Circulaire 2024/C/81 betreffende Definitieve Vrijstellingen – Goederen ingevoerd voor blinden en andere gehandicapten

De Algemene Administratie van Douane en Accijnzen publiceerde op 13/12/2024 de Circulaire 2024/C/81 betreffende Definitieve Vrijstellingen – Goederen ingevoerd voor blinden en andere gehandicapten.


Inhoudstafel


Circulaire 2024/C/81 betreffende Definitieve Vrijstellingen – Goederen ingevoerd voor blinden en andere gehandicapten

1. Inleiding

2. Definities

3. Wettelijke basis

4. Bevoegdheden voor het verlenen van de vrijstelling

5. Voorwaarden voor het verlenen van de vrijstelling

5.1. Voorwaarden met betrekking tot personen

5.2. Voorwaarden met betrekking tot goederen

5.2.1. Voorwerpen zelf

5.2.2. Reserveonderdelen

5.2.3. Behoud van de doelstellingen van de goederen

5.2.3.1. Blinde of andere gehandicapte persoon (personen)

5.2.3.2. Erkende instelling of organisatie

5.3. Uitsluitingen

5.4. Termijn voor de invoer van goederen

5.5. Afwijking van de voorwaarden

6. Procedure

6.1. Aanvraag van erkenning

6.1.1. Personen

6.1.2. Organisaties

6.2. Aanvraag van vrijstelling

6.3. Lijst van goederen of materialen

6.4. Verbintenis

6.5. Invoeraangifte

6.5.1 Voor de blinde of gehandicapte personen

6.5.2 Voor de instellingen/organisaties

6.6. Gebruik van goederen na invoer

6.6.2. Uitlening, verhuur of overdracht van goederen na invoer door organisaties en instellingen

6.6.3. Gebruik voor andere doeleinden dan toegestaan, door organisaties en instellingen

6.6.4. Begunstigde (natuurlijke persoon) die niet langer aan de voorwaarden voldoet

6.6.5. Begunstigde organisaties die niet langer aan de voorwaarden voldoen

6.6.5.1 Goederen die in het bezit blijven van organisaties die niet langer voldoen aan de vereiste voorwaarden voor vrijstelling

6.6.5.2. Goederen in het bezit van organisaties die niet langer voldoen aan de vereiste voorwaarden voor vrijstelling en worden overgedragen aan derden

6.6.5.3. Gevolgen van de intrekking van de vrijstelling

6.7. Controle

7. Bepalingen inzake btw

7.1. Algemene bepalingen

7.2. Toepassingsmodaliteiten

8. Accijnzen

9. Samenvattende tabel

10. Slotbepalingen

11. BIJLAGEN

BIJLAGE I : Artikels 66 t/m 73 van de VERORDENING (EG) Nr. 1186/2009 VAN DE RAAD van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen.

BIJLAGE II : Bijlage III van de VERORDENING (EG) Nr. 1186/2009 VAN DE RAAD van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen.

BIJLAGE III : Bijlage IV van de VERORDENING (EG) Nr. 1186/2009 VAN DE RAAD van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen..

Bijlage IV : Artikel 26°van de Koninklijk besluit nr. 7, van 29 december 1992, met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde

Bijlage V: Artikel 40; §1, 1, b van de BTW Wetboek

1. Inleiding

1. Deze circulaire regelt de vrijstelling van rechten en btw bij invoer bij de vrijgave voor het vrije verkeer in België van goederen ingevoerd door en voor blinden [CV2]of andere gehandicapten[CV3], inclusief door instellingen.

Om het onderwijs, de werkgelegenheid en de sociale ontwikkeling van lichamelijk of geestelijk gehandicapten [CV4]te vergemakkelijken, moeten, voor zover mogelijk, speciaal voor deze doeleinden ontworpen voorwerpen en instrumenten vrijgesteld worden van rechten en belastingen.

Opgemerkt kan worden dat de terminologie die in deze circulaire wordt gebruikt, zoals "blinden" en "gehandicapten", als ouderwets of weinig in overeenstemming met sommige huidige normatieve toepassingen kan worden beschouwd. Deze terminologie wordt hier gebruikt omdat het deze is van de Europese Vrijstellingsverordening 1186/2009: op die manier blijft de circulaire in overeenstemming met de geldende verordening, ook al hebben meer inclusieve en respectvolle termen, zoals "slechtzienden", "personen met een visuele beperking" of "personen met een handicap", in de omgangstaal de voorkeur.

2. De negentiende algemene conferentie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO) heeft op 26 november 1976 een Protocol aangenomen bij de Overeenkomst inzake de invoer van voorwerpen van educatieve, wetenschappelijke of culturele aard, waarin de toekenning van dergelijke douanevrijstellingen ten gunste van blinden en andere gehandicapten wordt voorzien.

Om een uniforme toepassing van de door dit Unesco-protocol voorziene vrijstellingen te waarborgen, heeft de EU deze opgenomen in haar Verordening (EEG) nr. 918/83 van de Raad van 28 maart 1983 (betreffende de instelling van het communautaire stelsel van douanevrijstellingen), die ondertussen de Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad van 16 november 2009 betreffende hetzelfde onderwerp is geworden; de artikelen 66 tot en met 73 van deze Verordening hebben betrekking op deze vrijstellingen.

3. Vrijgesteld van invoerrechten zijn:

- de voorwerpen die speciaal zijn ontworpen voor de opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele ontwikkeling van blinden, vermeld in bijlage III van Verordening (EG) nr. 1186/2009;

- de voorwerpen die speciaal zijn ontworpen voor de opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele ontwikkeling van blinden, vermeld in bijlage IV van Verordening (EG) nr. 1186/2009, en ingevoerd door de blinden zelf voor hun eigen gebruik of door instellingen of organisaties voor onderwijs aan blinden of begeleiding van blinden die door de AAD&A zijn goedgekeurd om deze voorwerpen met vrijstelling in te voeren;

- de voorwerpen bestemd voor personen (anderen dan blinden), lichamelijk of geestelijk gehandicapten, wanneer ze worden ingevoerd door instellingen of organisaties die door de AAD&A zijn goedgekeurd en waarvan de hoofdactiviteit het onderwijs aan gehandicapten of de begeleiding van deze personen is.

