Circulaire 2020/C/92 over wettelijke en eventuele extrawettelijke uitkeringen ingevolge tijdelijke werkloosheid

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 03/07/2020 de circulaire 2020/C/92 over wettelijke en eventuele extrawettelijke uitkeringen ingevolge tijdelijke werkloosheid.

Addendum bij de circulaire 2020/C/57 van 20.04.2020 over werkloosheidsuitkeringen en eventuele aanvullende vergoedingen ingevolge tijdelijke werkloosheid.


Inhoudstafel

I. Inleiding
II. FAQ over de fiscale behandeling van wettelijke en eventuele extrawettelijke uitkeringen ingevolge tijdelijke werkloosheid

1. Worden de wettelijke en eventuele extrawettelijke uitkeringen 'tijdelijke werkloosheid' ten gevolge van het uitbreken van het coronavirus op fiscaal vlak anders behandeld dan de reeds bestaande uitkeringen?
2. Zijn de wettelijke en eventuele extrawettelijke uitkeringen die ik ingevolge tijdelijke werkloosheid ontvang, belastbaar?
3. Komen deze wettelijke en extrawettelijke uitkeringen in aanmerking voor een belastingvermindering?
4. Welke factoren beïnvloeden het bedrag van de belastingvermindering?
5. Wat is het maximumbedrag van de belastingvermindering?
6. Kan het zijn dat de belastingvermindering in mijn geval slechts een fractie van het maximumbedrag van 1.828,41 euro bedraagt of zelfs gelijk is aan nul?
7. Wordt er bedrijfsvoorheffing ingehouden op die wettelijke en extrawettelijke uitkeringen?
8. Is de bedrijfsvoorheffing gelijk aan de eindbelasting?
9. Wanneer kan ik zicht krijgen op mijn belastingtoestand voor het inkomstenjaar 2020, aanslagjaar 2021?


I. Inleiding

1. De circulaire 2020/C/57 van 20.04.2020 over werkloosheidsuitkeringen en eventuele aanvullende vergoedingen ingevolge tijdelijke werkloosheid bevat FAQ over de fiscale behandeling van werkloosheidsuitkeringen en eventuele aanvullende vergoedingen ingevolge tijdelijke werkloosheid.

2. In die FAQ wordt onder meer gesteld dat de bestaande fiscale bepalingen niet toelaten om een onderscheid te maken tussen uitkeringen ingevolge tijdelijke werkloosheid ten gevolge van het uitbreken van het coronavirus en andere werkloosheidsuitkeringen (zie vraag 1).

3. Daar is nu verandering in gekomen. De wetgever heeft namelijk beslist om het tarief van de bedrijfsvoorheffing op de wettelijke uitkeringen die vanaf 01.05.2020 tot en met 31.12.2020 worden betaald of toegekend aan tijdelijk werklozen (1) en betrekking hebben op dagen van tijdelijke werkloosheid in diezelfde periode, te verlagen van 26,75 % naar 15 % (2). Op het vlak van de berekening van de belasting is er echter niets gewijzigd.

(1) Als bedoeld in artikel 27, 2° van het koninklijk besluit van 25.11.1991 houdende de werkloosheidsreglementering.

(2) Zie artikel 17 van de wet van 29.05.2020 houdende diverse fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie (BS van 11.06.2020) dat in de toepassingsregels van het nr. 2.13 van de bijlage III, KB/WIB 92 een nieuwe bepaling onder D invoegt die luidt als volgt: 'D. In afwijking van de punten A, B en C zijn de wettelijke uitkeringen die worden betaald of toegekend aan tijdelijk werklozen zoals bedoeld in artikel 27, 2°, van het koninklijk besluit van 25.11.1991 houdende de werkloosheidsreglementering, aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 15 % (zonder vermindering), voor zover deze inkomsten worden betaald of toegekend vanaf 01.05.2020 tot en met 31.12.2020 en betrekking hebben op dagen van tijdelijke werkloosheid in diezelfde periode.'.

4. Deze verlaging geldt evenwel niet voor de extrawettelijke uitkeringen.

5. Gelet op het voorgaande moet de FAQ van voormelde circulaire 2020/C/57 worden gewijzigd. De FAQ die hierna volgt, vervangt dan ook de FAQ van voormelde circulaire 2020/C/57.


II. FAQ over de fiscale behandeling van wettelijke en eventuele extrawettelijke uitkeringen ingevolge tijdelijke werkloosheid

1. WORDEN DE WETTELIJKE EN EVENTUELE EXTRAWETTELIJKE UITKERINGEN 'TIJDELIJKE WERKLOOSHEID' TEN GEVOLGE VAN HET UITBREKEN VAN HET CORONAVIRUS OP FISCAAL VLAK ANDERS BEHANDELD DAN DE REEDS BESTAANDE UITKERINGEN?


Op het vlak van de berekening van de belasting maken de bestaande fiscale bepalingen geen onderscheid tussen uitkeringen ingevolge tijdelijke werkloosheid ten gevolge van het uitbreken van het coronavirus en andere uitkeringen ingevolge tijdelijke werkloosheid.


