De meeste bedrijfsleiders van KMO's zonder opleiding in bedrijfsmanagement verwarren deze twee fundamentele, en helaas vaak verkeerd begrepen, begrippen.
Heeft uw accountant u nooit gezegd: «Ik heb goed nieuws, u heeft een fantastisch jaar gehad en mooie winsten behaald. Gefeliciteerd!»?
In plaats van u te verheugen, antwoordt u: «Maar waar zijn die winsten dan? Mijn bankrekening staat in het rood?!» Hij antwoordt: «Ze zitten in uw eigen vermogen.» Na vele uitleg en waarschijnlijk een gesprek langs elkaar heen, begrijpt u uiteindelijk, maar te laat, dat het mogelijk is om winst te maken en hoge belastingen te moeten betalen, terwijl u tegelijkertijd te kampen heeft met liquiditeitsproblemen.
Bedrijven gaan niet failliet omdat ze niet rendabel genoeg zijn (hoewel dit op termijn wel schadelijk kan zijn), maar wel omwille van liquiditeitsproblemen. De wet spreekt in dit verband van (aanhoudende) betalingsonmacht en aangetast krediet.
Laten we terugkomen op deze twee concepten. Samengevat vertegenwoordigt de winst het verschil tussen uw inkomsten en uw uitgaven. Deze laatste omvatten niet-geïncasseerde elementen zoals afschrijvingen, meer- en minwaarden, waardeverminderingen, enz… De boekhoudkundige winst dient als basis voor de berekening van de belasting.
De cashflow daarentegen duidt op de netto-saldo tussen de ontvangsten (inkomsten) en de uitgaven (betalingen) op een bepaald moment. Als uw ontvangsten hoger zijn dan uw uitgaven, is uw cashflow positief en vice versa.
Er zijn drie soorten cashflows: die verband houden met de exploitatie, de investeringen en de financiering.
Paradoxalerwijs volstaat een positieve cashflow niet om een positieve liquiditeit te hebben. De belangrijkste reden hiervoor is het gebrek aan netto-vlottende activa, gedefinieerd als het verschil tussen enerzijds het vast vermogen bestaande uit eigen vermogen en langlopende schulden en anderzijds de langlopende investeringen (cf. materiële en immateriële vaste activa).
Deze netto-vlottende activa moeten uw exploitatie financieren (cf. de behoefte aan werkkapitaal). Indien ze onvoldoende zijn om de behoeften gegenereerd door uw activiteiten te dekken, zal uw liquiditeit tekortschieten.
U kunt uw netto-vlottende activa verhogen door de langlopende financieringsbronnen te verhogen (kapitaalverhoging, langlopende bankleningen, voorschotten van vennoten, verkoop van onroerend goed, verhoging van de vermogensvorming,…).
U kunt de behoeften van uw activiteit verminderen door het innen van uw handelscrediteuren te versnellen conform uw betalingstermijnen, door de betalingstermijnen van uw crediteuren te onderhandelen en te verlengen en door uw voorraden te verminderen.
Om de controle over uw liquiditeit te behouden, dient u:
Liquiditeit is de zuurstof van uw bedrijf. Besteed er de nodige aandacht aan. Anders zal het zich… slecht om u bekommeren.