Circulaire 2020/C/147 betreffende de Definitieve Vrijstellingen – Goederen die worden ingevoerd met het oog op onderzoek, analysen of proefnemingen

De Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen publiceerde op 20/11/2020 de Circulaire 2020/C/147 betreffende de Definitieve Vrijstellingen – Goederen die worden ingevoerd met het oog op onderzoek, analysen of proefnemingen


Inhoudstabel


1. Inleiding

2. Definities

3. Wettelijke basis

4. Bevoegdheden inzake toekenning van de vrijstelling

5. Toekenningsvoorwaarden van de vrijstelling

5.1. Voorwaarden betreffende de goederen

5.1.1. Strikt noodzakelijke hoeveelheid

5.1.2. Volledig verbruik of tenietgaan

5.2. Uitsluitingen

5.3. Voor de invoer van goederen vastgestelde termijn

5.4. Afwijking van de voorwaarden

6. Procedure

6.1. Aanvraag

6.2. Bewijsstukken

6.3. Onmiddellijke beslissing tot toekenning van de vrijstelling bij de invoer

6.4. Voorwaardelijke vrijstelling

6.4.1. Toekenning

6.4.2. Verlenging

6.4.3. Aanzuivering

6.5. Gebruik van de goederen na invoer -Controle achteraf

7. Bepalingen inzake btw

8. Accijnzen

9. Samenvattende tabel

10. Slotbepalingen

BIJLAGEN

BIJLAGE I - Artikelen 95 tot en met 101 van de Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen

BIJLAGE II - Artikel 34 van het KB nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde.


1. Inleiding

1. Deze circulaire regelt de vrijstelling van de rechten en de btw bij invoer bij de definitieve invoer in België van goederen ingevoerd met het oog op onderzoek, analysen of proefnemingen.
Inzake accijnsrechten is er GEEN ENKELE vrijstelling van toepassing.
Enkel goederen die afkomstig zijn uit derde landen buiten de EU kunnen in aanmerking komen voor deze vrijstelling.
Voor de praktische modaliteiten voor het opmaken van de invoeraangiften, is het nuttig om de circulaire ED (Enig Document) en de betrokken werkmethodes te raadplegen (LINK).

Circulaire 2018/C/105 “definitieve vrijstellingen – Algemeen” is ook nuttig om te raadplegen.


2. Definities

2. Voor de toepassing van deze circulaire verstaat men onder:
Overblijvende producten” (Artikel 99, §2 van de Verordening DV): producten die voortkomen uit de onderzoeken, analysen of proeven, dan wel goederen die niet daadwerkelijk zijn gebruikt.
“Verordening DV”: Verordening (EG) 1186/2009 van de Raad van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen.


3. Wettelijke basis

3. De wettelijke grondslagen waarvan de teksten als bijlage bij deze circulaire zijn toegevoegd, zijn de volgende:

1) Artikel 95 tot 101 van de Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen.

2) Artikel 34 van het KB nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde.


4. Bevoegdheden inzake toekenning van de vrijstelling

4. De door de Administratie Operaties aangeduide ambtenaar is bevoegd om de toelating tot invoer met vrijstelling te verlenen.
Om de gelijkheid tussen alle marktdeelnemers te waarborgen zal de Centrale Component van de Administratie Operaties bevoegd zijn wanneer de vrijstelling wordt aangevraagd voor het hele land en/of voor talrijke invoeren op een langere termijn.


5. Toekenningsvoorwaarden van de vrijstelling
5.1. VOORWAARDEN BETREFFENDE DE GOEDEREN
5.1.1. Strikt noodzakelijke hoeveelheid

5. De vrijstelling wordt slechts verleend voor de hoeveelheid goederen die strikt noodzakelijk is voor de verwezenlijking van het doel waarvoor zij zijn ingevoerd. Deze hoeveelheid wordt door de bevoegde autoriteiten vastgesteld, rekening houdend met genoemd doel. Over de specifieke hoeveelheid zal dus geval per geval beslist worden.
Voorbeeld
Het onderzoek van nieuwe geneesmiddelen vereist de invoer van duizenden pillen in tegenstelling tot onderzoek naar één nieuw automodel (men kan slechts 1 of 2 wagens met vrijstelling invoeren, geen tientallen)


