De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 04/11/2024.
Bespreking van de art. 47 tot 55 van de wet van 12.05.2024 houdende diverse fiscale bepalingen.
II. Verhoogde aftrek van de kosten voor de levering
A. Bedoelde belastingplichtigen
III. Belastingkrediet voor uitgevers
A. Bedoelde belastingplichtigen
1. Uitgevers van papieren publicaties onderworpen aan de PB, de BNI/nat.pers., de RPB of de BNI/rpb.
2. Uitgevers van kranten en/of tijdschriften onderworpen aan de VenB of de BNI/ven.
E. Verrekening – terugbetaling – vermeerdering
1. Met de postconcessie (bpost) zoals die bestond tot 30.06.2024, werden kranten en tijdschriften die in een abonnementsformule vervat zaten, aan huis geleverd tegen een verlaagd tarief voor de uitgever. Wanneer dezelfde kranten en tijdschriften aan een zelfstandige dagbladhandelaar werden geleverd, werden de transportkosten volledig aangerekend.
Door het wegvallen van de postconcessie voor de verdeling van papieren publicaties heeft de regering besloten om een federale ondersteuning te verlenen voor het kostennadeel geleden door:
- enerzijds, de zelfstandige dagblad- en tijdschrifthandelaars, ten opzichte van de leveringen aan huis
- anderzijds, de uitgevers van papieren publicaties die geen aanspraak meer kunnen maken op het verlaagde tarief.
2. In die context zijn tijdelijk twee nieuwe fiscale maatregelen ingevoerd (1).
(1) Art. 47 tot 55 van de wet van 12.05.2024 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 29.05.2024 – Numac: 2024004641) (hierna W 12.05.2024).
3. Die maatregelen nemen de vorm aan van:
- een verhoogde aftrek voor de leveringskosten van de zelfstandige dagbladhandels
- een belastingkrediet voor de uitgevers van papieren publicaties.
4. De belastingplichtigen die worden bedoeld, zijn de zelfstandige dagbladhandels.
5. Onder 'zelfstandige dagbladhandel' wordt verstaan: een vestigingseenheid:
- die een persaanbod aanbiedt van minstens 200 verschillende titels van kranten, week- en maandbladen met een actuele verschijningsdatum, en
- die, op de eerste dag van het belastbaar tijdperk waarin de verhoogde kostenaftrek wordt toegepast, een gereserveerde ruimte van minimum 50 % van de totale oppervlakte van de winkel heeft voor het tentoonstellen van deze bladen en de volgende productengroepen: boeken, schrijfwaren, kaarten, tabaksproducten en aanverwanten, elektronische sigaretten en producten op basis van nicotine, producten van de Nationale Loterij en sportweddenschappen.
6. Het aantal titels moet worden begrepen in algemene zin, d.w.z. in de zin dat ze in de loop van een jaar aangeboden moeten zijn. Het feit dat bepaalde kranten en bladen tijdelijk uitverkocht zijn waardoor de betreffende handelaar op een zeker ogenblik gedurende het belastbaar tijdperk minder dan 200 publicaties aanbiedt, sluit die handelaar niet uit van de definitie (2).
(2) Kamer, DOC 55 3865/006, blz. 12.
7. De beperking op basis van de oppervlakte heeft als doel om verkooppunten uit te sluiten die niet in hoofdzaak dagbladhandels zijn, zoals bijvoorbeeld supermarkten of tankstations.
8. De verhoogde kostenaftrek is van toepassing in de personenbelasting (PB), de vennootschapsbelasting (VenB) en de belasting van niet-inwoners (BNI/nat.pers. en BNI/ven.).
9. De bedoelde kosten zijn de kosten voor de levering die worden gedaan of gedragen in de loop van de kalenderjaren 2024 tot en met 2026.
10. Onder 'kosten voor de levering' wordt verstaan: de kosten die door de zelfstandige dagbladhandels zijn gedaan of gedragen voor de leveringen van papieren kranten en tijdschriften bestemd voor de rechtstreekse doorverkoop in de kleinhandel.
