overheid / KBO door wie zij worden vergoed.


Voorbeeld


Stel dat een onderneming zich inschrijft via een erkend ondernemingsloket. Het ondernemingsloket int het inschrijvingsrecht van 88,50 euro (per 1 januari 2019) voor rekening van de Staat. Aan de onderneming wordt hiervoor een ontvangstbewijs uitgereikt; hierop kan geen btw worden vermeld. Het erkende ondernemingsloket ontvangt voor haar medewerking aan deze inschrijving echter een bedrag dat gelijk is aan 100 % van de inschrijvingsrechten (inclusief btw). Deze vergoeding die door de overheid aan het erkende ondernemingsloket wordt toegekend, is dus onderworpen aan 21 % btw.


Dit betekent dat de erkende ondernemingsloketten bij de uitvoering van hun taken van openbare diensten en algemeen belang geacht worden deze diensten te verstrekken aan de overheid / KBO, en wordt de btw opeisbaar over het ontvangen bedrag op het tijdstip waarop de betaling of een deel ervan wordt ontvangen (art. 22bis §4 lid 1 W.Btw). Bijgevolg moeten de erkende ondernemingsloketten ten laatste de vijftiende dag van de maand na die waarin de btw opeisbaar is geworden een factuur uitreiken aan de overheid / KBO m.b.t. de door haar verrrichte en op bovenstaande manier vergoede prestaties (art. 4 §1 KB nr. 1).


Bijkomende adviserende en begeleidende diensten: dienst wordt verstrekt aan de onderneming


Het erkende ondernemingsloket kan een vrij te bepalen vergoeding vragen aan een onderneming die op haar een beroep doet voor bijkomende adviserende en begeleidende diensten. In tegenstelling tot de hiervoor besproken situatie, worden deze diensten steeds in opdracht van en aan de onderneming zelf verricht.


Voorbeelden


Een Belgische onderneming vraagt een erkend ondernemingsloket in haar naam het formulier 604.A tot aanvraag van een btw-identificatienummer in te dienen. Hiervoor vraagt het erkende ondernemingsloket een vergoeding van 100 euro, inclusief btw. Hiervoor dient door het ondernemingsloket een factuur te worden uitgereikt aan de onderneming, ten laatste de vijftiende dag van de maand na die waarin de btw opeisbaar is geworden.


Indien een Nederlandse onderneming een beroep zou doen op een erkend ondernemingsloket voor begeleiding en advies, en hiervoor een vergoeding zou moeten betalen van 1.000 euro, moet het ondernemingsloket opnieuw een factuur uitreiken aan de in een andere lidstaat gevestigde btw-belastingplichtige. De dienst wordt echter geacht plaats te vinden waar de ontvanger van de dienst is gevestigd, dus in Nederland. Er is geen Belgische btw verschuldigd; op de factuur wordt de vermelding ‘btw verlegd’ aangebracht.


Sven Reynders, Senior Manager, SD Worx Consulting


Dit artikel is verschenen in “Accountancy en fiscaliteit” terug te vinden in onze databank Taxwin Expert www.taxwin.be

Mots clés

Articles recommandés

Intervat : dien dan uw klantenlisting 2020 in voor 31 maart 2021