De vrijstelling geldt ook voor reserveonderdelen, onderdelen en specifieke hulpstukken van de drie bovenstaande categorieën voorwerpen.

4. Alleen goederen afkomstig uit derde landen buiten de EU en gebruikt in België door de begunstigden (eigen gebruik of organisatie) kunnen van deze vrijstelling genieten.

Aangezien er geen accijnsgoederen specifiek ontworpen zijn voor blinden of andere gehandicapten, bestaat er GEEN wettelijke vrijstelling van accijnzen en geen vrijstelling is van toepassing op deze invoeren.

5. Voor de praktische modaliteiten voor het opmaken van de invoeraangiften is het nuttig om de website ad hoc en de betrokken werkmethodes te raadplegen

Het is ook nuttig de circulaire 2018/C/105 "Definitieve vrijstellingen - Algemeen" te raadplegen.

2. Definities

7. Voor de toepassing van deze circulaire wordt verstaan onder:

- Verordening DV": Verordening (EG) nr. 1186/2009;

- "Specifieke accessoires": Artikelen die speciaal zijn ontworpen om te worden gebruikt met een bepaald object om de prestaties of gebruiksmogelijkheden ervan te verbeteren;

- "EU": Het douanegebied van de Europese Unie, dat de grondgebieden van de lidstaten omvat zoals gedefinieerd door het DWU: Zie Circulaire 2020/C/85.


3. Wettelijke basis

8. De wettelijke basis, waarvan de tekst in de bijlage bij deze circulaire is opgenomen, zijn:

1) Artikelen 66 tot en met 73 van Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad van 16 november 2009 betreffende de instelling van het communautaire stelsel van douanevrijstellingen, evenals de bijlagen III en IV va, die Verordening.

2) Artikel 40, §1, 1°, b van het btw wetboek (omzetting van de artikelen 52 tot 56 van Richtlijn 2009/132/EG van de Raad van 19 oktober 2009 betreffende de werkingssfeer van artikel 143, punten b) en c), van Richtlijn 2006/112/EG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde van bepaalde definitieve invoeren van goederen).

3) Artikel 26 van het Koninklijk Besluit nr. 7 van 29 december 1992 betreffende de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde.

4. Bevoegdheden voor het verlenen van de vrijstelling

8. Wanneer het verzoek om vrijstelling rechtstreeks afkomstig is van een blinde of een andere gehandicapte persoon, is het hoofd van het lokale invoerkantoor bevoegd om de vrijstelling te verlenen voor de bij de douane van dat kantoor aangeboden goederen.

Wanneer het verzoek om vrijstelling afkomstig is van een reeds door de AAD&A erkende organisatie, is het hoofd van het lokale invoerkantoor bevoegd om de vrijstelling te verlenen voor de bij de douane van dat kantoor aangeboden goederen.

9. Wanneer het verzoek om vrijstelling afkomstig is van een niet-erkende of nog niet erkende organisatie, moet dit verzoek om vrijstelling vergezeld gaan van het verzoek om erkenning van de organisatie of het bewijs dat dit verzoek correct is ingediend bij de bevoegde dienst van de AAD&A. Het hoofd van het lokale kantoor vraagt het erkenningsverzoek aan, dat, indien ontvangen, wordt voorgelegd aan de centrale component van de Administratie Operaties die de organisaties in België erkennen.

Zonder erkenningsverzoek wijst het hoofd van het lokale kantoor het verzoek om vrijstelling af.

5. Voorwaarden voor het verlenen van de vrijstelling

5.1. Voorwaarden met betrekking tot personen

a) Personen en Instellingen

10. Onder “begunstigden van de vrijstelling” wordt uitdrukkelijk verstaan:

11. Blinden of andere gehandicapten moeten worden erkend door de FOD Sociale Zekerheid - Directoraat-generaal Personen met een handicap (voorheen "Zwarte Lievevrouw" genoemd). Deze administratie is belast met de officiële erkenning van de handicap in België. Zij is bevoegd voor Wallonië, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Vlaams Gewest.

12. De bovengenoemde instellingen of organisaties moeten worden erkend door de Administrateur-generaal van de douane en accijnzen (in de praktijk de centrale diensten van de Administratie Operaties) om de in de artikelen 67 en 68 genoemde goederen in vrijstelling te mogen invoeren. Deze organisaties worden vermeld in een lijst die wordt opgesteld door de centrale component van de Administratie Operaties.

Deze centrale component beheert, actualiseert en bewaart deze lijst in haar archieven gedurende ten minste 20 jaar.

De personen die bevoegd zijn binnen de door de AAD&A erkende organisaties, als verantwoordelijke autoriteit, gemachtigde of verantwoordelijke vertegenwoordiger, om de vrijstellingsverzoeken of andere documenten te ondertekenen, worden met naam en organisatie in deze lijst vermeld.

b) Blinden en andere gehandicapten

13. De verordening DV maakt een onderscheid tussen blinden en andere lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen, die lijden aan een andere handicap dan die welke het gezichtsvermogen aantast.

Invoeren bestemd voor blinden:

14. Met toepassing van artikel 66 van de verordening DV kunnen de in bijlage III van de in deze verordening genoemde voorwerpen met vrijstelling worden ingevoerd, ongeacht de bestemming ervan. Voorwerpen die niet in bijlage III zijn opgenomen, kunnen niet van deze vrijstelling genieten.

