De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – P.ersonenbelasting publiceerde op 01/04/2022 de Circulaire 2022/C/37 over de fiscale vrijstelling van de relance-uren
Commentaar op de artikelen 15 t.e.m. 17, van de wet van 12.12.2021 tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022 (BS 31.12.2021, ed. 1).
Inhoudstabel
1. Op arbeidsrechtelijk vlak
2. Op fiscaal vlak
A. Beoogde belastingplichtigen
B. Overschrijding van het maximum aantal vrijstelbare bijkomende vrijwillige overuren tijdens het belastbaar tijdperk
C. Bijkomende vrijwillige overuren gepresteerd in 2021 of 2022, maar niet volledig betaald in het jaar waarin ze werden gepresteerd
D. Combinatie met vrijgestelde overuren horeca
E. Onverenigbaarheid
F. Vermelding vrijgestelde bezoldigingen op de berekeningsnota
III. Duurtijd van de maatregel
IV. Wetgeving
1. In het kader van de relance van de economie wordt het aantal vrijwillige overuren die zonder overwerktoeslag worden gepresteerd, voor alle sectoren opgetrokken van 100 tot 220 uur (m.a.w. 120 bijkomende vrijwillige overuren).
Dit geldt voor de periode van 01.07.2021 t.e.m. 31.12.2021 en van 01.01.2022 t.e.m. 31.12.2022.
Deze 120 bijkomende vrijwillige overuren worden relance-uren genoemd.
De bezoldigingen voor deze 120 in 2021 en 2022 gepresteerde relance-uren worden vrijgesteld van inkomstenbelastingen.
De bezoldigingen voor het basiscontingent van 100 vrijwillige overuren blijven in beginsel belastbaar.
2. Op arbeidsrechtelijk vlak wordt het aantal van 120 relance-uren dat in de periode van 01.07.2021 t.e.m. 31.12.2021 in alle sectoren kan worden gepresteerd, wel verminderd met het aantal bijkomende vrijwillige overuren dat in de periode van 01.01.2021 t.e.m. 30.06.2021 is gepresteerd in de cruciale sectoren (1).
(1) Wat de vrijstelling van de bijkomende vrijwillige overuren in de cruciale sectoren betreft, zie de circulaire 2021/C/38 van 30.04.2021 en art. 5, van de wet van 18.07.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 29.07.2021).
3. Op fiscaal vlak wordt de vrijstelling globaal beperkt tot 120 bijkomende vrijwillige overuren per belastingplichtige voor de in 2021 gepresteerde bijkomende vrijwillige overuren samen genomen (2).
(2) Zie randnummers 10 en 11.
4. Het aantal vrijwillige overuren, als bedoeld in art. 25bis van de Arbeidswet van 16.03.1971, wordt in 2021 en 2022 voor alle sectoren verhoogd met 120 bijkomende uren (3).
De maatregel geldt voor de werkgevers die vallen onder de Arbeidswet van 16.03.1971, nl. de privé-sector en een beperkt aantal werkgevers uit de openbare sector (4).
Die 120 bijkomende uren worden relance-uren genoemd.
(3) Art. 2, W 12.12.2021 (BS 31.12.2021, ed. 1).
(4) Zie art. 3, § 1, 1°, van de wet van 16.03.1971.
5. Deze maatregel heeft uitwerking met ingang van 01.07.2021 (5).
(5) Art. 3, W 12.12.2021 (BS 31.12.2021, ed. 1).
De relance-uren kunnen dus worden gepresteerd in de periode van:
- 01.07.2021 t.e.m. 31.12.2021
- 01.01.2022 t.e.m. 31.12.2022.
6. De bijkomende vrijwillige overuren die in de cruciale sectoren reeds zijn gepresteerd in 2021 (6), worden in deze sectoren wel in mindering gebracht van het contingent van 120 bijkomende vrijwillige overuren die op grond van deze maatregel kunnen worden gepresteerd in de periode van 01.07.2021 t.e.m. 31.12.2021.
(6) In toepassing van de bestaande crisismaatregel van art. 52 van de wet van 20.12.2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 30.12.2020, ed. 1).
