Circulaire 2022/C/4 over de toeslag op de belastingvrije som voor het jaar van huwelijk of verklaring van wettelijke samenwoning

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 11/01/2022 de Circulaire 2022/C/4 over de toeslag op de belastingvrije som voor het jaar van huwelijk of verklaring van wettelijke samenwoning.

1. Wet van 27.06.2021 (1)

Art. 32

In artikel 133 van hetzelfde Wetboek (2), vervangen bij de wet van 10 augustus 2001 en gewijzigd bij de wetten van 27 december 2006, 22 december 2008, 26 december 2015 en 26 maart 2018 wordt een vijfde lid ingevoegd luidende:

"Het eerste lid, 2°, is niet van toepassing wanneer zich in hetzelfde jaar een geval voordoet zoals bedoeld in artikel 126, § 2, eerste lid, 3°. De beëindiging van de wettelijke samenwoning door het feit dat de wettelijk samenwonenden met elkaar in het huwelijk treden, wordt voor de toepassing van dit lid niet in aanmerking genomen.''.

(1) W 27.06.2021 houdende diverse fiscale bepalingen en tot wijziging van de wet van 18.09.2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten (BS 30.06.2021) (hierna W 27.06.2021).
(2) Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna WIB 92).

Art. 96, zevende lid

Artikel 32 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2022.

II. BESPREKING

2. Artikel 133, eerste lid, 2°, WIB 92 voorziet in een toeslag op de belastingvrije som van 870 euro (3) wanneer voor het jaar van huwelijk of verklaring van wettelijke samenwoning een aanslag per belastingplichtige wordt gevestigd en voor zover de echtgenoot of wettelijk samenwonende partner tijdens het jaar geen bestaansmiddelen heeft gehad die meer dan 1.800 euro (4) netto bedragen.

(3) Bedrag vóór indexering. Voor aanslagjaar 2022 bedraagt die toeslag na indexering 1.650 euro.
(4) Bedrag vóór indexering. Voor aanslagjaar 2022 bedraagt dat maximum na indexering 3.410 euro.

3. Het was destijds de bedoeling van de wetgever om aan pas gehuwden en pas wettelijke samenwonenden met een beperkt bedrag aan bestaansmiddelen een toeslag toe te kennen op de belastingvrije som, aangezien zij in het jaar van huwelijk of verklaring van wettelijke samenwoning via afzonderlijke aanslag belast worden en dus niet kunnen genieten van het voordeel van het huwelijksquotiënt (Kamer, DOC 55 1993/001, blz. 24).

Voor het jaar van ontbinding van het huwelijk, van scheiding van tafel en bed of van de beëindiging van de wettelijke samenwoning werd daarentegen niet in dergelijke toeslag op de belastingvrije som voorzien (Kamer, DOC 55 1993/001, blz. 24).

4. Op basis van de bestaande tekst van artikel 133, eerste lid, 2°, WIB 92 was de bovenvermelde toeslag echter ook van toepassing wanneer er zich tijdens het jaar van huwelijk of van verklaring van wettelijke samenwoning nadien nog één van de volgende gebeurtenissen voordeed:

- ontbinding van het huwelijk

- scheiding van tafel en bed

- beëindiging van de wettelijke samenwoning.

5. Aangezien die toepassing van de toeslag op de belastingvrije som niet met de oorspronkelijke bedoeling van de wetgever strookt, heeft art. 32, W 27.06.2021 in artikel 133, WIB 92 een vijfde lid ingevoegd waardoor de belastingplichtige de bovenvermelde toeslag op de belastingvrije som voortaan niet meer verkrijgt als de ontbinding van het huwelijk, de scheiding van tafel en bed of de beëindiging van de wettelijke samenwoning plaatsvindt in hetzelfde jaar als het huwelijk of de verklaring van wettelijke samenwoning.

6. Op die uitsluiting heeft de wetgever echter één uitzondering voorzien, namelijk voor het geval waarin de wettelijke samenwoning wordt beëindigd doordat de wettelijk samenwonenden nog tijdens het jaar van hun verklaring van wettelijke samenwoning met elkaar in het huwelijk treden.

In dat geval kan de bovenvermelde toeslag op de belastingvrije som dus nog altijd worden toegepast.

III. INWERKINGTREDING

7. Deze wetswijziging is van toepassing vanaf aanslagjaar 2022.

Interne ref.: 730.839

Bron: Fisconetplus

Mots clés

Articles recommandés