5.1.2. Volledig verbruik of tenietgaan

6. Voor de toekenning van deze vrijstelling moeten de betrokken goederen bij het onderzoek, de analysen of proefnemingen volledig worden verbruikt dan wel tenietgaan. Met tenietgaan of volledig verbruik bedoelen we dat de geteste goederen volledig zijn verdwenen aan het einde van de tests en/of dat er enkel klein afval overblijft waaruit het onmogelijk is om terug te keren naar de ingevoerde goederen.
Voorbeeld
Onderzoek van nieuwe geneesmiddelen waarbij de geneesmiddelen oplossen in het lichaam van patiënten of een tankweerstandstest die eindigt met de volledige vernietiging van het voertuig.
Let op! Het tenietgaan hierboven uiteengezet mag niet worden verward met de “vernietiging” van de goederen onder douanetoezicht die onder de bijzondere regeling van actieve veredeling moet gebeuren wanneer de vernietiging niet vereist is door de overheid. (Zie Circulaire AV)
Zie 5.4 Afwijking van de voorwaarden in het geval de goederen niet volledig worden verbruikt of tenietgaan


5.2. UITSLUITINGEN

7. Van de vrijstelling zijn uitgesloten de goederen die dienen voor onderzoek, analysen of proefnemingen die als zodanig handelingen met het oog op klantenwerving vormen.
Daarnaast zijn dergelijke goederen ook uitgesloten van deze vrijstelling wanneer deze ingevoerd worden door een bedrijf waarvan het uitvoeren van dergelijke onderzoeken, analysen of proefnemingen voor klanten haar belangrijkste commerciële activiteit en de bron van haar inkomsten zijn.
Voorbeeld
De “Coca-Cola” vennootschap heeft op één van haar locaties in België haar eigen laboratorium voor onderzoeken met haar eigen personeel. De invoer van deze goederen wordt vrijgesteld wanneer zij binnen haar laboratorium tests voor nieuwe dranken uitoefent.
De invoer van dezelfde goederen door Coca-Cola wordt uitgesloten van de vrijstelling wanneer onderzoek naar nieuwe dranken wordt gedaan op vraag van Coca-cola in een onafhankelijk onderzoekslaboratorium dat eigendom is van een bedrijf dat gespecialiseerd is in dergelijke tests.


5.3. VOOR DE INVOER VAN GOEDEREN VASTGESTELDE TERMIJN

8. De termijn waarbinnen de goederen moeten worden ingevoerd, wordt door de bevoegde autoriteiten vastgesteld, rekening houdend met genoemd doel en de termijn waarbinnen de onderzoeken, analysen of proeven moeten plaatsvinden om hun doel te bereiken. Deze termijn is afhankelijk van de soort van goederen en van het type van onderzoek en wordt geval per geval bepaald. Er is geen algemene regel inzake de duur van deze termijn.
Op basis van de door de aanvrager gegeven informatie bepalen de bevoegde autoriteiten de termijn evenals de administratieve formaliteiten die moeten worden vervuld om te waarborgen dat de goederen voor de beoogde doeleinden worden aangewend.


5.4. AFWIJKING VAN DE VOORWAARDEN

9. Goederen die bij het onderzoek, de analysen of de proeven niet volledig worden verbruikt of tenietgaan, kunnen met vrijstelling ingevoerd worden mits de overblijvende producten met toestemming en onder toezicht van de bevoegde autoriteiten:

a) Na afloop van het onderzoek, de analysen of de proefnemingen geheel worden vernietigd of zodanig worden behandeld dat zij geen handelswaarde meer hebben;

b) Zonder kosten aan de schatkist worden afgestaan, wanneer de nationale voorschriften in deze mogelijkheid voorzien, of

c) In met redenen omklede gevallen, uit het douanegebied van de Europese Unie worden uitgevoerd.

Uitgezonderd de drie hiervoor opgesomde bestemmingen worden de na afloop van de onderzoeken, analysen of proeven overblijvende producten onderworpen aan de betaling van de daarvoor geldende rechten bij invoer, tegen het op het tijdstip van de beëindiging van deze onderzoeken, analysen of proeven van kracht zijnde tarief, zulks naar de soort en op de grondslag van de douanewaarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard.
10. De belanghebbende kan, met toestemming en onder toezicht van de bevoegde autoriteiten, de overblijvende producten tot resten of afvallen verwerken. In dat geval zijn de rechten bij invoer de rechten die gelden voor de resten of afvallen op de datum waarop deze worden verkregen.