Voorbeeld
Indien er in een cruciale sector tijdens de periode van 01.01.2021 t.e.m. 30.06.2021 al 60 bijkomende vrijwillige overuren werden gepresteerd, kunnen er nog 60 relance-uren worden gepresteerd in de periode van 01.07.2021 t.e.m. 31.12.2021.
7. De relance-uren die met deze maatregel worden ingevoerd, worden gepresteerd in het kader van art. 25bis van de Arbeidswet van 16.03.1971. Zij dienen niet te worden ingehaald en er is voor deze bijkomende vrijwillige overuren geen overloon verschuldigd.
8. Op fiscaal vlak worden, in afwijking van de artikelen 31, tweede lid, 1°, en 32, WIB 92, vrijgesteld (7):
- de bezoldigingen met betrekking tot 120 (bijkomende) vrijwillige overuren die tijdens de periode van 01.07.2021 t.e.m. 31.12.2021 worden gepresteerd overeenkomstig art. 2, W 12.12.2021
- de bezoldigingen met betrekking tot 120 (bijkomende) vrijwillige overuren die tijdens de periode van 01.01.2022 t.e.m. 31.12.2022 worden gepresteerd overeenkomstig art. 2, W 12.12.2021.
(7) Art. 15, § 1, eerste lid, W 12.12.2021 (BS 31.12.2021, ed. 1).
9. De vrijstelling wordt verleend in afwijking van de artikelen 31, tweede lid, 1° en 32, WIB 92. Dit betekent dat de vrijstelling zowel van toepassing kan zijn op de bezoldigingen van werknemers als op de bezoldigingen van bedrijfsleiders.
De bezoldigingen van bedrijfsleider die werden verkregen naar aanleiding van een werkzaamheid als zelfstandig bedrijfsleider kunnen evenwel niet in aanmerking komen voor de vrijstelling (8).
(8) Zelfstandige bedrijfsleiders kunnen, in die hoedanigheid, geen vrijwillige overuren presteren in de zin van de Arbeidswet van 16.03.1971 (dit is enkel mogelijk door personen die arbeid leveren onder gezag van een werkgever).
Voorbeeld
Een belastingplichtige oefent bij een werkgever twee van mekaar onderscheiden werkzaamheden uit: als werknemer en als zelfstandig bestuurder. De bezoldigingen die hij als werknemer verkrijgt, zijn door toepassing van het attractiebeginsel belastbaar als bezoldigingen van bedrijfsleiders.
Hij presteerde in het vierde kwartaal van 2021 bij zijn werkgever in de hoedanigheid van werknemer 40 bijkomende vrijwillige overuren die in aanmerking komen voor de vrijstelling. Hij ontvangt voor deze gepresteerde overuren een bezoldiging van 600 euro.
De bezoldigingen die hij specifiek en uitsluitend verkrijgt n.a.v. het presteren van de voor vrijstelling in aanmerking komende overuren (600 euro), zijn vrijgesteld.
10. Op arbeidsrechtelijk vlak wordt het aantal van 120 relance-uren dat in de periode van 01.07.2021 t.e.m. 31.12.2021 in alle sectoren kan worden gepresteerd, verminderd met het aantal bijkomende vrijwillige overuren dat in de periode van 01.01.2021 t.e.m. 30.06.2021 is gepresteerd in de cruciale sectoren.
Op fiscaal vlak wordt de vrijstelling globaal beperkt tot 120 bijkomende vrijwillige overuren per belastingplichtige voor de in 2021 gepresteerde bijkomende vrijwillige overuren samen genomen (m.a.w. de bijkomende vrijwillige overuren gepresteerd in de cruciale sectoren en de relance-uren samen genomen) (9).
(9) Art. 15, § 1, tweede lid, W 12.12.2021 (BS 31.12.2021, ed. 1).
11. Wanneer in een belastbaar tijdperk, bezoldigingen worden betaald of toegekend voor meer dan het aantal voor dat belastbare tijdperk vrijstelbare bijkomende vrijwillige overuren, wordt de vrijstelling pro rata aangerekend (10).
(10) Art. 15, § 2, tweede lid, W 12.12.2021 (BS 31.12.2021, ed. 1).