Artikel 67 §1 van de verordening DV beperkt het genot van de invoer met vrijstelling tot voorwerpen:

1. speciaal ontworpen voor de opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele ontwikkeling van blinden,

2. vermeld in bijlage IV,

3. ingevoerd door

- de blinden zelf, voor eigen gebruik (punt a); of

- door de erkende instellingen of organisaties voor onderwijs aan blinden of begeleiding van blinden die door de AAD&A zijn erkend om deze voorwerpen met vrijstelling in te voeren (punt b).

Artikel 70 van de verordening DV stelt de rechtstreekse toekenning van de vrijstelling voor eigen gebruik, aan blinden afhankelijk van de voorwaarde dat de in de lidstaten geldende bepalingen de betrokkenen in staat stellen hun staat van blindheid vast te stellen.

Invoeren bestemd voor andere gehandicapten (andere dan blinden):

15. Artikel 68 §1 van de verordening DV beperkt het genot van de invoer met vrijstelling tot:

1) voorwerpen die specifiek zijn ontworpen voor het gebruik door lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen (andere dan blinden);

2) en ingevoerd door

- de gehandicapten zelf, voor eigen gebruik (punt a); of

- door de erkende instellingen of organisaties die als hoofdactiviteit het onderwijs aan gehandicapten of de begeleiding van deze personen hebben, en die door de AAD&A zijn erkend om deze voorwerpen met vrijstelling in te voeren(punt b).

Artikel 70 van de verordening DV stelt de rechtstreekse toekenning van de vrijstelling, voor eigen gebruik, aan andere gehandicapten dan blinden, lichamelijk of geestelijk, afhankelijk van de voorwaarde dat de in de lidstaten geldende bepalingen de betrokkenen in staat stellen hun handicap die tot vrijstelling aanleiding geeft, aan te tonen.

16. Voorbeelden:

Hier zijn enkele voorbeelden van potentiële begunstigden van deze vrijstelling en van ingevoerde goederen:

1) Blinde of slechtziende personen:

- Een blinde persoon voert een audioboekenlezer of een brailleleesapparaat in.

2) Lichamelijk gehandicapte personen:

- Een persoon in een rolstoel voert een elektrische rolstoel of een mobiliteitshulpmiddel in.

3) Instellingen voor blinden:

- De "Brailleliga" voert brailleboeken, aangepaste computers of gespecialiseerde onderwijsmaterialen in.

4) Instellingen voor gehandicapten:

- Het "Revalidatiecentrum van het CHU Brugmann (C.T.R.)" voert fysiotherapieapparatuur, gespecialiseerde medische hulpmiddelen of aangepaste beroepsopleidingshulpmiddelen in.

5) Non-profitorganisaties:

- "Handicap International" voert technische hulpmiddelen voor gehandicapten in, zoals gehoorapparaten of protheses.

5.2. Voorwaarden met betrekking tot goederen

5.2.1. Voorwerpen zelf

17. Met vrijstelling van invoerrechten (en belastingen) worden toegelaten de voorwerpen:

1) speciaal ontworpen voor de opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele ontwikkeling van blinden, vermeld in bijlage III van de verordening DV;

2) speciaal ontworpen voor opvoedkundige, wetenschappelijke en culturele opvoedkundige ontwikkeling van blinden, vermeld in bijlage IV van de verordening DV;

3) speciaal ontworpen voor het onderwijs aan en tewerkstelling en verbetering van de maatschappelijke positie van andere lichamelijk of geestelijk gehandicapten dan blinden.

Voorbeelden:

1) Onderwijs- en wetenschappelijke materialen:

2) Mobiliteitshulpmiddelen:

3) Medische apparaten en hulpmiddelen:

5.2.2. Reserveonderdelen

18. Overeenkomstig de artikelen 67 §2 en 68 §2 van de verordening DV is de vrijstelling ook van toepassing op reserveonderdelen, onderdelen en specifieke hulpstukken, evenals op gereedschap voor het onderhoud, de controle, het ijken of het herstellen van de in punt 5.2.1 genoemde voorwerpen. Deze kunnen tegelijkertijd met de goederen worden of later ingevoerd.

Als deze onderdelen later worden ingevoerd:

- moeten ze herkenbaar zijn als bestemd voor de voorwerpen die eerder met vrijstelling zijn ingevoerd;

Of

5.2.3. Behoud van de doelstellingen van de goederen

5.2.3.1. Blinde of andere gehandicapte persoon (personen)

19. Overeenkomstig artikel 71 van de verordening DV mag geen van de in vrijstelling toegelaten goederen worden uitgeleend, verhuurd of overgedragen, hetzij onder bezwarende titel of om niet, zonder dat de AAD&A hiervan vooraf op de hoogte is gesteld.

De vrijstelling blijft behouden als de uitlening, verhuring of overdracht wordt gedaan aan een persoon, instelling of organisatie die recht heeft op de vrijstelling.

Bij niet-naleving van deze voorwaarden wordt de vrijstelling ingetrokken voor de blinde of gehandicapte persoon. De uitlening, verhuring of overdracht is onderworpen aan de voorafgaande betaling van de invoerrechten tegen het tarief dat geldt op de datum van de uitlening, verhuring of overdracht, op basis van de soort en de douanewaarde die op die datum door de AAD&A wordt erkend of aanvaard.

5.2.3.2. Erkende instelling of organisatie

20. Overeenkomstig artikel 72 van de verordening DV kunnen erkende instellingen en organisaties de met vrijstelling ingevoerde goederen uitlenen, verhuren of overdragen, hetzij onder bezwarende titel of om niet, aan de blinden en andere gehandicapten wier belangen zij behartigen, zonder de AAD&A hiervan vooraf op de hoogte te stellen.