6. Procedure
6.1. AANVRAAG

11. De aanvraag (schriftelijk en elektronisch indien mogelijk) van toelating om met vrijstelling in te voeren, moet ten laatste op het ogenblik van de invoer van de goederen ingediend worden bij de dienst aangeduid door de Administratie Operaties.
In de aanvraag dient melding te worden gemaakt van:
- Aard, hoeveelheid en waarde van de betrokken goederen;
- Omstandige omschrijving van het onderzoek, de analyses of de proefnemingen waaraan de betrokken goederen zullen worden onderworpen;
- Omstandige omschrijving van het doel waarvoor het onderzoek, de analyses of de proefnemingen worden verricht, alsmede door wie en voor wiens rekening dit geschiedt;
- Nauwkeurige aanduiding van de plaats waar het onderzoek, de analyses of proefnemingen plaatsvinden;
- Aanduiding van de termijn welke noodzakelijk is om de vereiste onderzoeken, analyses of proeven te kunnen verrichten, alsmede het vermoedelijk tijdstip waarop deze een aanvang zullen nemen.
12. In de aanvraag dient ook de verbintenis te worden aangegaan dat alle betrokken goederen na de invoer uitsluitend voor onderzoek, analyses of proefnemingen in de zin van de betrokken bepalingen van de Verordening (EG) nr. 1186/2019 van de Raad van 16 november 2009 zullen worden aangewend en dat zij bij dit onderzoek, deze analyses of proefnemingen volledig zullen worden verbruikt, dan wel tenietgaan.
Indien dit laatste niet het geval mocht zijn, dient hieromtrent een omstandige uitleg te worden verstrekt (o.a. aard, hoeveelheid en bestemming van de “overblijvende producten” - voor de definitie van deze laatste uitdrukking, zie punt 2 van deze Circulaire).
13. Tevens dient in bedoelde aanvraag te worden bevestigd dat kennis werd genomen van het feit dat de vrijstelling slechts definitief verworven is nadat uit de controle na de invoer van de goederen gebleken is dat aan alle gestelde voorwaarden is voldaan en, dat alle faciliteiten zullen worden verleend teneinde elke door de bevoegde autoriteiten ter zake nodig geachte controle mogelijk te maken.
14. Deze aanvraag en daarbij horende verbintenis en bevestiging dat de vrijstelling slechts definitief is na controle dient ondertekend te zijn door de persoon die bevoegd is het bedrijf financieel verantwoordelijk te stellen.


6.2. BEWIJSSTUKKEN

15. De belanghebbende dient alle in punt 6.1 vereiste informatie te verstrekken, door elk bewijsmiddel, bij voorkeur langs elektronische weg. De omschrijvingen (in het bijzonder hoe het volledige verbruik of tenietgaan van de goederen zal gebeuren) moeten voldoende gedetailleerd zijn om de douane in staat te stellen een weloverwogen beslissing te nemen over het onderzoek, de analyses of proefnemingen, hun doel, evenals over de controle-procedure.


6.3. ONMIDDELLIJKE BESLISSING TOT TOEKENNING VAN DE VRIJSTELLING BIJ DE INVOER

16. Wanneer de bevoegde dienst over alle noodzakelijke elementen beschikt die nuttig zijn om te kunnen beslissen over het toekennen van de vrijstelling, vindt de invoer plaats onder dekking van een aangifte waarin onder andere de code “C33” staat in de tweede onderverdeling van vak 37 of zijn elektronische variant.