Het gaat om de kosten die de dagbladhandels voor die leveringen moeten betalen aan bezorgbedrijven.
11. Rekening houdend met de bedoeling van de wetgever (3) worden met de maatregel dus niet bedoeld:
- de kosten gedaan of gedragen door de dagbladhandel die zelf voor het transport van zijn handelswaar instaat en voor zijn leveringen dus geen beroep doet op een bezorgbedrijf (autokosten, brandstofkosten, enz.)
- de kosten gedaan of gedragen door dagbladhandels voor de levering bij de klant aan huis.
(3) Kamer, DOC 55 3865/006, blz. 9 en nr. 1 hiervoor.
12. Onder 'rechtstreekse doorverkoop in de kleinhandel' wordt verstaan: de verkoop bij detaillisten van wie de beroepswerkzaamheid hoofdzakelijk bestaat in de verkoop van kranten en periodieken.
13. Onverminderd art. 49 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna WIB 92), en in afwijking van de art. 183 en 235, WIB 92, zijn die kosten voor de levering aftrekbaar ten belope van 180 %.
14. De verhoogde aftrek van de kosten voor de levering treedt in werking op 01.01.2024 en is van toepassing op de kosten voor de levering die worden gedaan of gedragen vanaf 01.01.2024 tot en met 31.12.2026.
15. Voor de belastingplichtigen onderworpen aan de VenB en aan de BNI/ven. wordt de verhoging van de aftrek, in dit geval 80 % van de bedoelde kosten voor de levering, in de aangifte opgenomen onder de belastbare gereserveerde winst, als een aanpassing in meer van de begintoestand der reserves. Door het ontbreken van een specifieke lijn daarvoor in de aangifte van aj. 2024, mag die verhoging worden vermeld op de lijn 'Andere' (code 1056).
16. De bedoelde belastingplichtigen zijn:
- enerzijds, de uitgevers van papieren publicaties die onderworpen zijn aan de personenbelasting (PB), aan de rechtspersonenbelasting (RPB) of aan de belasting van niet-inwoners (BNI/nat.pers. en BNI/rpb.)
- anderzijds, de uitgevers van papieren kranten en/of tijdschriften die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting (VenB) of aan de belasting van niet-inwoners (BNI/ven.).
17. De bedoelde kosten zijn de ten laste genomen verdeelkostprijzen gedurende de kalenderjaren 2024 tot en met 2026.
18. Onder 'verdeelkostprijzen' wordt verstaan de bedragen die de uitgevers moeten betalen voor het leveren van papieren publicaties, inclusief btw.
19. Het verrekenbare en terugbetaalbare belastingkrediet wordt berekend op een verschillende manier naargelang het van toepassing is:
- op uitgevers van papieren publicaties onderworpen aan de PB, de RPB of de overeenkomstige BNI, of
- op uitgevers van kranten en/of tijdschriften onderworpen aan de VenB of de BNI/ven.
20. Het belastingkrediet wordt verleend ten belope van de behoorlijk verantwoorde bijkomende verdeelkostprijs gedaan of gedragen in respectievelijk 2024, 2025 of 2026 ten opzichte van de kosten voor de verdeling van papieren publicaties die de uitgever in 2023 heeft gedaan of gedragen.
Het belastingkrediet wordt enkel toegekend voor de bijkomende verdeelkostprijzen voor de levering van papieren publicaties bij de abonnees.
21. De bedoelde bijkomende verdeelkostprijs heeft betrekking op de stijging van de verdeelkostprijs per publicatie en niet op een loutere stijging als gevolg van een toename van de verdeling.
22. De bijkomende verdeelkostprijs heeft uitsluitend betrekking op het geheel of een deel van de werkelijk door de uitgever ten laste genomen verdeelkostprijs.