In alle andere gevallen moet de AAD&A vooraf worden geïnformeerd en blijft de vrijstelling alleen behouden als de uitlening, verhuring of overdracht wordt gedaan aan een persoon, instelling of organisatie die recht heeft op de vrijstelling.

Bij niet-naleving van deze voorwaarden wordt de vrijstelling ingetrokken voor de instelling. De uitlening, verhuring of overdracht is onderworpen aan de voorafgaande betaling van de invoerrechten tegen het tarief dat geldt op de datum van de uitlening, verhuring of overdracht, op basis van de soort en de douanewaarde die op die datum door de AAD&A wordt erkend of aanvaard.

5.3. Uitsluitingen

21. De volgende zijn uitgesloten van de vrijstelling:

- Niet-erkende organisaties en blinden of andere gehandicapten die niet door de FOD Sociale Zekerheid Directoraat-generaal Personen met een handicap zijn erkend.

- Goederen die niet in de bijlagen III en IV van de verordening DV zijn opgenomen en die niet speciaal zijn ontworpen voor de opvoedkundige, wetenschappelijke en culturele ontwikkeling van blinden.

OF

5.4. Termijn voor de invoer van goederen

22. Er is geen specifieke invoertermijn van toepassing volgens de verordening DV, maar de vrijstelling moet worden verleend voor een gebruik van de goederen binnen een redelijke termijn vanaf de datum van toekenning van de vrijstelling.

De erkenning van de organisatie blijft geldig zolang deze dezelfde rechtsvorm behoudt en de erkenning noodzakelijk blijft voor het bereiken van haar doelstellingen.

5.5. Afwijking van de voorwaarden

23. Er is geen afwijking van de bovengenoemde voorwaarden voorzien in de verordening DV. Zoals bij alle regelgeving met betrekking tot belastingvrijstellingen, is deze Verordening strikt van toepassing.

6. Procedure

6.1. Aanvraag van erkenning

6.1.1. Personen

24. Deze erkenning is niet vereist voor blinden of andere gehandicapten. Ze moeten echter vooraf erkend zijn door de FOD Sociale Zekerheid - Directoraat-generaal Personen met een handicap.

6.1.2. Organisaties

25. De aanvraag voor erkenning moet vergezeld gaan van een kopie van een uittreksel uit de bijlage bij het Belgisch Staatsblad (of een notariële akte) met de STATUTEN van de organisatie, evenals, indien van toepassing, een aanvraag voor vrijstelling (overeenkomstig §§ 27 tot 28), voorafgaand aan de invoer.

De aanvraag voor erkenning en de eventuele eerste of enige aanvraag voor vrijstelling moet altijd worden ondertekend door de bevoegde persoon van de ontvangende organisatie, met vermelding van zijn naam en functie. Als de organisatie in de toekomst regelmatige zendingen verwacht, moet dit worden vermeld in de aanvraag voor erkenning, met vermelding van de namen en functies van de personen die gemachtigd zijn om de aanvragen voor vrijstelling te ondertekenen als verantwoordelijke vertegenwoordigers of gemachtigden.

26. Organisaties die niet op de lijst in § 12 staan, moeten voorafgaand aan de invoer van hun eerste of enige zending goederen een schriftelijke aanvraag voor erkenning indienen bij de centrale diensten van de Administratie Operaties van de AAD&A om in aanmerking te komen voor een eventuele vrijstelling. Als een niet-erkende organisatie door bepaalde omstandigheden een vrijstelling aanvraagt op het moment van invoer van de goederen, moet het hoofd van het lokale invoerkantoor telefonisch contact opnemen met de centrale diensten OPS, die dan de nodige richtlijnen zullen geven.

6.2. Aanvraag van vrijstelling

27. Dit betreft de aanvraag voor vrijstelling door een reeds door de AAD&A erkende organisatie voor de daadwerkelijke invoer van goederen overeenkomstig artikel 67 of 68 van de verordening DV. De aanvraag voor toestemming voor invoer met vrijstelling wordt ingediend bij het lokale hoofd van het invoerkantoor (Administratie Operaties), uiterlijk op het moment van invoer. Deze moet worden ondertekend door een bevoegde persoon (cf. §§ 30). De aanvraag gaat vergezeld van de indiening van de (elektronische) aangifte voor het vrije verkeer.

28. Deze aanvraag voor vrijstelling die een voorafgaande erkenning vereist, moet formeel schriftelijk worden ingediend bij de Administratie OPS – Centrale component (per e-mail naar: da.ops.douane1@minfin.fed.be). Bij gebrek hieraan wordt deze aanvraag voor invoer met vrijstelling (bv. in geval van eenmalige invoer) gedaan door middel van een schriftelijke elektronische douaneaangifte (DAU).De handelingen bedoeld in de artikelen 135, 138 en 141 van het DWU-DA (mondelinge aangifte, gebruik van het groene kanaal, eenvoudige grensoverschrijding) zijn automatisch uitgesloten voor dergelijke aanvragen voor invoer met vrijstelling door instellingen. Ook uitgesloten zijn de vereenvoudigde aangiftesystemen voor invoer door kleine zendingen in de e-commerce.

Daarentegen vereist de aanvraag voor vrijstelling door een particulier (blinde of andere gehandicapte persoon) geen schriftelijke aanvraag, maar kan deze worden gedaan door de handelingen bedoeld in de artikelen 135, 138 en 141 van het DWU-DA (mondelinge aangifte, gebruik van het rode kanaal).