Voorbeeld
Sam heeft, in het eerste en tweede kwartaal van 2021, 100 bijkomende vrijwillige overuren in een cruciale sector gepresteerd bij werkgever A (bezoldiging: 1.500 euro). In het vierde kwartaal 2021 presteert hij 50 bijkomende vrijwillige overuren ('relance-uren') bij werkgever B (bezoldiging: 850 euro).
Totaal aantal in 2021 gepresteerde bijkomende vrijwillige overuren: 150 uren.
Bezoldigingen voor die 150 in 2021 gepresteerde bijkomende vrijwillige overuren (betaald in 2021): 2.350 euro.
Vrijstelling voor inkomstenjaar 2021: 2.350 euro x 120/150 = 1.880 euro.
Belastbare bezoldigingen inkomstenjaar 2021: 2.350 euro x 30/150 = 470 euro (de berekening hiervan gebeurt geautomatiseerd).
12. De vrijstelling van de relance-uren is gelinkt aan bijkomende vrijwillige bijkomende overuren die in een bepaalde periode worden gepresteerd. De vrijstelling is dus niet beperkt tot de bezoldigingen voor de bijkomende vrijwillige overuren die ook in het belastbare tijdperk waarin die periode valt, worden betaald of toegekend.
13. Wanneer bezoldigingen voor bijkomende vrijwillige overuren (bijkomende vrijwillige overuren in de cruciale sectoren en relance-uren) die in 2021 zijn gepresteerd, deels in 2021 en deels in 2022 worden betaald of toegekend, wordt de vrijstelling eerst aangerekend op de bezoldigingen voor die bijkomende vrijwillige overuren die in 2021 zijn betaald of toegekend.
Als er in 2021 bezoldigingen voor minder dan 120 uren bijkomende vrijwillige overuren werden betaald of toegekend, kan voor het saldo een vrijstelling worden verleend voor de bezoldigingen voor de in 2021 gepresteerde bijkomende vrijwillige overuren die pas in 2022 werden betaald of toegekend. Deze 'overdracht' geldt uiteraard enkel voor bijkomende vrijwillige overuren die al werden gepresteerd in 2021, maar waarvoor de bezoldigingen nog niet werden betaald of toegekend in 2021.
Hetzelfde principe geldt wanneer bezoldigingen voor de relance-uren die in 2022 zijn gepresteerd, niet volledig in 2022 zouden worden betaald of toegekend (11).
(11) Art. 15, § 2, eerste lid, W 12.12.2021 (BS 31.12.2021, ed. 1). Zie ook voorbeelden 1 en 2 onder randnummers 15 en 16.
14. De administratie zal bijhouden voor hoeveel bijkomende vrijwillige overuren nog een vrijstelling kan worden verleend.
15. Voorbeeld 1
Leen presteert in de loop van het vierde kwartaal van 2021 40 bijkomende vrijwillige overuren ('relance-uren') (bezoldiging: 600 euro) en in de loop van 2022 120 bijkomende vrijwillige overuren ('relance-uren') (bezoldiging: 1.800 euro).
Bezoldigingen voor 30 bijkomende vrijwillige overuren gepresteerd in 2021 en uitbetaald in 2021: 450 euro.
Bezoldigingen voor 10 bijkomende vrijwillige overuren gepresteerd in 2021 en uitbetaald in 2022: 150 euro.
Bezoldigingen voor 115 bijkomende vrijwillige overuren gepresteerd in 2022 en uitbetaald in 2022: 1.725 euro.
Bezoldigingen voor 5 bijkomende vrijwillige overuren gepresteerd in 2022 en uitbetaald in 2023: 75 euro.
Vrijstelling voor inkomstenjaar 2021: voor 30 uren gepresteerd in 2021: 450 euro.
Vrijstelling voor inkomstenjaar 2022:
- voor 10 uren gepresteerd in 2021: 150 euro (totaal aantal in 2021 gepresteerde vrijgestelde uren: 30 + 10 = 40 ≤ 120)
- voor 115 uren gepresteerd in 2022: 1.725 euro.
Vrijstelling voor inkomstenjaar 2023: voor 5 uren gepresteerd in 2022: 75 euro (totaal aantal in 2022 gepresteerde vrijgestelde uren: 115 + 5 = 120 ≤ 120).