23. Het belastingkrediet kan dus worden aangevraagd in een aangifte in de inkomstenbelasting met betrekking tot het belastbaar tijdperk waarin de bijkomende verdeelkostprijs in aanmerking had kunnen komen om als beroepskost te worden afgetrokken als de niet-aftrekbaarheid ervan niet was ingevoerd door art. 49, § 4, W 12.05.2024 (zie nr. 28 hierna).
24. Het belastingkrediet wordt verleend ten belope van het gedeelte van de verdeelkostprijzen per publicatie tussen:
- 0,30 euro en 0,79 euro (4) voor verdelingen van kranten in een dunbevolkt gewest (5)
- 0,40 euro en 0,57 euro (4) voor verdelingen van kranten in een gemiddeld bevolkt gewest (6)
- 0,40 euro en 0,50 euro voor verdelingen van magazines in een dunbevolkt gewest of gemiddeld bevolkt gewest (4) (5).
(4) Voor de verdeelkostprijzen gedaan of gedragen vanaf 01.01.2026 tot 31.12.2026 daalt het plafond respectievelijk van 0,79 euro naar 0,73 euro en van 0,57 euro naar 0,55 euro.
(5) Onder 'dunbevolkt gewest' wordt verstaan het gewestelijk grondgebied met een bevolkingsdichtheid van maximaal 250 inwoners per km² op 1 januari van het betreffende kalenderjaar.
(6) Onder 'gemiddeld bevolkt gewest' wordt verstaan het gewestelijk grondgebied met een bevolkingsdichtheid van meer dan 250 en maximaal 5.000 inwoners per km² op 1 januari van het betreffende kalenderjaar.
De bovenbedoelde verdeelkostprijs heeft uitsluitend betrekking op het geheel of een deel van de werkelijk door de uitgever ten laste genomen verdeelkostprijs.
25. Bovendien kan het belastingkrediet enkel worden toegekend als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
- het belastingkrediet wordt enkel toegekend voor de verdeelkostprijzen voor de levering van kranten en tijdschriften op papier bij de abonnees
- met betrekking tot tijdschriften wordt het belastingkrediet enkel toegekend voor tijdschriften die niet uitsluitend of hoofdzakelijk bestaan uit reclamemateriaal.
26. De bevolkingsdichtheid op 1 januari van een kalenderjaar wordt op het einde van hetzelfde jaar gepubliceerd door Statbel, het Belgische statistiekbureau van de FOD Economie.
Doordat de bevolkingsdichtheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hoger is dan het plafond van een 'gemiddeld bevolkt gewest' komen de verdelingen in dat gewest niet voor het belastingkrediet in aanmerking.
Voorbeeld:
Stel dat een uitgever in de loop van het jaar 2025 een totaal van 2.000.000 kranten verdeelt in het Vlaams Gewest, een 'gemiddeld bevolkt gewest' met een bevolkingsdichtheid van 500 inwoners per km², tegen een verdeelkostprijs van 0,48 euro per publicatie, dan zou het belastingkrediet voor dat jaar 2.000.000 x (0,48 - 0,40) = 160.000 euro bedragen.
In het Waals Gewest, een 'dunbevolkt gewest' met een bevolkingsdichtheid van 220 inwoners per km², zou het belastingkrediet 2.000.000 x (0,48 - 0,30) = 360.000 euro bedragen.
27. Het belastingkrediet kan dus worden aangevraagd in een aangifte met betrekking tot het belastbaar tijdperk waarin die bijkomende verdeelkostprijs in aanmerking had kunnen komen om als beroepskost te worden afgetrokken als de niet-aftrekbaarheid ervan niet was ingevoerd door art. 50, § 4, W 12.05.2024 (zie nr. 28 hierna).
28. Volgens de art. 49, § 4, en 50, § 4, W 12.05.2024 is de bijkomende verdeelkostprijs waarvoor het belastingkrediet wordt verleend, niet als beroepskost aftrekbaar.
