De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 01/07/2019 de circulaire 2019/C/57 betreffende de belastingvermindering voor de verwerving van nieuwe aandelen van groeibedrijven (art. 14527, WIB 92). Commentaar op art. 11 van de wet van 28.04.2019 houdende diverse fiscale bepalingen en tot wijziging van artikel 1, § 1ter, van de wet van 05.04.1955 (BS 06.05.2019).
1. Belastingplichtigen die investeren in groeibedrijven hebben, als aan alle voorwaarden is voldaan, recht op een belastingvermindering van 25 % van het in aanmerking te nemen bedrag (1).
(1) Art. 14527, WIB 92.
2. Bedrijfsleiders zijn uitgesloten van deze belastingvermindering voor de investeringen in de vennootschap waarin zij rechtstreeks of onrechtstreeks hun activiteit van bedrijfsleider uitoefenen (2).
(2) Art. 14527, § 2, vijfde lid, 2°, WIB 92.
3. De circulaire 2018/C/111 van 13.09.2018 bespreekt hoe die uitsluiting van bedrijfsleiders vanaf aanslagjaar 2019 wordt toegepast.
4. Vanaf aanslagjaar 2020 wijzigt de wettekst wat betreft de uitsluiting van bedrijfsleiders die onrechtstreeks een functie van bedrijfsleider uitoefenen (3). Deze circulaire bespreekt die wijzigingen.
(3) Art. 11 van de wet van 28.04.2019 houdende diverse fiscale bepalingen en tot wijziging van artikel 1, § 1ter, van de wet van 05.04.1955 (BS 06.05.2019).
5. Bedrijfsleiders zijn uitgesloten van de bedoelde belastingvermindering voor de investeringen die zij doen in de vennootschap waarin zij rechtstreeks of onrechtstreeks hun activiteit als bedrijfsleider uitoefenen.
6. Deze uitsluiting beoogt:
- de personen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een in artikel 32, eerste lid, WIB 92, bedoelde bedrijfsleider zijn (4);
- de personen die onrechtstreeks een functie van bedrijfsleider uitoefenen:
* als vaste vertegenwoordiger van een andere vennootschap;
* door tussenkomst van een andere vennootschap waarvan deze personen aandeelhouders zijn.
(4) Zaakvoerders, bestuurders, vereffenaars, gelijksoortige functies, zelfstandige directeurs,…
7. De wijzigingen die worden aangebracht aan de wettekst, hebben betrekking op de hiervoor bedoelde tweede categorie. Wat de in art. 32, eerste lid, WIB 92, bedoelde bedrijfsleiders betreft, wijzigt er niets. Volledigheidshalve worden hierna beide categorieën besproken.
8. Betalingen voor het verwerven van aandelen in een vennootschap waarin de belastingplichtige, rechtstreeks of onrechtstreeks, een in art. 32, eerste lid, WIB 92 bedoelde bedrijfsleider is, komen niet in aanmerking voor de belastingvermindering.
9. Zoals gezegd, wordt de wettekst op dit punt niet gewijzigd.
De beoordeling van die voorwaarde gebeurt, wat de toekenning van de belastingvermindering betreft, op het ogenblik van de kapitaalinbreng (5).
(5) Art. 14527, § 2, vijfde lid, 2°, a, WIB 92.
Nadien mag de belastingplichtige wel een dergelijk bedrijfsleider worden van de betrokken vennootschap, doch op voorwaarde dat hij daarvoor geen vergoeding verkrijgt (6).
(6) Art. 14527, § 2, vijfde lid, 2°, b, WIB 92.
De voorwaarde dat de belastingplichtige geen vergoeding mag verkrijgen, geldt gedurende 48 maanden volgend op de volstorting van de aandelen.
Wanneer die voorwaarde niet wordt nageleefd gedurende 48 maanden volgend op de volstorting van de aandelen, wordt voor het belastbaar tijdperk waarin die voorwaarde niet wordt nageleefd, de voorheen verleende belastingvermindering gedeeltelijk teruggenomen. Dit gebeurt onder de vorm van een belastingvermeerdering i.f.v. het aantal resterende volle maanden vanaf de datum waarop de voorwaarde niet langer wordt nageleefd, tot het einde van de termijn van 48 maanden (7).
(7) Art. 14527, § 4, vijfde en zevende lid, WIB 92.
10. Zijn eveneens uitgesloten, de betalingen voor het verwerven van aandelen in een vennootschap:
- waarin de belastingplichtige als vaste vertegenwoordiger van een andere vennootschap een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of een gelijksoortige functie uitoefent;
- die een aannemings- of lastgevingsovereenkomst heeft gesloten met een andere vennootschap waarvan de belastingplichtige aandeelhouder is en waarbij die andere vennootschap er zich toe heeft verbonden om tegen vergoeding een leidende werkzaamheid van dagelijks bestuur, van commerciële, financiële of technische aard op zich te nemen in de eerste vennootschap.
11. De wettekst, zoals van toepassing voor het aanslagjaar 2019, verduidelijkte dat deze voorwaarde werd beoordeeld op het ogenblik van de kapitaalinbreng. Er was niet voorzien dat die voorwaarde gedurende een bepaalde termijn moest zijn voldaan en dus ook niet dat er een terugname moest gebeuren indien die voorwaarde na de kapitaalinbreng niet langer was voldaan.
Die voorwaarde was dus zeer soepel. Deze ongewenste gevolgen worden nu rechtgezet.
12. De wettekst, zoals van toepassing vanaf aanslagjaar 2020, voorziet niet langer dat de beoordeling slechts gebeurt op het ogenblik van de kapitaalinbreng (8), maar wel dat deze voorwaarde moet zijn voldaan gedurende 48 maanden volgend op de volstorting van de aandelen.
(8) Art. 14527, § 2, vijfde lid, 2°, c en d, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 11 van de W 28.04.2019 (BS 06.05.2019).
Wanneer die voorwaarde niet wordt nageleefd gedurende 48 maanden volgend op de volstorting van de aandelen, wordt voor het belastbaar tijdperk waarin de voorwaarde niet wordt nageleefd, de voorheen verleende belastingvermindering gedeeltelijk teruggenomen. Dit gebeurt onder de vorm van een belastingvermeerdering i.f.v. het aantal resterende volle maanden vanaf de datum waarop de voorwaarde niet langer wordt nageleefd, tot het einde van de termijn van 48 maanden (9). Om de belastingvermindering te kunnen behouden, mag de belastingplichtige in die periode dus geen dergelijke bedrijfsleider (als bedoeld in nr. 10) worden van de betrokken vennootschap (er is geen uitzondering voor dergelijke 'onbezoldigde bedrijfsleiders').
(9) Art. 14527, § 4, vijfde en zevende lid, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 11 van de W 28.04.2019 (BS 06.05.2019).
Deze wijzigingen treden in werking vanaf aanslagjaar 2020.
Artikel 14527 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Artikelen 11 en 16 van de wet van 28.04.2019 houdende diverse fiscale bepalingen en tot wijziging van artikel 1, § 1ter, van de wet van 05.04.1955 (BS 06.05.2019).
Bron: Fisconetplus