6.3. Lijst van goederen of materialen

29. Een lijst van goederen of materialen moet als bijlage bij de douaneaangifte worden bijgevoegd bij de aanvraag voor vrijstelling, alles in elektronisch formaat. Deze lijst, waarvan de verschillende posten voorafgegaan moeten worden door opeenvolgende nummers, moet de GN-codes of een gedetailleerde beschrijving bevatten die een duidelijke identificatie van de goederen of materialen in de zending mogelijk maakt. De lijst moet ook de hoeveelheid en waarde van elk object vermelden alsook de totale waarde. Bovenaan moet deze de volgende vermelding bevatten: "Goederen bestemd voor blinden / gehandicapten / erkende organisaties voor blinden en gehandicapten overeenkomstig artikel 66, 67 §1 a/b OF 68 §1 a/b (geef het toepasselijke geval aan) van Verordening 1186/2009, ingevoerd door ………………………..(naam en adres van de ontvangende organisatie OF naam van de begunstigde (geef het toepasselijke geval aan))".

Deze lijst moet worden ondertekend door de bevoegde persoon die de aanvraag voor vrijstelling heeft ondertekend.

Als meerdere zendingen identiek zijn aan de inhoud van de eerste, volstaat een eenvoudige verwijzing naar de goedgekeurde lijst bij de eerste aangifte.

6.4. Verbintenis

30. De initiële toekenning van de vrijstelling is afhankelijk van de ontvangst door de AAD&A van de verbintenis van de toekomstige begunstigde organisatie om de rechten en belastingen te betalen indien deze verschuldigd worden. Deze verbintenis moet voorafgaand aan elke invoer worden ingediend, samen met de aanvraag voor erkenning.

Elke aanvraag voor erkenning moet worden ondersteund door een verbintenis ondertekend door een bevoegde persoon (cf. § 27) van de ontvangende organisatie, die :

- de hoeveelheden, merken, nummers, soort en gewicht van de ingevoerde zendingen moet vermelden, evenals de soort en hoeveelheid van de goederen of materialen in de zending;

- moet certificeren dat de goederen of materialen worden ingevoerd voor doeleinden die recht geven op de vrijstelling;

- moet bevestigen dat de boekhouding van de organisatie de bevoegde douaneautoriteiten in staat stelt om het juiste gebruik van de goederen te controleren in overeenstemming met de doelen van de artikelen 66 tot 73 van de verordening DV;

- de verbintenis aangaat om de verschuldigde belastingen te betalen op het vereiste moment en volgens de voorgeschreven bepalingen als een andere bestemming wordt gegeven aan de goederen of materialen dan waarvoor de vrijstelling is verleend, of als de organisatie niet langer voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de vrijstelling;

- zich moet verbinden om elke controle die de bevoegde autoriteiten nodig achten te accepteren en te vergemakkelijken om te verifiëren of de voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling blijvend worden nageleefd.

Zonder een dergelijke verbintenis, geldig ondertekend door een bevoegde persoon van de aanvragende organisatie, wordt elke aanvraag voor vrijstelling of, a fortiori, voor erkenning afgewezen.

Deze verbintenis is niet vereist voor blinden of gehandicapten die de goederen voor eigen gebruik invoeren.

6.5. Invoeraangifte

6.5.1 Voor de blinde of gehandicapte personen

31. Ongeacht de toekenning of weigering van de vrijstelling, kan de invoer van de goederen of materialen bedoeld in de artikelen 66 tot en met 68 altijd plaats vinden onder dekking van een schriftelijke elektronische douaneaangifte IM 4 (regeling 40) met de code 160 in vak 37 (of de overeenkomstige gegevens van bijlage B van het DWU-DA) wanneer de vrijstelling wordt verleend.

De aanvullende regelingcode moet worden vermeld in vak 37, 3e onderverdeling. Deze code moet verplicht worden gebruikt om te voorkomen dat de invoerrechten en belastingen verschuldigd worden

–C21: voorwerpen van bijlage III bestemd voor blinden;

–C22: voorwerpen van bijlage IV bestemd voor blinden die de blinden zelf voor eigen gebruik invoeren (inclusief reserveonderdelen, onderdelen, toebehoren of hulpstukken);

–C24: voorwerpen bestemd voor andere gehandicapten (geen blinden) wanneer ze worden ingevoerd door de gehandicapten zelf voor eigen gebruik (inclusief reserveonderdelen, onderdelen, toebehoren of hulpstukken).

Daarnaast zijn de handelingen bedoeld in de artikelen 135, 138 en 141 van het DWU-DA (mondelinge aangifte, gebruik van het groene kanaal, eenvoudige grensoverschrijding) mogelijk voor goederen die ingevoerd worden door de blinde of gehandicapte personen voor zover zij bestemd zijn voor eigen gebruik.

6.5.2 Voor de instellingen/organisaties

32. Ongeacht de toekenning of weigering van de vrijstelling, vindt de invoer van de goederen of materialen bedoeld in de artikelen 66 tot 68 altijd plaats onder dekking van een schriftelijke elektronische douaneaangifte IM 4 (regeling 40) met de code 160 in vak 37 (of de overeenkomstige gegevens van bijlage B van het DWU-DA) wanneer de vrijstelling wordt verleend. De handelingen bedoeld in de artikelen 135, 138 en 141 van het DWU-DA (mondelinge aangifte, gebruik van het groene kanaal, eenvoudige grensoverschrijding) zijn automatisch en altijd uitgesloten voor dergelijke invoer met vrijstelling voor instellingen. Ook uitgesloten zijn de vereenvoudigde aangiftesystemen voor invoer door kleine zendingen in de e-commerce.

De aanvullende regelingcode moet worden vermeld in vak 37, 3e onderverdeling. Deze code moet verplicht worden gebruikt om te voorkomen dat de invoerrechten en belastingen verschuldigd worden.

