• FR
  • NL
  • EN

Circulaire 2020/C/4 betreffende het Waals begrotingsdecreet van 19 december 2019 inzake registratierechten

De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie publiceerde op 10/01/2020 de circulaire 2020/C/4. Administratieve commentaar betreffende het decreet van 19 december 2019 houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waals Gewest voor het begrotingsjaar 2020 – Waals Gewest – Registratierechten – Opheffing van het verlaagd recht van 6% voor de verkopen op lijfrente – Overgangsmaatregel .


1. Opheffing van het verlaagd recht van 6% voor de verkopen op lijfrente vanaf 1 januari 2020

Het decreet van 19 december 2019 houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waals Gewest voor het begrotingsjaar 2020 (begrotingsdecreet) is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2019 (ed. 1, p. 119343). Het begrotingsdecreet heeft onder meer het gunstregime opgeheven dat toepasselijk was voor verkopen op lijfrente sedert 1 januari 2018.

De artikelen 44, tweede lid en 48, tweede lid Waals W.Reg. worden opgeheven (artt. 19, eerste lid en 20, eerste lid begrotingsdecreet). Bijgevolg wordt teruggegrepen naar het gewoon recht van 12,5% voorzien bij art. 44 Waals W.Reg.

Deze maatregel heeft uitwerking op 1 januari 2020 (art. 21 begrotingsdecreet). De opheffing is toepasselijk op de authentieke akten tot vaststelling van een verkoop op lijfrente gesloten vanaf 1 januari 2020.


2. Overgangsmaatregel voor de onderhandse akten geregistreerd vóór 21 december 2019

De registratie van een onderhandse verkoopakte gebeurt met toepassing van het gewoon tarief. Het tarief van 6% is slechts toepasselijk als de verkoop op lijfrente wordt vastgesteld bij authentieke akte.

Nochtans heeft de Waalse decreetgever het verlaagd tarief van 6% en de minimale heffingsgrondslag behouden voor de verkopen die werden vastgesteld bij onderhandse akte die een vaste datum heeft verkregen in de zin van artikel 1328 van het Burgerlijk Wetboek (van de dag van de registratie, van de dag van de vaststelling van de overeenkomst in een authentieke akte – dus geregistreerd – of van de dag van het overlijden van één van de partijen) vóór 21 december 2019 (artt. 19, tweede lid en 20, tweede lid begrotingsdecreet).


De heffing van het gewoon recht op de aanbieding van de onderhandse verkoopakte sluit in principe elke teruggave uit. In afwijking daarvan staat het begrotingsdecreet de teruggave toe van het te veel geheven recht, met name het verschil tussen het geheven gewone recht en het verminderd recht bij toepassing van het oud artikel 44, tweede lid Waals W.Reg. (art. 19, derde lid begrotingsdecreet).


Het behoud van het tarief van 6% op de authentieke akten die een uiterlijk op 20 december 2019 geregistreerde onderhandse akte bevestigen moet aan bepaalde voorwaarden beantwoorden:


  1. De verkoper moet de verkoop op lijfrente in een authentieke akte vaststellen.
  2. De authentieke akte moet het registratierelaas van de onderhandse aankoopakte bevatten.
  3. De verkoop op lijfrente moet voldoen aan de toepassingsvoorwaarden uiteengezet in circulaire 2018/C/112 van 19 september 2018, met name:


  • een verkoop stricto sensu;
  • met vestiging van een lijfrente, met of zonder boeket;
  • in het voordeel van een natuurlijke persoon;
  • van de hoofdverblijfplaats van de verkoper sedert minstens vijf jaar;
  • met vermelding van de elementen die toelaten de heffingsgrondslag vast te stellen;
  • bij een verkoop op lijfrente met voorbehoud van vruchtgebruik door de verkoper mag de heffingsgrondslag niet lager zijn dan een percentage dat varieert naargelang de maximumduur van de rente:


- 50 % van de verkoopwaarde van de volle eigendom indien de maximale duur van de rente kleiner dan of gelijk is aan 20 jaar;

- 40 % van de verkoopwaarde van de volle eigendom indien de maximale duur van de rente hoger dan 20 jaar is (oud art. 48, tweede lid Waals W.Reg.).


Hierna volgen de verschillende toepassingsgevallen naargelang de aard van de akte van verkoop op lijfrente (onderhandse of authentieke akte).

Voor de onderhandse akten (verkoopcompromis) moet er onderscheid worden gemaakt naargelang de verkoop op lijfrente al dan niet onder opschortende voorwaarde werd gesloten:


  • zonder opschortende voorwaarde: het gewoon recht van 12,5% wordt onmiddellijk geheven, en het verminderd recht kan op twee manieren worden verkregen:


- in de later verleden authentieke akte leven de partijen de voormelde voorwaarden na (zie nrs. 1 tot 3 hiervoor), vragen uitdrukkelijk de toepassing van de teruggave en de toekenning van het verlaagd tarief van 6% (bij toepassing van de artt. 19, derde lid, en 20, derde lid begrotingsdecreet),

OF

- wanneer de partijen hebben nagelaten uitdrukkelijk de toepassing van artikel 19, derde lid, en 20, derde lid van het begrotingsdecreet in te roepen in de authentieke akte, behouden zij de mogelijkheid de bij het derde lid van de voormelde artikelen voorziene teruggave te bekomen, mits aangetekend verzoek tot teruggave van het evenredig recht , binnen de twee jaar vanaf het verlijden van de authentieke akte (bij toepassing van art. 217² Waals W.Reg.).


  • met opschortende voorwaarde: de verkoopcompromis is geregistreerd tegen het algemeen vast recht (€ 50) en het verlaagd tarief kan op twee manieren verkregen worden:


- in de later verleden authentieke akte leven de partijen de voormelde voorwaarden na (zie nrs. 1 tot 3 hiervoor), waarbij ze bevestigen dat de opschortende voorwaarde is vervuld en verzoeken ze uitdrukkelijk om de toepassing van de teruggave en de toekenning van het verlaagd tarief van 6% (bij toepassing van de artt. 19, derde lid, en 20, derde lid van het begrotingsdecreet),

OF

- wanneer de partijen hebben nagelaten uitdrukkelijk de toepassing van artikel 19, derde lid, en 20, derde lid van het begrotingsdecreet in te roepen in de authentieke akte, behouden zij de mogelijkheid de bij het derde lid van de voormelde artikelen voorziene teruggave te bekomen, mits aangetekend verzoek tot teruggave van het evenredig recht , binnen de twee jaar vanaf het verlijden van de authentieke akte (bij toepassing van art. 217² Waals W.Reg.).

Voor de authentieke akten (inbegrepen de akten van neerlegging onder de minuten van een Belgische notaris) die werden verleden vóór 1 januari 2020 en die onderworpen waren aan een opschortende voorwaarde die vervuld werd na 1 januari 2020 bedraagt het toepasselijk tarief 6%.


Wat betreft de heffingsgrondslag hanteert de fiscale administratie evenwel een administratieve tolerantie wat betreft de minimale heffingsgrondslag bedoeld in artikel 48, tweede lid Waals W.Reg., die toepasselijk blijft voor die authentieke verkoopakten onder opschortende voorwaarde.


Bron: Fisconetplus

Mots clés

Articles recommandés

Phishing - "belastingteruggave"