16. Voorbeeld 2
Joris heeft in het eerste en tweede kwartaal van 2021, 40 bijkomende vrijwillige overuren gepresteerd bij werkgever A (bezoldiging: 600 euro) en 50 bijkomende vrijwillige overuren bij werkgever B (bezoldiging: 750 euro). In het vierde kwartaal van 2021 presteert hij 40 bijkomende vrijwillige overuren bij werkgever B ('relance uren') (bezoldiging: 600 euro) en in het eerste kwartaal van 2022 nog eens 40 bijkomende vrijwillige overuren bij werkgever B ('relance-uren') (bezoldiging: 600 euro).
Totaal aantal in het eerste, tweede en vierde kwartaal van 2021 gepresteerde bijkomende vrijwillige overuren: 130 uren.
Bezoldigingen voor 110 bijkomende vrijwillige overuren gepresteerd in 2021 en uitbetaald in 2021: 1.650 euro.
Bezoldigingen voor 20 bijkomende vrijwillige overuren gepresteerd in 2021 en uitbetaald in 2022: 300 euro.
Bezoldigingen voor 40 bijkomende vrijwillige overuren gepresteerd in 2022 en uitbetaald in 2022: 600 euro.
Vrijstelling voor inkomstenjaar 2021: voor 110 uren gepresteerd in 2021: 1.650 euro.
Vrijstelling voor inkomstenjaar 2022:
- voor 10 uren gepresteerd in 2021: 150 euro (totaal aantal in 2021 gepresteerde uren: 40 + 50 + 40 = 130 > 120; aantal nog vrijstelbare in 2021 gepresteerde uren: 120 – 110 = 10; vrijstelling: 300 euro x 10/20)
- voor 40 uren gepresteerd in 2022: 600 euro.
17. Wanneer een werknemer ook bezoldigingen voor vrijwillige of niet in te halen overuren in de horeca verkrijgt, zal het aantal uren waarvoor voor een bepaald inkomstenjaar bij toepassing van artikel 38, § 1, eerste lid, 30°, WIB 92, een vrijstelling kan worden verleend (12), verminderd worden met het aantal bijkomende vrijwillige overuren die in 2020, 2021 en/of 2022 werden gepresteerd in de kritieke sectoren, de cruciale sectoren en/of alle sectoren ('relance-uren') en waarvoor voor het betrokken inkomstenjaar een vrijstelling wordt verleend (13).
(12) Volgens art. 38, § 1, eerste lid, 30°, WIB 92, zijn vrijgesteld, de bezoldigingen met betrekking tot 300 overuren als bedoeld in artikel 3, 5°, van de wet van 16.11.2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken voor de werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die geen gebruik maken van het geregistreerd kassasysteem als bedoeld in het koninklijk besluit van 30.12.2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen en tot 360 overuren voor de werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die in elke plaats van uitbating wel gebruik maken van een dergelijk kassasysteem en die dit kassasysteem overeenkomstig dat besluit hebben aangegeven bij de belastingadministratie.
(13) Art. 16, W 12.12.2021 (BS 31.12.2021, ed. 1). Zie ook voorbeelden 1 t.e.m. 3 onder randnummers 18 t.e.m. 20.
Deze vermindering van het aantal uren gebeurt dus niet in functie van de periode waarin de in mindering te brengen vrijgestelde bijkomende vrijwillige overuren werden gepresteerd, maar wel in functie van het belastbaar tijdperk waarin ze worden uitbetaald en waarvoor de vrijstelling dus wordt verleend.
Deze vermindering is van toepassing vanaf aanslagjaar 2022 (14).
(14) Art. 17, W 12.12.2021 (BS 31.12.2021, ed. 1).
18. Voorbeeld 1
Stijn presteert in 2022, 100 relance-uren bij werkgever A (bezoldiging: 1.500 euro). Bij zijn nieuwe werkgever B, die actief is in de horeca en niet beschikt over een geregistreerd kassasysteem (300 vrijstelbare uren), presteert hij de tweede helft van 2022, 230 vrijwillige overuren (bezoldiging: 3.450 euro). De bezoldigingen voor de 330 vrijwillige overuren worden allemaal in 2022 uitbetaald.