–C21: objecten van bijlage III bestemd voor blinden;

–C23: voorwerpen van bijlage IV bestemd voor blinden wanneer ze worden ingevoerd door bepaalde instellingen of organisaties(inclusief reserveonderdelen, onderdelen, toebehoren of hulpstukken);

–C25: voorwerpen bestemd voor andere gehandicapten (geen blinden) wanneer ze worden ingevoerd door bepaalde instellingen of organisaties (inclusief reserveonderdelen, onderdelen, toebehoren of hulpstukken);

33. In geval van toekenning van de vrijstelling en als de zending een groot aantal goederen of materialen bevat waarvan de classificatie per tariefpost onevenredig veel tijd kost in verhouding tot de betrokken belangen, kan de aangever, indien gewenst, de vermelding van de tariefposten vervangen door de volgende vermelding in de betreffende vakken van de IM 4-aangiften (regeling 40): "Goederen bestemd voor een blinde of gehandicapte – zie bijgevoegde lijst –toepassing Circulaire 2024/C/81".

6.6. Gebruik van goederen na invoer

6.6.1. Uitlening, verhuur of overdracht van goederen na invoer door een begunstigde natuurlijke persoon

34. In overeenstemming met artikel 71 van Verordening DV mogen de in vrijstelling ingevoerde goederen door natuurlijke personen (blinden of andere gehandicapten) niet worden uitgeleend, verhuurd of overgedragen, hetzij onder bezwarende titel of om niet, zonder dat de bevoegde douaneautoriteiten hiervan vooraf op de hoogte zijn gesteld.

Betaling van invoerrechten (en belastingen):

35.

Betaling van invoerrechten:

36.

37. Voorbeelden uitlening, verhuring en overdracht mét vrijstelling: :

- Uitlening van audioboeklezers: door een blinde aan een andere blinde.

- Verhuring van elektronische loepen: door een blinde aan een erkende vereniging van slechtzienden om hen te helpen bij hun dagelijkse activiteiten na een brand in hun lokalen.

- Overdracht van tele-vergrootglazen: door leerlingen van een school voor blinden aan minderbedeelde blinden zodat zij deze thuis kunnen gebruiken voor hun huiswerk en studie.

- Uitlening van elektronische witte stokken: door blinden aan blinden om hen te helpen zich veilig te verplaatsen in afwachting van hun eigen stokken.

- Uitlening van vergrotingssoftware: door gehandicapten aan andere gehandicapten zodat zij deze kunnen gebruiken op hun persoonlijke computers.

38. Voorbeelden die leiden tot betaling van rechten (en belastingen):

- Uitleen van materiaal voor commerciële doeleinden: het uitlenen van mobiliteitshulpmiddelen of medische apparaten aan een bedrijf voor commercieel gebruik, in plaats van voor persoonlijk of institutioneel gebruik.

- Uitleen van materiaal aan niet-gerechtigde personen: het uitlenen van audioboeklezers of elektronische loepen aan personen die niet erkend zijn als blind of slechtziend, of aan instellingen die niet erkend zijn voor hun werk met gehandicapten.

Deze uitleningen, overdrachten of verhuringen stellen blinden of anderszins gehandicapten in staat om dure en gespecialiseerde apparatuur te gebruiken, en vergemakkelijken de toegang tot deze apparatuur voor degenen die deze nodig hebben.

6.6.2. Uitlening, verhuur of overdracht van goederen na invoer door organisaties en instellingen

39. In overeenstemming met artikel 72 van Verordening DV kunnen erkende organisaties en instellingen de in vrijstelling ingevoerde goederen uitlenen, verhuren of overdragen, hetzij onder bezwarende titel of om niet, aan de blinden en andere gehandicapten wier belangen zij behartigen, zonder de bevoegde douaneautoriteiten hiervan vooraf op de hoogte te stellen.

Voorwaarden voor behoud van de vrijstelling

40.

Voorwaarden voor behoud van de vrijstelling

41. De uitlening, verhuur of overdracht die niet voldoet aan bovenstaande voorwaarden is onderworpen aan de voorafgaande betaling van de invoerrechten tegen het tarief dat geldt op de datum van de uitlening, verhuur of overdracht, op basis van de douanewaarde die op die datum door de bevoegde douaneautoriteiten wordt erkend of aanvaard.

42. Voorbeelden uitlening, verhuring en overdracht mét vrijstelling:

Deze uitleningen, verhuringen en overdrachten zonder winstoogmerk, maximaliseren het gebruik van dure en gespecialiseerde apparatuur en vergemakkelijken de toegang tot deze apparatuur voor degenen die deze nodig hebben.

6.6.3. Gebruik voor andere doeleinden dan toegestaan, door organisaties en instellingen

43. In overeenstemming met artikel 73 §1 van Verordening DV zijn organisaties en instellingen die van plan zijn de in vrijstelling toegelaten goederen of materialen voor andere doeleinden te gebruiken dan die voorzien in de artikelen 67 en 68, verplicht de bevoegde douaneautoriteiten hiervan onmiddellijk op de hoogte te stellen.

Betaling van invoerrechten (en belastingen):

44.

Voorbeelden:

Deze beperkingen zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat de douanevrijstellingen daadwerkelijk ten goede komen aan de personen en instellingen die deze nodig hebben, en om misbruik te voorkomen.

6.6.4. Begunstigde (natuurlijke persoon) die niet langer aan de voorwaarden voldoet

45. Begunstigde natuurlijke personen die niet langer aan de voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor de vrijstelling, zijn verplicht de douaneautoriteiten hiervan onmiddellijk op de hoogte te stellen.

De goederen en materialen die in het bezit blijven van natuurlijke personen die niet langer aan de voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor de vrijstelling, zijn onderworpen aan de daarop van toepassing zijnde invoerrechten, tegen het tarief dat geldt op de datum waarop de genoemde voorwaarden niet langer worden vervuld, op basis van de soort en de douanewaarde die op die datum door de AAD&A wordt erkend of aanvaard.

