• FR
  • NL
  • EN

Circulaire 2021/C/27 inzake de gewone wet van 03.12.2020 en de bijzondere wet van 13.12.2020 inzake registratierechten

De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie - Registratierechten publiceerde op 16/03/2021 de Circulaire 2021/C/27.


Administratieve commentaar inzake de wetten van 3 en 13 december 2020 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten met het oog op de verplichte registratie van buitenlandse notariële akten – Federale staat – Registratierechten – Verplichte registratie van buitenlandse notariële akten houdende roerende schenking.


Inhoudstafel

I. Inleiding

II. Verplichte registratie van in het buitenland verleden notariële akten houdende schenking van roerende goederen

2.1. Doelstellingen van de federale wetgever

2.2. Registratieverplichting

2.3. Toepassingsgebied

2.3.1. Schenking

2.3.2. Roerende schenking

2.3.3. Roerende schenking door een rijksinwoner

2.3.4. Buitenlandse notariële akte

2.4. Aanbieden van documenten voor de registratieformaliteit

2.5. Termijn voor registratie

2.6. Personen gehouden tot de aanbieding ter registratie en de betaling van de rechten

2.7. Plaats van de registratie

2.8. Toepasselijke gewestelijke fiscale wetgeving

2.9. Inwerkingtreding


I. Inleiding

Het Belgisch Staatsblad van 11 december 2020 (ed. 1) publiceerde de wet van 3 december 2020 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten met het oog op de verplichte registratie van buitenlandse notariële akten (II). Deze wet, goedgekeurd bij gewone meerderheid, heeft betrekking op de artikelen 211, tweede lid, 25, eerste lid en 32, 8° W. Reg. (hierna: gewone wet).

Het Belgisch Staatsblad van 15 december 2020 (ed. 2) publiceerde de bijzondere wet van 13 december 2020 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten met het oog op de verplichte registratie van buitenlandse notariële akten (I). Deze wet, aangenomen bij bijzondere meerderheid, heeft betrekking op de artikelen 19, eerste lid, 6°, en 2 en 35, eerste lid, 8° van het W. Reg. (hierna: bijzondere wet).


Beide wetten maakten het voorwerp uit van hetzelfde wetsvoorstel, dat in twee delen was opgesplitst die elk onderworpen waren aan een afzonderlijke wetgevingsprocedure. In zijn advies nr. 67.814/1/V van 14 september 2020 (Parl.St. 2019-2020, nr. 1357/009) heeft de Raad van State immers geoordeeld dat een wet met bijzondere meerderheid in Kamer en Senaat moet worden aangenomen: 1/ wanneer zij de verplichting tot registratie uitbreidt tot akten van schenking verleden voor een buitenlandse notaris, waardoor de belastbare materie van registratierechten wordt gewijzigd en uitgebreid (art. 19, eerste en tweede lid W. Reg.), en 2/ wanneer zij de aanwijzing van belastingplichtigen wijzigt, een ander essentieel bestanddeel van de belasting (art. 35, eerste lid W. Reg.). Daarentegen volstaat voor de wijziging van de registratieformaliteiten (de registratie van een afschrift van een akte of een beknopt uittreksel en de betaling van de registratierechten, bedoeld in art. 211, eerste lid en 25, eerste lid W. Reg.) een gewone wet, aangenomen in de Kamer met gewone meerderheid.


De bijzondere wet voert een registratieplicht in voor in het buitenland verleden notariële akten die titel vormen van een schenking onder de levenden van roerende goederen door een Rijksinwoner. Deze circulaire becommentarieert de wijzigingen die beide wetten invoeren inzake registratierechten.

Beide wetten treden in werking op 15 december 2020.


II. Verplichte registratie van in het buitenland verleden notariële akten houdende schenking van roerende goederen


2.1. Doelstellingen van de federale wetgever

De wet strekt ertoe om de registratie in België van in het buitenland verleden notariële akten houdende roerende schenking verplichtend te maken. De wet wil een einde maken aan een vorm van belastingontwijking die het mogelijk maakte om de schenking van roerende goederen die bij een buitenlandse notariële akte was vastgesteld te onttrekken aan de belasting in België.