6.4. VOORWAARDELIJKE VRIJSTELLING
6.4.1. Toekenning

17. Indien door omstandigheden de goederen ten invoer worden aangegeven zonder dat aan alle vereiste voorwaarden is voldaan om definitief over het verlenen van de vrijstelling te kunnen beslissen, worden de goederen door de bevoegde douaneambtenaar met voorwaardelijke vrijstelling toegelaten onder dekking van een invoeraangifte die wordt geldig gemaakt voor een termijn van twee maanden mits zekerheidsstelling en grondige verificatie.
18. De reden van de toelating met voorwaardelijke vrijstelling wordt in het daartoe bestemde vak van de invoeraangifte vermeld met de volgende vermelding:
Goederen ingevoerd met het oog op onderzoek, analyses of proefnemingen - Voorwaardelijke vrijstelling op invoer nr. ………………………………… dd. ………………… van het douanekantoor …………………… - Toepassing van §§ 17 tot 19 van Circulaire 2020/C/X betreffende definitieve vrijstellingen – goederen die worden ingevoerd met het oog op onderzoek, analysen of proefnemingen”.
19. Voor het overige moet worden opgemerkt dat deze aangifte met voorwaardelijke vrijstelling strikt tijdelijk is en binnen 2 maanden moet worden aangezuiverd door een definitieve invoeraangifte, met of zonder betaling.


6.4.2. Verlenging

20. De geldigheidstermijn van de invoeraangifte met voorwaardelijke vrijstelling kan, wegens bijzondere omstandigheden en op verzoek van de belanghebbende, verlengd worden.


6.4.3. Aanzuivering

21. Wanneer de aangiften met voorwaardelijke vrijstelling volledig aangezuiverd kunnen worden door de toekenning van de definitieve vrijstelling (bv. na voorlegging van de bewijsstukken die bij de invoer ontbraken), moeten ze door een definitieve aangifte tot vrij verkeer worden vervangen.
22. Op deze aangifte mag de omschrijving van de goederen en de aanduiding van de desbetreffende tariefposten worden weggelaten en vervangen door de vermelding:
Goederen die worden ingevoerd met het oog op onderzoek, analysen of proefnemingen – Zuivering door toelating onder definitieve vrijstelling van de invoeraangifte (met voorwaardelijke vrijstelling) nr. . . . . . . . . . . . .. dd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. van het douanekantoor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. - Toepassing van §§21 van Circulaire 2020/C/X betreffende definitieve vrijstellingen– goederen die worden ingevoerd met het oog op onderzoek, analysen of proefnemingen
23. Wanneer de aangifte niet regelmatig wordt aangezuiverd (geheel of gedeeltelijk) en de zekerheidsstelling werd opgenomen in de definitieve ontvangsten (geheel of gedeeltelijk), wordt het bedrag van de verschuldigde belastingen berekend op basis van de waarden die werden gebruikt om de zekerheidsstelling te bepalen.
24. De goederen welke niet met definitieve vrijstelling kunnen worden toegelaten dienen te worden onderworpen aan de betaling van de verschuldigde invoerrechten op het kantoor van geldigmaking van de invoeraangifte met voorwaardelijke vrijstelling door middel van een vervangende invoeraangifte tot vrij verkeer (met betaling). Op de invoeraangifte dient de omschrijving van de goederen en de aanduiding van de desbetreffende tariefposten worden weggelaten en vervangen door de vermelding:
Goederen ingevoerd met het oog op onderzoek, analyses of proefnemingen - Zuivering door betaling van de verschuldigde invoerrechten van invoeraangifte (met voorwaardelijke vrijstelling) nr. ……………………..…….. dd. ………..…………… van het douanekantoor …………………….. - Toepassing van §24 van Circulaire 2020/C/X betreffende definitieve vrijstellingen – goederen die worden ingevoerd met het oog op onderzoek, analysen of proefnemingen.


6.5. GEBRUIK VAN DE GOEDEREN NA INVOER -CONTROLE ACHTERAF

25. De vrijstelling is slechts definitief verworven nadat uit de controle na invoer van de goederen blijkt dat aan alle voorwaarden is voldaan. Daarom moet ook elke door de bevoegde autoriteiten ter zake nodige geachte controle mogelijk worden gemaakt.
De controle achteraf is voornamelijk bedoeld de naleving van de voorwaarden waaraan het behoud van de vrijstelling is onderworpen na te gaan, in het bijzonder de vernietiging van de goederen na afloop van het daartoe aangegeven gebruik. Een verificatie ter plaatse is in de meeste gevallen aangewezen.
Deze controle wordt gedaan door de door de Administratie Operaties aangeduide douanedienst.
Indien misbruiken worden vastgesteld, dient daaromtrent een dossier te worden samengesteld, dat langs hiërarchische weg aan de Centrale Administratie Operaties wordt overgemaakt.