46. Voorbeelden:

Deze situaties tonen het belang aan van het handhaven van de naleving van de geschiktheidscriteria om te blijven genieten van fiscale en douanevoordelen.

6.6.5. Begunstigde organisaties die niet langer aan de voorwaarden voldoen

47. In overeenstemming met artikel 73, §1 van Verordening DV, zijn de erkende organisaties die niet langer aan de voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor de vrijstelling, verplicht de douaneautoriteiten hiervan onmiddellijk op de hoogte te stellen: dit wil zeggen de Administratie OPS – Centrale Component (via mail naar: da.ops.douane1@minfin.fed.be).

De goederen en materialen die in het bezit blijven van organisaties die niet langer aan de voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor de vrijstelling, zijn onderworpen aan de toepassing van de invoerrechten die daarop van toepassing zijn, tegen het tarief dat geldt op de datum waarop de genoemde voorwaarden niet langer worden vervuld, op basis van de soort en de douanewaarde die op die datum door de AAD&A wordt erkend of aanvaard.

6.6.5.1 Goederen die in het bezit blijven van organisaties die niet langer voldoen aan de vereiste voorwaarden voor vrijstelling

48. De vrijstelling wordt ingetrokken voor goederen en materialen die in het bezit blijven van organisaties die niet langer voldoen aan de vereiste voorwaarden voor vrijstelling (overeenkomstig art 73 §2 Verordening DV).

6.6.5.2. Goederen in het bezit van organisaties die niet langer voldoen aan de vereiste voorwaarden voor vrijstelling en worden overgedragen aan derden

49. Wanneer organisaties die niet langer voldoen aan de vereiste voorwaarden voor vrijstelling hun ingevoerde goederen overdragen:

6.6.5.3. Gevolgen van de intrekking van de vrijstelling

50.

51. Voorbeelden:

Deze situaties tonen het belang aan voor verenigingen om te blijven voldoen aan de wettelijke en reglementaire criteria om te blijven genieten van fiscale en douanevoordelen.

6.7. Controle

52. Naast de voorafgaande controle van de voorwaarden voor het verlenen van de vrijstelling en de garanties die door de aanvragende organisaties worden geboden met het oog op hun erkenning, zullen de operationele diensten in het rechtsgebied waar de persoon of organisatie die van de vrijstelling geniet is gevestigd, de nodige controles uitvoeren na de invoer van de goederen om te verifiëren of de voorwaarden en beperkingen voor het verlenen van de vrijstelling blijvend worden nageleefd.

Deze controle achteraf heeft betrekking op de naleving van de gebruiksvoorwaarden van de goederen die onder vrijstelling zijn toegelaten, met name dat het nagestreefde doel (zoals voorzien in de verordening DV) hetzelfde blijft.

De eerder genoemde voorbeelden illustreren deze potentiële tekortkomingen.

7. Bepalingen inzake btw

7.1. Algemene bepalingen

53. Net als bij invoerrechten kunnen goederen bestemd voor blinden en andere gehandicapten voor de doeleinden zoals voorzien in de verordening DV, volledig vrij van btw worden ingevoerd, binnen de grenzen en onder de voorwaarden van artikel 26 van KB nr. 7 van 29 december 1992.

De bepalingen van dit artikel 26 van het KB zijn inhoudelijk identiek aan die van de artikelen 66 tot en met 73 van de Verordening DV.

7.2. Toepassingsmodaliteiten

54. De toepassingsmodaliteiten voorzien voor invoerrechten zijn mutatis mutandis van toepassing op het gebied van btw.

8. Accijnzen

55. Er bestaat geen accijnsvrijstelling voor de invoer van goederen bedoeld in de artikelen 66 tot en met 73 van de Verordening DV.

9. Samenvattende tabel

56.

10. Slotbepalingen

57. Deze circulaire vervangt en herroept de eerdere wettelijke en reglementaire bepalingen (en de bijbehorende opmerkingen) die zijn opgenomen in Hoofdstuk I, Titel XVI, punt A (Voorwerpen bestemd voor blinden en gehandicapten voor hun gebruik) van de Instructie Definitieve Vrijstellingen 1984 – CD 510.0.


Voor de administrateur-generaal van de douane en accijnzen

Jo Lemaire

Adviseur-generaal

_____________________
Réf : D.I. 510.161 tot 510.166/EOS/DD 021.063

11. BIJLAGEN

BIJLAGE I : Artikels 66 t/m 73 van de VERORDENING (EG) Nr. 1186/2009 VAN DE RAAD van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen.

B. Ten bate van gehandicapten

1. Voorwerpen voor blinden

Artikel 66

De in bijlage III vermelde voorwerpen die speciaal zijn ontworpen voor de opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele ontwikkeling van blinden, zijn van rechten bij invoer vrijgesteld.

Artikel 67

1. De in bijlage IV vermelde voorwerpen die speciaal zijn ontworpen voor de opvoedkundige, wetenschappelijke en culturele ontwikkeling van blinden zijn van rechten bij invoer vrijgesteld, wanneer zij worden ingevoerd:

2. De in lid 1 bedoelde vrijstelling is van toepassing op reserveonderdelen, onderdelen of specifieke hulpstukken, bestemd voor de betrokken voorwerpen, alsmede op gereedschap voor het onderhoud, de controle, het ijken of het herstellen van die voorwerpen, voor zover deze reserveonderdelen, onderdelen, hulpstukken of gereedschap tegelijkertijd met deze voorwerpen worden ingevoerd, of, indien zij op een later tijdstip worden ingevoerd, herkenbaar zijn als bestemd voor de voorwerpen die eerder met vrijstelling van rechten zijn toegelaten of die voor de vrijstelling in aanmerking kunnen komen wanneer deze voor de bedoelde reserveonderdelen, onderdelen of specifieke hulpstukken en het bedoelde gereedschap wordt aangevraagd.

