Circulaire 2020/C/137 betreffende de wet van 31.07.2020 inzake de registratie van onderhandse akten en vonnissen en arresten en inzake de machtiging voor het verwerpen van bepaalde nalatenschappen

De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie publiceerde op 17/11/2020 de circulaire 2020/C/137.


Administratieve commentaar betreffende de wet van 31 juli 2020 inzake de registratie van onderhandse akten, van vonnissen en arresten en inzake de machtiging om bepaalde nalatenschappen te verwerpen voor de vrederechter



Inhoudstafel

1. Inleiding

2. Registratie van onderhandse akten en vonnissen en arresten

2.1. Nieuwe wijziging van artikel 2 W.Reg.

2.2. Wijziging van de artikelen 171 en 173 W.Reg.

2.3. Invoeging van een artikel 180ter en wijziging van artikel 1812 W.Reg.

3. Machtiging voor het verwerpen van bepaalde nalatenschappen voor de vrederechter

Nieuwe fiscale vrijstelling (art. 162, 19° W.Reg.)

4. Inwerkingtreding


1. Inleiding

In het Belgisch Staatsblad van 7 augustus 2020 (ed 1, p. 58.048) werd de wet van 31 juli 2020 houdende diverse dringende bepalingen inzake justitie gepubliceerd (hierna: de wet).

De wet heeft meer bepaald verschillende bepalingen van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten (hierna: W.Reg.) gewijzigd om de elektronische registratie van onderhandse akten en rechterlijke beslissingen mogelijk te maken:

  • artikel 2 W.Reg. (art. 111 wet);
  • de artikelen 171 et 173 W.Reg., gewijzigd in die zin dat het registratierelaas niet moet worden vermeld voor de eensluidend verklaarde afschriften van vonnissen en arresten bij de aanbieding ter registratie, aldus afwijkend van het verbod om een afschrift uit te reiken vóór het uitvoeren van de registratieformaliteit (art. 112 en 113 wet);
  • de artikelen 180ter en 1812 W.Reg. (art. 114 en 115 wet).

De wet heeft eveneens de machtiging, vereist voor het verwerpen van bepaalde nalatenschappen voor de vrederechter aangepast en heeft art. 162, 19° W.Reg. hersteld dat een vrijstelling van de registratieformaliteit voorziet voor de akten, vonnissen en arresten betreffende deze procedures inzake machtiging (art. 88 wet).


2. Registratie van onderhandse akten en vonnissen en arresten
2.1. Nieuwe wijziging van artikel 2 W.Reg.

In het kader van de modernisering van de uitvoering van de registratieformaliteit werkt de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie aan een verdergaande digitalisering ervan.

Enerzijds bereidt zij de registratie van onderhandse akten op een gedigitaliseerde kopie voor. Met het oog daarop ondergaat artikel 2 W.Reg., laatst gewijzigd door de wet van 11 juni 2020, meerdere aanpassingen, waaronder de wijziging van het tweede lid en de toevoeging van een zesde lid dat de wijze van aanbieding van de onderhandse akten regelt.

Anderzijds werkt zij momenteel samen met de FOD Justitie aan een project betreffende de elektronische overmaking van vonnissen en arresten. Met het oog daarop wordt een nieuw vijfde lid in hetzelfde artikel 2 ingevoegd om de wijze te regelen waarop vonnissen en arresten moeten worden aangeboden bedoeld bij art. 19, eerste lid, 1° W.Reg.: die aanbieding zal op elektronische wijze gebeuren, evenals de terugzending van de akte naar de griffier met de vermelding van de registratie. Uitzonderlijk kan nog papier worden gebruikt in geval van overmacht of van technische storing.

Artikel 2 van het wetboek wordt aldus aangevuld met twee nieuwe leden (5 en 6) die als volgt luiden:

Onverminderd het derde en het vierde lid, worden de vonnissen en arresten geregistreerd op een door de griffier eensluidend verklaard afschrift dat op elektronische wijze wordt aangeboden, behoudens overmacht of technische storing in welk geval de aanbieding gebeurt op papier. De vermelding van de registratie wordt aan de griffier verzonden samen met het geregistreerde vonnis of arrest, op dezelfde wijze als dat laatste werd aangeboden.

Onverminderd het derde en het vierde lid, worden de onderhandse akten geregistreerd op een origineel of op een kopie, met uitzondering van de akten bedoeld in artikel 19, eerste lid, 3° die op een kopie worden geregistreerd.”

Ten slotte, om de Franse en de Nederlandse tekst op mekaar af te stemmen, wordt een wijziging aangebracht aan de Nederlandse tekst van artikel 2, derde lid, W.Reg.: de woorden "onderworpen zijn" worden vervangen door de woorden "onderworpen worden", waardoor zowel de akten worden beoogd die vrijwillig ter registratie worden aangeboden als de verplicht te registreren akten, zoals de woorden ”soumis à la formalité de l’enregistrement” in de Franse tekst reeds stelden.