7. Bepalingen inzake btw

26. Goederen die bestemd zijn voor onderzoek, analyse of proefnemingen mogen met volledige vrijstelling van btw worden ingevoerd uit niet-EU-landen met inachtneming van de beperkingen en onder de voorwaarden gesteld bij Artikel 34 van het KB nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde.
De btw-vrijstelling wordt onder dezelfde voorwaarden toegekend als de vrijstelling van invoerrechten. De toepassingsmodaliteiten inzake invoerrechten zijn dan ook “mutatis mutandis” toepasselijk inzake btw.


8. Accijnzen

27. Er is geen vrijstelling van accijnzen voor de invoer uit niet-EU-landen.


9. Samenvattende tabel

10. Slotbepalingen

29. Deze circulaire vervangt de vroegere wettelijke en reglementaire bepalingen (en de commentaren ervan) van Hoofdstuk I, Titel XXI (Vrijstelling voor goederen die worden ingevoerd met het oog op onderzoek, analyses of proefnemingen) van de Instructie Definitieve Vrijstellingen 1984 – DI 510.0 en heft de genoemde bepalingen op.

Voor de administrateur-generaal van de douane en accijnzen

Jo Lemaire
Adviseur-generaal


BIJLAGEN

BIJLAGE I - ARTIKELEN 95 TOT EN MET 101 VAN DE VERORDENING (EG) NR. 1186/2009 VAN DE RAAD VAN 16 NOVEMBER 2009 BETREFFENDE DE INSTELLING VAN EEN COMMUNAUTAIRE REGELING INZAKE DOUANEVRIJSTELLINGEN

HOOFDSTUK XXII
Goederen die worden ingevoerd met het oog op onderzoek, analysen of proefnemingen

Artikel 95
Behoudens de artikelen 96 tot en met 101, wordt vrijstelling van rechten bij invoer verleend voor goederen die bestemd zijn vooronderzoek, analysen of proefnemingen met het oog op de vaststelling van hun samenstelling, kwaliteit of andere technische kenmerken voor het verkrijgen van informatie of voor industrieel of commercieel onderzoek.
Artikel 96
Onverminderd het bepaalde in artikel 99 wordt het verlenen van de in artikel 95 bedoelde vrijstelling afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de aan onderzoek, analysen of proeven onderworpen goederen bij dit onderzoek, deze analysen of proefnemingen volledig worden verbruikt dan wel tenietgaan.
Artikel 97
Van de vrijstelling zijn uitgesloten goederen die dienen vooronderzoek, analysen of proefnemingen die als zodanig handelingen met het oog op klantenwerving vormen.
Artikel 98
De vrijstelling wordt slechts verleend voor de hoeveelheid goederen die strikt noodzakelijk is voor de verwezenlijking van het doel waarvoor zij zijn ingevoerd. Deze hoeveelheid wordt per gevaldoor de bevoegde autoriteiten vastgesteld, rekening houdend met genoemd doel.
Artikel 99
1. De in artikel 95 bedoelde vrijstelling strekt zich uit tot goederen die bij het onderzoek, de analysen of de proeven niet volledig worden verbruikt of tenietgaan, mits de overblijvende producten met toestemming en onder toezicht van de bevoegde autoriteiten:
a) na afloop van het onderzoek, de analysen of de proefnemingen geheel worden vernietigd of zodanig worden behandeld dat zij geen handelswaarde meer hebben;
b) zonder kosten aan de schatkist worden afgestaan, wanneer de nationale voorschriften in deze mogelijkheid voorzien, of
c) in met redenen omklede gevallen, uit het douanegebied van de Gemeenschap worden uitgevoerd.
2. Voor de toepassing van lid 1 wordt onder „overblijvende producten” verstaan, producten die voortkomen uit de onderzoeken, analysen of proeven, dan wel goederen die niet daadwerkelijk zijn gebruikt.
Artikel 100
Behoudens toepassing van het bepaalde in artikel 99, lid 1, worden de na afloop van de in artikel 95 bedoelde onderzoeken, analysen of proeven overblijvende producten onderworpen aan de daarvoor geldende rechten bij invoer, tegen het op het tijdstip van de beëindiging van deze onderzoeken, analysen of proeven van kracht zijnde tarief, zulks naar de soort en op de grondslag van de douanewaarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard.
De belanghebbende kan evenwel, met toestemming en onder toezicht van de bevoegde autoriteiten, de overblijvende producten tot resten of afvallen verwerken. In dat geval zijn de rechten bij invoer de rechten die gelden voor de resten of afvallen op de datum waarop deze worden verkregen.
Artikel 101
De termijn waarbinnen de onderzoeken, analysen of proeven moeten plaatsvinden, en de administratieve formaliteiten die moeten worden vervuld om te waarborgen dat de goederen voor de beoogde doeleinden worden aangewend, worden door de bevoegde autoriteiten vastgesteld.