2.2. Registratieverplichting

Bepaalde akten zijn wegens hun aard aan de registratieformaliteit onderworpen. Zo zijn de akten die door Belgische notarissen in de uitoefening van hun ambt zijn verleden verplichtend te registreren krachtens art. 19, eerste lid 1° W. Reg. Het tweede lid van dit artikel 19 verduidelijkt dat deze verplichting enkel betrekking heeft op akten die in België zijn verleden, waaraan evenwel de woorden “onverminderd de bepaling onder 6° van het eerste lid” worden toegevoegd (art. 2 bijzondere wet). Dit houdt in dat de notariële akten die in het buitenland zijn verleden, zoals bedoeld in 6°, toegevoegd aan het eerste lid van artikel 19 W. Reg., meer bepaald de akten “die titel vormen voor een schenking onder de levenden van roerende goederen door een rijksinwoner”, verplicht moeten worden geregistreerd (art. 2 bijzondere wet).


2.3. Toepassingsgebied

2.3.1. SchenkingDe nieuwe registratieverplichting geldt enkel voor bepaalde akten van schenking onder de levenden. Onder schenkingsakte wordt elke akte verstaan die een overdracht onder kosteloze titel bewerkstelligt met animus donandi.2.3.2. Roerende schenkingDe registratieverplichting heeft betrekking op schenkingen met als voorwerp roerende goederen, met inbegrip van waardepapieren. Het begrip roerend goed omvat alles met uitsluiting van het onroerend goed.2.3.3. Roerende schenking door een rijksinwonerArtikel 19, eerste lid, nieuw 6° W. Reg. vereist voortaan de registratie van “de in het buitenland verleden notariële akten die titel vormen voor een schenking onder de levenden van roerende goederen door een rijksinwoner” (art. 2 bijzondere wet). Het is aangewezen om het begrip “rijksinwoner” te gebruiken zoals erkend in de rechtsleer en beoordeeld door de Belgische hoven en rechtbanken (te weten de persoon die zijn werkelijke, effectieve en voortdurende woonplaats in België heeft) en niet in het buitenland. Het begrip “rijksinwoner” is hetzelfde als datgene dat wordt gebruikt inzake successierechten. De hoedanigheid van rijksinwoner in hoofde van de schenker wordt overigens beoordeeld op het ogenblik van het verlijden van de buitenlandse notariële akte (zie ook punt 2.8.). Daarentegen is de wet niet van toepassing op roerende schenkingen gedaan door een niet-rijksinwoner en vastgesteld bij een buitenlandse notariële akte. Deze schenkingen zijn niet verplichtend te registreren in België. Hetzelfde geldt voor roerende schenkingen die worden gedaan bij onderhandse akte (handgift met “pacte adjoint”, indirecte schenking zoals de bankgift), zelfs als de schenker een rijksinwoner is.2.3.4. Buitenlandse notariële akteDe registratieverplichting strekt zich enkel uit tot notariële akten verleden in het buitenland die titel vormen voor een schenking onder de levenden door een rijksinwoner, ongeacht om welk land het gaat (bijv.: zie de niet-exhaustieve lijst van landen in de bijlage)(1).----------(1) OPGELET: lezer die niet tot FOD Financiën behoort: de BIJLAAG openen in pdf-formaat in de rechterkolom, onder VERWANTE DOCUMENTEN Akten van roerende schenking die niet door een buitenlandse notaris zijn verleden worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de wet.


2.4. Aanbieden van documenten voor de registratieformaliteit

Artikel 2, tweede lid W. Reg. blijft ongewijzigd. De in het buitenland verleden authentieke akten in minuut worden geregistreerd in België op de uitgiften, afschriften of uittreksels. Afschriften zijn toegestaan voor registratie. Krachtens art. 211 W. Reg. neemt het bevoegde kantoor Rechtszekerheid van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie zelf een kopie van de akte wanneer een in het buitenland verleden akte, zoals bedoeld in artikel 19, eerste lid, 6°, wordt aangeboden op een papieren drager (art. 2 gewone wet). Artikel 25, eerste lid W. Reg. wordt ook uitgebreid tot de in het buitenland verleden notariële akten die titel vormen van een schenking onder de levenden door een rijksinwoner (6°). Wanneer een akte verleden in het buitenland, zoals bedoeld in artikel 19, eerste lid, 6°, terzelfdertijd van een niet verplicht in België te registreren overeenkomst doet blijken (die geen betrekking heeft op in België gelegen onroerende goederen), kunnen de betrokkenen voortaan een door hen gewaarmerkt beknopt uittreksel uit de akte doen registreren dat alleen vermelding inhoudt van de verplicht in België te registreren overeenkomsten (art. 3 gewone wet). Dergelijke beknopte uittreksels kunnen ter registratie worden aangeboden met ingang van 15 december 2020. N.B.: Artikel 25, eerste lid W. Reg. werd eveneens uitgebreid tot de akten houdende inbreng van goederen in vennootschappen met rechtspersoonlijkheid waarvan hetzij de zetel der werkelijke leiding in België, hetzij de statutaire zetel in België en de zetel der werkelijke leiding buiten het grondgebied van de Lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap, is gevestigd (art. 19, eerste lid, 5° W. Reg.).