Vrijstelling voor inkomstenjaar 2022:
- Bezoldigingen voor relance-uren: 1.500 euro. Vrijgesteld: 1.500 euro (100 uren).
- Bezoldigingen voor vrijwillige overuren in de horeca: 3.450 euro. Vrijgesteld: 3.450 x (300-100)/230 = 3.000 euro.
19. Voorbeeld 2
Max presteert in 2021 120 relance-uren bij werkgever A (bezoldiging: 1.800 euro). 100 relance-uren worden uitbetaald in 2021 (1.500 euro) en 20 relance-uren worden uitbetaald in 2022 (300 euro).
In 2022 presteert hij bij zijn nieuwe werkgever B, die actief is in de horeca en niet beschikt over een geregistreerd kassasysteem (300 vrijstelbare uren), 295 vrijwillige overuren (bezoldiging: 4.425 euro). De bezoldigingen voor die 295 overuren in de horeca worden in 2022 uitbetaald.
Vrijstelling voor inkomstenjaar 2021: voor 100 relance-uren gepresteerd in 2021: 1.500 euro.
Vrijstelling voor inkomstenjaar 2022:
- voor 20 relance-uren gepresteerd in 2021: 300 euro
- voor vrijwillige overuren in de horeca: 4.425 x (300 – 20)/295 = 4.200 euro.
20. Voorbeeld 3
Silke presteert volgende bijkomende vrijwillige overuren (die allemaal worden uitbetaald in het jaar waarin ze worden gepresteerd):
a. In 2020:
- In het tweede kwartaal 40 bijkomende vrijwillige overuren in een kritieke sector bij werkgever A (bezoldiging: 600 euro) en 50 bijkomende vrijwillige overuren bij werkgever B (bezoldiging: 750 euro).
- In het vierde kwartaal 40 bijkomende vrijwillige overuren bij werkgever B (bezoldiging: 600 euro).
b. In 2021:
- In het tweede en derde kwartaal: 90 bijkomende vrijwillige overuren bij werkgever B (bezoldiging: 1.350 euro).
- In het vierde kwartaal: 50 bijkomende vrijwillige overuren bij werkgever C (bezoldiging: 750 euro).
c. In 2022:
- In het eerste kwartaal: 40 bijkomende vrijwillige overuren bij werkgever C (bezoldiging: 600 euro).
- 340 vrijwillige overuren bij werkgever D in de horeca die over een geregistreerd kassasysteem beschikt (360 vrijstelbare uren) (bezoldiging: 5.100 euro).
a. Inkomstenjaar 2020
Bezoldigingen voor bijkomende vrijwillige overuren: 600 euro + 750 euro + 600 euro = 1.950 euro.
Aantal bijkomende vrijwillige overuren: 40 + 50 + 40 = 130.
Vrijstelling: 1.950 x 120/130 = 1.800 euro.
b. Inkomstenjaar 2021
Bezoldigingen voor bijkomende vrijwillige overuren: 1.350 euro + 750 euro = 2.100 euro.
Aantal bijkomende vrijwillige overuren: 90 + 50 = 140.
Vrijstelling: 2.100 x 120/140 = 1.800 euro.
c. Inkomstenjaar 2022
- Bezoldigingen voor bijkomende vrijwillige overuren: 600 euro.
Aantal bijkomende vrijwillige overuren: 40.
Vrijstelling: 600 euro.
- Bezoldigingen voor overuren in de horeca: 5.100 euro.
Aantal vrijwillige overuren in de horeca (met geregistreerd kassasysteem): 340 euro.
Vrijstelling: 5.100 euro x (360–40)/340 = 4.800 euro.
21. Voor de bezoldigingen voor de bijkomende vrijwillige overuren kan geen belastingvermindering voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag (15) worden verleend, noch een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing (16) (17).
(15) Zoals bedoeld in art. 154bis, WIB 92.
(16) Zoals bedoeld in art. 2751, WIB 92.
(17) Art. 15, § 3, W 12.12.2021 (BS 31.12.2021, ed. 1).