2.2. Wijziging van de artikelen 171 en 173 W.Reg.

Om de registratie van vonnissen en arresten op een door de griffier eensluidend verklaard afschrift van vonnissen en arresten, voorzien bij artikel 2, nieuw vijfde lid, W.Reg. mogelijk te maken, worden toegestaan:

  1. een nieuwe afwijking van de verplichting van de vermelding van het registratierelaas (art. 171, eerste lid W.Reg.) wanneer het afschriften betreft die juist gemaakt zijn met het oog op de onderwerping ervan aan de registratieformaliteit (art. 171, tweede lid, nieuw W.Reg.);
  2. een nieuwe afwijking van de toepassing van artikel 172 W.Reg. houdende verbod van afgifte van een uitgifte, afschrift of uittreksel van een rechterlijke beslissing vóór de registratieformaliteit (artikel 173, 7°bis, nieuw W.Reg.).

Artikel 171 W.Reg. is aangevuld met een tweede lid dat als volgt luidt (wijziging in het vet aangeduid):

"Alle expedities, afschriften van of uittreksels uit een burgerlijke of gerechtelijke authentieke akte die aan de formaliteit onderworpen is of die in artikel 8bis bedoeld is, moeten, of straffe van een boete van 25 EUR, een afschrift van de vermelding van de registratie of van de vermelding voorzien in het tweede lid van artikel 8 bevatten.

Het eerste lid is niet van toepassing op een afschrift gemaakt met het oog op de aanbieding ervan ter formaliteit van de registratie".

In artikel 173 W.Reg. wordt een 7°bis ingevoegd dat als volgt luidt (wijziging in het vet aangeduid):

"Van voorgaand artikel wordt afgeweken ten aanzien van:

(…)

7°bis de afschriften van de vonnissen en arresten gemaakt met het oog op de aanbieding ervan ter formaliteit van de registratie.".


2.3. Invoeging van een artikel 180ter en wijziging van artikel 1812 W.Reg.

De artikelen 114 en 115 van de wet zijn nodig omdat het W.Reg. niet bepaalt dat de erbij doorgevoerde wijzigingen kunnen geregeld worden bij een koninklijk besluit.

Artikel 114 van de wet voegt een nieuw artikel 180ter W.Reg. in dat de griffier verplicht de vermelding van de registratie van de vonnissen en arresten en de minuut van de rechterlijke beslissing te bewaren samen met een kopie van het geregistreerde afschrift. Rekening houdend met artikel 2262bis, § 1, derde lid BW, bedraagt de bewaartermijn minimum 20 jaar.

Artikel 115 van de wet vervangt artikel 1812, eerste lid W.Reg. Deze vervanging is nodig aangezien de registratie van het vonnis of arrest zal plaatsvinden na elektronische aanbieding (of bij uitzondering aanbieding op papier – z. hoger) van een eensluidend verklaard afschrift van de rechterlijke beslissing. Dit document en het registratierelaas moeten toegevoegd worden aan de lijst van akten waarvan inzage moet worden verleend door de griffiers.


3. Machtiging voor het verwerpen van bepaalde nalatenschappen voor de vrederechter

Nieuwe fiscale vrijstelling (art. 162, 19° W.Reg.)

Sinds 1 september 2020, kan voor elke minderjarige of persoon die onbekwaam werd verklaard om bepaalde nalatenschappen te verwerpen overeenkomstig artikel 492/1, §2, derde lid, 5° BW door zijn wettelijke vertegenwoordiger een bijzondere machtiging worden gevraagd aan de bevoegde vrederechter (art. 410 §1 BW). In deze nalatenschappen verklaart de persoon of de personen die verwerpen op eer in de akte van verwerping dat volgens hun kennis het nettoactief niet meer bedraagt dan € 5.000 (art. 784 BW).

De procedure voor de verwerping van deze nalatenschappen is kosteloos sinds de wet van 6 juli 2017. De verklaring van verwerping wordt kosteloos verleden en geregistreerd en wordt vrijgesteld van betaling van het recht op geschriften en bekendmakingskosten. Deze kosteloosheid strekt zich uit tot het ereloon en de kosten van de instrumenterende notaris voor de authentieke vaststelling van de verklaring van verwerping en de inschrijving in het centraal erfrechtregister (Z. ook Circulaire 2018/C/31 van 7 maart 2018, nr. 3.2).

Voortaan wordt een vrijstelling van de registratieformaliteit voorzien voor de akten, vonnissen en arresten betreffende procedures tot machtiging ingesteld overeenkomstig artikel 784/1 BW (art. 88 wet).

Dit nieuw geval van vrijstelling van de registratieformaliteit bepaald in art. 162, 19° W.Reg. houdt de facto tevens een vrijstelling van het griffierecht in, namelijk:

4. Inwerkingtreding

Bij gebrek aan bijzondere bepalingen treden de wijzigingen van het W.Reg. inzake de registratie van onderhandse akten en van vonnissen en arresten in werking de 10de dag na de publicatie in het Belgisch Staatsblad, dus op 17 augustus 2020.

De aanpassingen betreffende de machtiging voor het verwerpen van bepaalde nalatenschappen voor de vrederechter treden in werking op 1 september 2020, ongeacht het tijdstip waarop de nalatenschap is opengevallen (art. 90 en 91 wet).


Bron: Fisconetplus

Mots clés