29. Het belastingkrediet wordt volledig verrekend met de PB, de VenB, de RPB en de overeenkomstige belastingen van niet-inwoners (BNI/nat.pers., BNI/ven., BNI/rpb.).
In de PB wordt het belastingkrediet ook verrekend op de aanvullende belastingen.
In de BNI/nat.pers. worden de zes opcentiemen ten bate van de Staat berekend voor de verrekening van het belastingkrediet.
30. Het gedeelte van het belastingkrediet dat niet kan worden verrekend, wordt terugbetaald als het tenminste 2,50 euro bedraagt.
31. Wat de in art. 158, WIB 92 bedoelde vermeerdering wegens geen of ontoereikende voorafbetalingen betreft, wordt het belastingkrediet beschouwd als een belastingkrediet dat op de in dat artikel vermelde inkomsten betrekking heeft.
32. Het belastingkrediet treedt in werking op 01.01.2024 en is van toepassing op de verdeelkostprijzen gedaan of gedragen vanaf 01.07.2024 tot en met 31.12.2026.
33. Het belastingkrediet moet worden aangevraagd in de aangifte in de PB, de VenB, de RPB of de overeenkomstige BNI met betrekking tot het belastbaar tijdperk waarin die bijkomende verdeelkostprijs in aanmerking had kunnen komen om als beroepskost te worden afgetrokken als de niet-aftrekbaarheid ervan niet was ingevoerd door art. 49, § 4 en 50, § 4, W 12.05.2024 (zie nrs. 23 en 28 hiervoor).
34. Voor aj. 2024 speciaal kan de aan de PB of aan de BNI/nat.pers. onderworpen belastingplichtige het belastingkrediet aanvragen door middel van de codes 1760-83 en 2760-53 die zijn voorzien voor het belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding toegekend in toepassing van cao nr. 164.
Vanaf aj. 2025 zullen in de aangiften in de PB en de BNI/nat.pers. specifieke codes worden voorzien om het belastingkrediet te vragen.
35. Voor aj. 2024 vraagt de belastingplichtige onderworpen aan de VenB of aan de BNI/ven. het belastingkrediet aan door middel van de code 1859 ('Andere terugbetaalbare bestanddelen') in de rubriek 'Terugbetaalbare voorheffingen' van het kader 'Verrekenbare voorheffingen en overige verrekenbare bestanddelen') en vermeldt hij de overeenstemmende verworpen uitgave in de code 1239 ('Andere verworpen uitgaven en overige bestanddelen van het resultaat') in het kader 'Verworpen uitgaven en overige bestanddelen van het resultaat').
Vanaf aj. 2025 zullen in de aangiften in de VenB, de RPB en de overeenkomstige BNI specifieke codes worden voorzien om het belastingkrediet aan te vragen en, in voorkomend geval, de verworpen uitgave te vermelden.
36. De Koning kan de nadere regels vastleggen voor het leveren van het bewijs dat aan de voorwaarden voor de toepassing van het belastingkrediet is voldaan.
In de huidige stand van zaken wordt een koninklijk besluit niet overwogen.
