Circulaire 2019/C/65 inzake de opeisbaarheid van btw

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Belasting over de toegevoegde waarde publiceerde op 09/07/2019 de circulaire 2019/C/65, een analyse van de wettelijke bepalingen inzake de opeisbaarheid van btw in het licht van de wijzigingen ingetreden op 01.01.2016.


Inhoudstafel

1. Inleiding

2. Doel van de nieuwe bepalingen

3. Begrippen: belastbare feit, opeisbaarheid van de belasting en verschuldigdheid van de betaling

4. Tijdstip van opeisbaarheid van de belasting naargelang de aard van de handeling en de hoedanigheid van de afnemer

4.1. Levering van goederen

4.1.1. Levering van goederen 'van niet-intracommunautaire aard'

4.1.1.1. De verwerver is een belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon andere dan een publiekrechtelijk lichaam (B2B)

4.1.1.1.1. Afhalen van de goederen door of voor rekening van de afnemer

4.1.1.1.2. Vervoer van de goederen (zonder installatie of montage) door of voor rekening van de leverancier

4.1.1.1.3. Installatie of montage door of voor rekening van de leverancier

4.1.1.1.4. Opeenvolgende afrekeningen of betalingen

4.1.1.1.5. De afnemer is reeds in het bezit van het geleverde goed of de leverancier behoudt het bezit ervan

4.1.1.1.6. Verstrijken van de wettelijke termijn ten aanzien van nieuwe gebouwen

4.1.1.2. De verwerver is een particulier (B2C)

4.1.1.2.1. Verplichte facturatie (toepassing van de B2B-regels)

4.1.1.2.2. Vrijwillige facturatie (toepassing van de B2C-regels)

4.1.1.2.3. Geen facturatie (toepassing van de B2C-regels)

4.1.1.3. De verwerver is een publiekrechtelijk lichaam (B2G)

4.1.2. De intracommunautaire levering van goederen

4.1.2.1. De vrijgestelde intracommunautaire levering van goederen

4.1.2.1.1. Vervoer door de verkoper, de koper of voor hun rekening

4.1.2.1.2. De doorlopende levering gedurende een periode langer dan een kalendermaand

4.1.2.2. Met een levering van goederen onder bezwarende titel gelijkgestelde overbrenging

4.2. De intracommunautaire verwerving van goederen

4.2.1. De belaste intracommunautaire verwerving van goederen

4.2.2. De met een intracommunautaire verwerving onder bezwarende titel gelijkgestelde bestemming

4.3. De dienst

4.3.1. Een andere dienst dan een 'intracommunautaire dienst'

4.3.1.1. De afnemer is belastingplichtige of niet-belastingplichtige rechtspersoon andere dan een publiekrechtelijk lichaam (B2B)

4.3.1.1.1. Voltooiing van de dienst

4.3.1.1.2. Opeenvolgende afrekeningen of betalingen

4.3.1.2. De afnemer is een particulier (B2C)

4.3.1.2.1. Verplichte facturatie (toepassing van de B2B-regels)

4.3.1.2.2. Vrijwillige facturatie (toepassing van de B2C-regels)

4.3.1.2.3. Geen facturatie (toepassing van de B2C-regels)

4.3.1.3. De afnemer is een publiekrechtelijk lichaam (B2G)

4.3.2. De intracommunautaire dienst

4.3.2.1. De intracommunautaire dienst met verlegging van heffing

4.3.2.2. Hoedanigheid van de afnemer

4.3.2.3. Voltooiing van de dienst

4.3.2.4. Doorlopende diensten gedurende een periode langer dan één kalenderjaar

4.3.3. Bijzonderheden verbonden aan bepaalde beroepen of functies

4.3.3.1. Architecten, landmeters, ingenieurs

4.3.3.2. Gerechtsdeurwaarders

4.3.3.3. Notarissen

4.3.3.4. Advocaten

4.3.3.5. Bestuurders-rechtspersonen en zaakvoerders-rechtspersonen

4.3.3.6. Esthetische chirurgie

4.4. Invoer

5. Overzicht

6. Inwerkingtreding


Bron: Fisconetplus

Mots clés