22. Dit geldt in de praktijk ook voor de bijkomende vrijwillige overuren die niet worden vrijgesteld. De belastingvermindering en de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing kunnen immers enkel worden toegepast voor overuren die recht geven op een overwerktoeslag en dat laatste is niet het geval voor de bijkomende vrijwillige overuren.
23. De op basis van deze maatregel fiscaal vrijgestelde bezoldigingen worden vermeld op de berekeningsnota bijgevoegd bij het aanslagbiljet inzake personenbelasting van de genieter (18).
(18) Art. 15, § 4, W 12.12.2021 (BS 31.12.2021, ed. 1).
24. De fiscale vrijstelling is van toepassing op:
- de bezoldigingen met betrekking tot 120 bijkomende vrijwillige overuren die tijdens de periode van 01.07.2021 t.e.m. 31.12.2021 worden gepresteerd overeenkomstig art. 2, W 12.12.2021
- de bezoldigingen met betrekking tot 120 bijkomende vrijwillige overuren die tijdens de periode van 01.01.2022 t.e.m. 31.12.2022 worden gepresteerd overeenkomstig art. 2, W 12.12.2021.
25. De toe te passen vermindering i.v.m. de vrijstelbare overuren in de horeca, zoals besproken onder randnummer 17, is van toepassing vanaf aanslagjaar 2022.
26. Artikelen 15 - 17, van de wet van 12.12.2021 tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022 (BS 31.12.2021, ed. 1):
Art. 15. § 1. In afwijking van de artikelen 31, tweede lid, 1°, en 32 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, worden vrijgesteld van inkomstenbelastingen:
1° de bezoldigingen met betrekking tot 120 vrijwillige overuren die tijdens de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021 overeenkomstig artikel 2 worden gepresteerd;
2° de bezoldigingen met betrekking tot 120 vrijwillige overuren die tijdens de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 overeenkomstig artikel 2 worden gepresteerd.
De in artikel 15, eerste lid, 2°, van de wet van 20 december 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie en in het eerste lid, 1°, bedoelde vrijstellingen kunnen, samengenomen, slechts voor 120 vrijwillige overuren worden verleend.
§ 2. Wanneer de belastingplichtige in 2021 en/of 2022 bijkomende vrijwillige overuren heeft gepresteerd en niet alle bezoldigingen voor die in 2021, respectievelijk in 2022, gepresteerde overuren in hetzelfde belastbare tijdperk worden betaald of toegekend, wordt de vrijstelling eerst aangerekend op de bezoldigingen voor de bijkomende vrijwillige overuren die in het belastbare tijdperk verbonden met het inkomstenjaar 2021, respectievelijk 2022, worden betaald of toegekend, en, desgevallend, vervolgens op de bezoldigingen voor die overuren die in elk van de volgende belastbare tijdperken worden betaald of toegekend.
Wanneer in een belastbaar tijdperk bezoldigingen worden betaald of toegekend voor meer dan het aantal voor dat belastbare tijdperk vrijstelbare bijkomende vrijwillige overuren, wordt de vrijstelling verhoudingsgewijs aangerekend op de bezoldigingen voor de in 2021, respectievelijk in 2022, gepresteerde bijkomende vrijwillige overuren.
§ 3. De belastingvermindering voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag bedoeld in artikel 154bis van Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing bedoeld in artikel 275/1 van hetzelfde Wetboek zijn niet van toepassing op het overwerk dat in aanmerking komt voor de in paragraaf 1, eerste lid bedoelde vrijstelling.
§ 4. De in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde bezoldigingen worden vermeld op de berekeningsnota die gevoegd is bij het aanslagbiljet inzake personenbelasting van de genieter.
Art. 16. Het aantal vrijwillige overuren waarvoor een vrijstelling wordt verleend bij toepassing van artikel 16, § 1, van de wet van 29 mei 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, artikel 15 van de wet van 20 december 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie of artikel 2 van deze wet, wordt in mindering gebracht van het aantal overuren waarvoor bij toepassing van artikel 38, § 1, eerste lid, 30°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor het betrokken belastbare tijdperk een vrijstelling kan worden verleend.
Art. 17. Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2021.
Artikel 16 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2022.
Interne ref.: 731.750
Bron: Fisconetplus