37. W 12.05.2024
Art. 47
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
1° zelfstandige dagbladhandel: een vestigingseenheid die een persaanbod aanbiedt van minstens 200 verschillende titels van kranten, week- en maandbladen met een actuele verschijningsdatum en die, op de eerste dag van het belastbaar tijdperk waarin de verhoogde kostenaftrek bedoeld in artikel 48, wordt toegepast, een gereserveerde ruimte van minimum 50 pct. van de totale oppervlakte van de winkel heeft voor het tentoonstellen van deze bladen en de volgende productengroepen: boeken, schrijfwaren, kaarten, tabaksproducten en aanverwanten, elektronische sigaretten en producten op basis van nicotine, producten van de Nationale Loterij en sportweddenschappen;
2° kosten voor de levering: de kosten die door de zelfstandige dagbladhandels zijn gedaan of gedragen voor de leveringen van papieren kranten en tijdschriften bestemd voor rechtstreekse doorverkoop in de kleinhandel; voor de toepassing van dit hoofdstuk is als rechtstreekse doorverkoop in de kleinhandel te beschouwen de verkoop bij detaillisten wier beroepswerkzaamheid hoofdzakelijk bestaat in de verkoop van kranten en periodieken;
3° verdeelkostprijzen: de bedragen die de uitgevers moeten betalen voor het leveren van papieren publicaties, inclusief btw;
4° dunbevolkt gewest: gewestelijk grondgebied met een bevolkingsdichtheid van maximaal 250 inwoners per km² op 1 januari van het betreffende kalenderjaar;
5° gemiddeld bevolkt gewest: een gewestelijk grondgebied met een bevolkingsdichtheid van meer dan 250 en maximaal 5.000 inwoners per km² op 1 januari van het betreffende kalenderjaar;
6° Wetboek: het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Art. 48
Onverminderd artikel 49 van het Wetboek, en in afwijking van de artikelen 183 en 235 van het Wetboek, zijn de kosten voor de levering die worden gedaan of gedragen in de loop van de kalenderjaren 2024 tot 2026 door zelfstandige dagbladhandels, ten belope van 180 pct. aftrekbaar.
Art. 49
§ 1. Er wordt een verrekenbaar en terugbetaalbaar belastingkrediet verleend aan de belastingplichtigen die uitgever zijn van papieren publicaties waarvoor ze verdeelkosten ten laste nemen gedurende de kalenderjaren 2024 tot 2026 en onderworpen zijn aan:
- de personenbelasting of belasting van niet-inwoners bedoeld in artikel 227, 1°, van het Wetboek;
- de rechtspersonenbelasting of de belasting van niet-inwoners bedoeld in artikel 227, 3°, van het Wetboek.
§ 2. Het in paragraaf 1 bedoelde belastingkrediet wordt verleend ten belope van de behoorlijk verantwoorde bijkomende verdeelkostprijs gedaan of gedragen in respectievelijk 2024, 2025 of 2026 ten opzichte van de kosten gedaan of gedragen in 2023 in hoofde van de uitgever voor de verdeling van papieren publicaties.
De in het eerste lid bedoelde bijkomende verdeelkostprijs heeft uitsluitend betrekking op het geheel of een deel van de werkelijk door de uitgever ten laste genomen verdeelkostprijs.
§ 3. Het in paragraaf 1 vermelde belastingkrediet wordt enkel toegekend voor de bijkomende verdeelkostprijzen voor de levering van papieren publicaties op papier bij de abonnee.
§ 4. In afwijking van de artikelen 49, 66 en 235, van het Wetboek, is de bijkomende verdeelkostprijs waarvoor het in dit artikel bedoelde belastingkrediet wordt verleend, niet als beroepskost aftrekbaar.
§ 5. Het belastingkrediet wordt volledig met de in de paragraaf 1 bedoelde belastingen verrekend en het eventuele saldo wordt terugbetaald indien het tenminste 2,50 euro bedraagt.
Voor Rijksinwoners wordt het in dit hoofdstuk bedoelde belastingkrediet tevens verrekend met de in titel VIII van hetzelfde Wetboek bedoelde aanvullende belastingen op de personenbelasting.
Art. 50
§ 1. Er wordt een verrekenbaar en terugbetaalbaar belastingkrediet verleend aan de belastingplichtigen die uitgever zijn van papieren kranten en/of tijdschriften waarvoor ze verdeelkosten ten laste nemen gedurende de kalenderjaren 2024 tot 2026 en die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting of de belasting van niet-inwoners bedoeld in artikel 227, 2°, van het Wetboek.