2.5. Termijn voor registratie

In principe moeten notariële akten worden geregistreerd binnen de 15 dagen te rekenen vanaf de datum van de akte (art. 32, 1° W. Reg.). Deze termijn is echter vrij kort. De fiscale administratie kan immers een voor echt verklaarde vertaling eisen door een beëdigde vertaler wanneer het document is opgesteld in een andere taal dan de landstalen (art. 3 W. Reg.), hetgeen enige tijd in beslag kan nemen. Daarom heeft artikel 4 van de gewone wet een punt 8° toegevoegd aan artikel 32 W. Reg., dat de termijn voor registratie verlengt tot vier maanden voor de akten bedoeld in artikel 19, eerste lid, 6° W. Reg. Deze termijn van vier maanden wordt berekend vanaf de datum van de akte.


2.6. Personen gehouden tot de aanbieding ter registratie en de betaling van de rechten

Overeenkomst het nieuwe artikel 35, eerste lid, 8° W. Reg. komt het de contracterende partijen toe om de in artikel 19, eerste lid, 6° W. Reg. bedoelde akte ter registratie aan te bieden en om de desbetreffende rechten en eventuele geldboeten, waarvan de vorderbaarheid uit voormelde akte blijkt, te betalen (art. 3 bijzondere wet). De ondeelbare verplichting tot registratie en betaling van rechten die eruit voortvloeit, rust uitsluitend op de contracterende partijen voor de in het buitenland verleden akten die titel vormen van een schenking onder de levenden van roerende goederen door een rijksinwoner. De buitenlandse notaris is aan geen enkele verplichting onderworpen.


2.7. Plaats van de registratie

De in het buitenland verleden akten die titel vormen van een schenking onder de levenden door een rijksinwoner, mogen niet worden geregistreerd op de standplaats van de buitenlandse notaris. Overeenkomstig artikel 39, 7° W. Reg. kunnen de andere akten dan voornoemde “onverschillig in alle kantoren” geregistreerd worden. Bijgevolg kan elk kantoor Rechtszekerheid gelegen in het Waals Gewest, Brussel Hoofdstedelijk Gewest of Vlaams Gewest overgaan tot de registratieformaliteit van de voor een buitenlandse notaris verleden roerende schenkingsakte, op voorwaarde dat de akte betrekking heeft op een schenker die zijn fiscale woonplaats in België heeft (Waals, Brussels of Vlaams).


2.8. Toepasselijke gewestelijke fiscale wetgeving

De fiscale woonplaats van de schenker, te begrijpen in de gebruikelijke zin voor de inning van de schenkingsrechten (zie nr. 2.3.3), bepaalt welke gewestelijke fiscale wetgeving van toepassing is. Indien de schenker gedurende de vijf jaar voorafgaand aan de schenking zijn fiscale woonplaats had in verschillende gewesten, wordt rekening gehouden met de woonplaats in het gewest waar zijn fiscale woonplaats het langst gevestigd was gedurende die periode (art. 5, § 2, 8° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten).


2.9. Inwerkingtreding

De wet treedt in werking op 15 december 2020 (art. 4 bijzondere wet en art. 5 gewone wet). Ze is van toepassing op buitenlandse notariële akten houdende een schenking van roerende goederen die vanaf die datum zijn verleden. Er moet enkel rekening worden gehouden met de datum van het verlijden van de akte. Als de schenking van roerende goederen onder een opschortende voorwaarde wordt gedaan, moet de akte binnen de vier maand na de datum van het verlijden ervan ter registratie worden aangeboden, zelfs indien de opschortende voorwaarde slechts later wordt vervuld.


Bron: Fisconetplus



Mots clés