BIJLAGE II- ARTIKEL 34 VAN HET KB NR. 7 VAN 29 DECEMBER 1992 MET BETREKKING TOT DE INVOER VAN GOEDEREN VOOR DE TOEPASSING VAN DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE.

Artikel 34
§1. Onder voorbehoud van het bepaalde in de paragrafen 2 tot en met 7 wordt vrijstelling van de belasting verleend voor de definitieve invoer van goederen die bestemd zijn voor onderzoek, analyses of proefnemingen met het oog op de vaststelling van hun samenstelling, kwaliteit of andere technische kenmerken voor het verkrijgen van informatie of voor industrieel of commercieel onderzoek.
§2. Onverminderd het bepaalde in paragraaf 5 wordt het verlenen van de vrijstelling afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de aan onderzoek, analyses of proeven onderworpen goederen bij dit onderzoek, deze analyses of proefnemingen volledig worden verbruikt dan wel tenietgaan.
§3. Van de vrijstelling zijn uitgesloten goederen die dienen voor onderzoek, analyses of proefnemingen die als zodanig handelingen met het oog op klantenwerving vormen.
§4. De vrijstelling wordt slechts verleend voor de hoeveelheid goederen die strikt noodzakelijk is voor de verwezenlijking van het doel waarvoor zij zijn ingevoerd. Deze hoeveelheid wordt per geval door de administratie vastgesteld, rekening houdend met genoemd doel.
§5. De vrijstelling strekt zich uit tot goederen die bij het onderzoek, de analyses of de proeven niet volledig worden verbruikt of tenietgaan, mits de overblijvende producten met toestemming en onder toezicht van de administratie:
1° hetzij, na afloop van het onderzoek, de analyses of de proefnemingen, geheel worden vernietigd of zodanig worden behandeld dat zij geen handelswaarde meer hebben;
2° hetzij zonder kosten aan de Schatkist worden afgestaan, met inachtneming van de beperkingen en onder de voorwaarden gesteld voor de toekenning van de vrijstelling inzake invoerrecht;
3° hetzij, in met redenen omklede gevallen, uit de Gemeenschap worden uitgevoerd.
Onder "overblijvende producten" wordt verstaan, producten die voortkomen uit de onderzoeken, analyses of proeven, dan wel goederen die niet daadwerkelijk zijn gebruikt.
§6. Behoudens toepassing van het bepaalde in paragraaf 5, worden de na afloop van de in paragraaf 1 bedoelde onderzoeken, analyses of proeven overblijvende producten onderworpen aan de belasting, tegen het op het tijdstip van de beëindiging van deze onderzoeken, analyses of proeven van kracht zijnde tarief en over de op datzelfde tijdstip vastgestelde maatstaf van heffing.
De belanghebbende kan evenwel, met toestemming en onder toezicht van de administratie, de overblijvende producten tot resten of afvallen verwerken. In dat geval is de belasting bij invoer de belasting die geldt voor de resten of de afvallen op de datum waarop deze worden verkregen.
§7. De administratie bepaalt de termijn waarbinnen de onderzoeken, analyses of proeven moeten plaatsvinden.
----------------
Interne ref.: DI 510.210 – OEO/EOS-DD 015.984


Bron: Fisconetplus

Mots clés

Articles recommandés

Focus on Europa's nieuwe digitale grenssysteem

Vereenvoudigde aangifte : nieuwe circulaire 2024/C/76

Circulaire 2024/C/81 betreffende Definitieve Vrijstellingen – Goederen ingevoerd voor blinden en andere gehandicapten