De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Belasting over de toegevoegde waarde publiceerde op 19/07/2022 de Circulaire 2022/C/72 betreffende de btw-vrijstelling voor vervoerdiensten die rechtstreeks verband houden met een uitvoer van goederen (Addendum bij de circulaire 2021/C/96 van 27.10.2021).
Derde addendum bij de circulaire 2021/C/96 van 27.10.2021 betreffende de btw-vrijstelling voor vervoerdiensten die rechtstreeks verband houden met een uitvoer van goederen.
1. De circulaire 2021/C/96 van 27.10.2021 verduidelijkt dat de vrijstelling voor vervoerdiensten die rechtstreeks verband houden met de uitvoer van goederen, voorzien in artikel 41, § 1, eerste lid, 3°, van het Btw-Wetboek, slechts van toepassing kan zijn in de verhouding tussen enerzijds de dienstverrichter en anderzijds de afzender of de ontvanger van de uit te voeren goederen. Indien de dienstverrichter een beroep doet op een onderaannemer voor het verrichten van de goederenvervoerdienst, kan de dienst verricht door de onderaannemer niet van de btw worden vrijgesteld op grond van artikel 41, § 1, eerste lid, 3°, van het Btw-Wetboek.
2. Op vraag van de sector, die geconfronteerd wordt met talrijke vragen in verband met de interpretatie en de praktische toepassing van voornoemd principe, werd de inwerkingtreding van de circulaire 2021/C/96 uitgesteld tot 01.09.2022 (zie circulaire 2021/C/101 van 22.11.2021 en circulaire 2022/C/26 van 15.03.2022).
3. Om een uniforme toepassing tussen de lidstaten te verzekeren, werd recent evenwel beslist om verschillende Europese instanties te consulteren over voornoemde problematiek. In afwachting van de resultaten van die consultaties, wordt de inwerkingtreding van de circulaire 2021/C/96 van 27.10.2021 opgeschort.
Bron: Fisconetplus