Op het vlak van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing is er daarentegen wel een specifieke regeling voorzien voor de wettelijke uitkeringen die vanaf 01.05.2020 tot en met 31.12.2020 worden betaald of toegekend aan tijdelijk werklozen (zie vraag 7) en betrekking hebben op dagen van tijdelijke werkloosheid in diezelfde periode. Het maakt daarbij geen verschil of het gaat om uitkeringen ingevolge tijdelijke werkloosheid ten gevolge van het uitbreken van het coronavirus dan wel om andere uitkeringen ingevolge tijdelijke werkloosheid.


U kan de belangrijkste principes van het belastingstelsel van die wettelijke en extrawettelijke uitkeringen ingevolge tijdelijke werkloosheid hieronder raadplegen.


2. ZIJN DE WETTELIJKE EN EVENTUELE EXTRAWETTELIJKE UITKERINGEN DIE IK INGEVOLGE TIJDELIJKE WERKLOOSHEID ONTVANG, BELASTBAAR?

Ja. Deze wettelijke en eventuele extrawettelijke uitkeringen zijn in de inkomstenbelasting belastbaar tegen de gewone belastingtarieven (namelijk het progressief tarief, wat betekent dat de tarieven stijgen naarmate uw inkomen toeneemt).


3. KOMEN DEZE WETTELIJKE EN EXTRAWETTELIJKE UITKERINGEN IN AANMERKING VOOR EEN BELASTINGVERMINDERING?

In principe wel.

De toepassing van een belastingvermindering op deze uitkeringen en het bedrag ervan zijn evenwel afhankelijk van een aantal factoren.


4. WELKE FACTOREN BEÏNVLOEDEN HET BEDRAG VAN DE BELASTINGVERMINDERING?

Wanneer u voor het jaar 2020 naast die uitkeringen ingevolge tijdelijke werkloosheid ook nog bezoldigingen als werknemer of andere inkomsten heeft ontvangen (bijvoorbeeld onroerende inkomsten), wordt het bedrag van de belastingvermindering beperkt.


5. WAT IS HET MAXIMUMBEDRAG VAN DE BELASTINGVERMINDERING?

De berekening van de belastingvermindering is technisch complex. Zo bestaat die vermindering uit twee delen, met name een basisvermindering en eventueel nog een bijkomende vermindering. Wanneer u voor het inkomstenjaar 2020 bijvoorbeeld ook nog bezoldigingen als werknemer heeft verkregen dan kan u enkel aanspraak maken op de basisvermindering. Die bedraagt in principe maximaal 1.828,41 euro maar wordt afgebouwd in functie van uw andere inkomsten (zie vragen 4 en 6).


6. KAN HET ZIJN DAT DE BELASTINGVERMINDERING IN MIJN GEVAL SLECHTS EEN FRACTIE VAN HET MAXIMUMBEDRAG VAN 1.828,41 EURO BEDRAAGT OF ZELFS GELIJK IS AAN NUL?

Dat is inderdaad mogelijk.

Wanneer uw wettelijke en eventuele extrawettelijke uitkeringen slechts een klein deel bedragen van het totaal bedrag van uw belastbare inkomsten (beroepsinkomsten, roerende en onroerende inkomsten, diverse inkomsten) dan zal de belastingvermindering slechts zeer beperkt of zelfs nul zijn.

De belastingvermindering is bijvoorbeeld gelijk aan nul wanneer u gedurende het inkomstenjaar 2020 een belastbaar inkomen heeft gehad van 29.600 euro of meer.


7. WORDT ER BEDRIJFSVOORHEFFING INGEHOUDEN OP DIE WETTELIJKE EN EXTRAWETTELIJKE UITKERINGEN?

De wettelijke uitkeringen die vanaf 01.05.2020 tot en met 31.12.2020 worden betaald of toegekend aan tijdelijk werklozen en betrekking hebben op dagen van tijdelijke werkloosheid in diezelfde periode, worden onderworpen aan een bedrijfsvoorheffing tegen het tarief van 15 %.

De andere wettelijke uitkeringen en extrawettelijke uitkeringen ingevolge tijdelijke werkloosheid worden onderworpen aan een bedrijfsvoorheffing tegen het tarief van 26,75 %.

Die bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden op het bedrag van de wettelijke en extrawettelijke uitkeringen ingevolge tijdelijke werkloosheid. U ontvangt dus het bedrag van die wettelijke en extrawettelijke uitkeringen verminderd met de bedrijfsvoorheffing.


8. IS DE BEDRIJFSVOORHEFFING GELIJK AAN DE EINDBELASTING?

Neen, de bedrijfsvoorheffing is slechts een voorafname van de definitief verschuldigde inkomstenbelasting en wordt daarmee verrekend. Het is dus niet zo dat het tarief van de bedrijfsvoorheffing volledig overeenstemt met het belastingtarief dat uiteindelijk op die uitkeringen zal worden toegepast.


9. WANNEER KAN IK ZICHT KRIJGEN OP MIJN BELASTINGTOESTAND VOOR HET INKOMSTENJAAR 2020, AANSLAGJAAR 2021?

Zodra het berekeningsprogramma personenbelasting definitief is (vermoedelijk in de loop van het voorjaar 2021) kan u een berekening voor het inkomstenjaar 2020, aanslagjaar 2021, uitvoeren via de applicatie Taxcalc (http://ccff02.minfin.fgov.be/taxcalc/app/anonymous/public/calcbox/home.do).


Bron: Fisconetplus


Mots clés