§ 2. Het in paragraaf 1 bedoelde belastingkrediet wordt verleend ten belope van:
1° het gedeelte van de verdeelkostprijzen per publicatie tussen 0,30 euro en 0,79 euro voor verdelingen van kranten in een dunbevolkt gewest;
2° het gedeelte van de verdeelkostprijzen per publicatie tussen 0,40 euro en 0,57 euro voor verdelingen van kranten in een gemiddeld bevolkt gewest;
3° het gedeelte van de verdeelkostprijzen per publicatie tussen 0,40 euro en 0,50 euro voor verdelingen van magazines in een dunbevolkt gewest of gemiddeld bevolkt gewest.
De in het eerste lid bedoelde verdeelkostprijs heeft uitsluitend betrekking op het geheel of een deel van de werkelijk door de uitgever ten laste genomen verdeelkostprijs.
§ 3. Het in paragraaf 1 vermelde belastingkrediet kan enkel worden toegekend wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
1° het belastingkrediet wordt enkel toegekend voor de verdeelkostprijzen voor de levering van kranten en tijdschriften op papier bij de abonnee;
2° met betrekking tot tijdschriften wordt het belastingkrediet enkel toegekend voor tijdschriften die niet uitsluitend of hoofdzakelijk bestaan uit reclamemateriaal;
§ 4. In afwijking van de artikelen 49, 66, 183 en 235, van het Wetboek, is de verdeelkostprijs waarvoor het in dit artikel bedoelde belastingkrediet wordt verleend, niet als beroepskost aftrekbaar.
§ 5. Het belastingkrediet wordt volledig met de vennootschapsbelasting of met de belasting van niet-inwoners voor de in artikel 227, 2°, van hetzelfde Wetboek vermelde niet-inwoners verrekend en het eventuele saldo wordt terugbetaald indien het tenminste 2,50 euro bedraagt.
Art. 51
In artikel 50, § 2, van deze wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het bedrag "0,79" wordt vervangen door het bedrag "0,73";
2° het bedrag "0,57" wordt vervangen door het bedrag "0,55".
Art. 52
Het in dit hoofdstuk bedoelde belastingkrediet wordt:
1° voor de toepassing van artikel 158 van het Wetboek aangemerkt als een belastingkrediet dat betrekking heeft op de in dat artikel vermelde inkomsten;
2° voor de toepassing van artikel 245, eerste lid, van het Wetboek gelijkgesteld met het in artikel 289ter van hetzelfde Wetboek bedoelde belastingkrediet;
3° voor de toepassing van artikel 413/1, § 1, tweede lid, eerste en derde streepje, van het Wetboek gelijkgesteld met het in artikel 289ter van hetzelfde Wetboek bedoelde belastingkrediet;
4° voor de toepassing van artikel 413/1, § 1, tweede lid, tweede en vierde streepje, van het Wetboek gelijkgesteld met de in de artikelen 289quater tot 295 van hetzelfde Wetboek bedoelde voorafbetalingen, voorheffingen en andere elementen.
Art. 53
De bepalingen van de artikelen 47 tot 52 worden voor de toepassing van artikel 344, § 1, van het Wetboek gelijkgesteld met bepalingen van hetzelfde Wetboek.
Art. 54
De Koning kan de nadere regels vastleggen voor het leveren van het bewijs dat aan de voorwaarden voor de toepassing van het in dit hoofdstuk bedoelde belastingkrediet is voldaan.
Art. 55
De artikelen 47 tot 50 en 52 tot 54 treden in werking op 1 januari 2024 en zijn van toepassing op de kosten voor de levering die worden gedaan of gedragen in de loop van 1 januari 2024 tot 31 december 2026 en de verdeelkostprijzen die worden gedaan of gedragen in de loop van 1 juli 2024 tot 31 december 2026.
Artikel 51 treedt in werking op 1 januari 2026 en is van toepassing op de kosten voor de levering die worden gedaan of gedragen in de loop van 1 januari 2026 tot 31 december 2026 en de verdeelkostprijzen die worden gedaan of gedragen in de loop van 1 januari 2026 tot 31 december 2026.
Interne ref.: 742.057