2. Voorwerpen voor andere gehandicapten

Artikel 68

1. Voorwerpen die speciaal zijn ontworpen voor onderwijs aan en tewerkstelling en verbetering van de maatschappelijke positie van andere lichamelijk of geestelijk gehandicapten dan blinden, zijn van rechten bij invoer vrijgesteld wanneer zij worden ingevoerd:

2. De in lid 1 bedoelde vrijstelling is van toepassing op reserveonderdelen, onderdelen of specifieke hulpstukken, bestemd voor de betrokken voorwerpen, alsmede op gereedschap voor het onderhoud, de controle, het ijken of het herstellen van die voorwerpen, voor zover deze reserveonderdelen, onderdelen of hulpstukken, of gereedschappen tegelijk met deze voorwerpen worden ingevoerd of, indien zij op een later tijdstip worden ingevoerd, herkenbaar zijn als bestemd voor voorwerpen die eerder met vrijstelling van rechten zijn ingevoerd of die voor de vrijstelling in aanmerking kunnen komen wanneer deze voor de bedoelde reserveonderdelen, onderdelen of specifieke hulpstukken en het bedoelde gereedschap wordt aangevraagd.

Artikel 69

Indien nodig kunnen bepaalde voorwerpen, volgens de in artikel 247 bis van Verordening (EEG) nr. 2913/92 bedoelde procedure, van het recht op vrijstelling worden uitgesloten, wanneer wordt vastgesteld dat de invoer met vrijstelling van rechten van dergelijke voorwerpen de betrokken bedrijfstak in de Gemeenschap schade berokkent.

3. Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 70

De rechtstreekse verlening van de vrijstelling voor eigen gebruik, aan blinden of andere gehandicapten, als bedoeld in artikel 67, lid 1, onder a), en in artikel 68, lid 1, onder a), wordt afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de in de lidstaten geldende bepalingen het voor de belanghebbenden mogelijk maken hun blindheid of handicap die tot vrijstelling aanleiding geeft, aan te tonen.

Artikel 71

1. Voorwerpen die met vrijstelling worden ingevoerd door de in de artikelen 67 en 68 bedoelde personen, mogen niet worden uitgeleend, verhuurd, noch onder bezwarende titel of om niet worden overgedragen, zonder dat de bevoegde autoriteiten daarvan vooraf in kennis zijn gesteld.

2. Indien de voorwerpen worden uitgeleend, verhuurd of overgedragen aan een persoon, een instelling of een organisatie, die krachtens de artikelen 67 en 68 voor vrijstelling in aanmerking komt, blijft de vrijstelling van kracht voor zover bedoelde persoon, instelling of organisatie het voorwerp gebruikt voor doeleinden welke recht geven op deze vrijstelling.

In de overige gevallen mag het uitlenen, verhuren of overdragen pas plaatsvinden na de voorafgaande betaling van de rechten bij invoer, tegen het op de datum van het uitlenen, verhuren of overdragen van kracht zijnde tarief, zulks naar de soort en op de grondslag van de douanewaarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard.

Artikel 72

1. Voorwerpen die onder de in de artikelen 67 en 68 gestelde voorwaarden zijn ingevoerd door instellingen of organisaties die de vrijstelling genieten, mogen door deze instellingen of organisaties aan blinden en andere gehandicapten wier belangen zij behartigen, zonder winstoogmerk worden uitgeleend, verhuurd of overgedragen zonder betaling van de rechten bij invoer voor deze voorwerpen.

2. Uitlening, verhuring of overdracht mag niet plaatsvinden onder andere voorwaarden dan die van lid 1 zonder voorafgaande kennisgeving aan de bevoegde autoriteiten.

Indien de voorwerpen worden uitgeleend, verhuurd of overgedragen aan een persoon, instelling of organisatie die krachtens artikel 67, lid 1, of artikel 68, lid 1, voor vrijstelling van rechten in aanmerking komt, blijft de vrijstelling van kracht, voor zover deze persoon, instelling of organisatie het betrokken voorwerp gebruikt voor doeleinden welke recht geven op deze vrijstelling.

In de overige gevallen mag het uitlenen, verhuren of overdragen pas plaatsvinden na de voorafgaande betaling van de rechten bij invoer volgens het op de datum van de uitlening, verhuring of overdracht van kracht zijnde tarief, zulks naar de soort en op grondslag van de douanewaarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard.

Artikel 73

1. De in de artikelen 67 en 68 bedoelde instellingen of organisaties die niet langer voldoen aan de voorwaarden om voor vrijstelling in aanmerking te komen of die een met vrijstelling ingevoerd voorwerp voor andere doeleinden willen gebruiken dan die bedoeld in de voornoemde artikelen, dienen de bevoegde autoriteiten daarvan in kennis te stellen.

2. Voorwerpen die in het bezit blijven van de instellingen of organisaties die niet langer voldoen aan de voorwaarden om voor vrijstelling in aanmerking te komen, zijn onderworpen aan de toepassing van de daarvoor geldende rechten bij invoer, tegen het tarief dat van kracht is op de datum waarop aan genoemde voorwaarden niet langer wordt voldaan, zulks naar de soort en op de grondslag van de douanewaarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard.

3. Voorwerpen die door de instelling of organisatie die vrijstelling geniet, worden gebruikt voor andere doeleinden dan bedoeld in de artikelen 67 en 68, zijn onderworpen aan de toepassing van de daarvoor geldende rechten bij invoer, tegen het tarief dat van kracht is op de datum waarop zij voor een ander gebruik worden bestemd, zulks naar de soort en op de grondslag van de douanewaarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard

BIJLAGE II : Bijlage III van de VERORDENING (EG) Nr. 1186/2009 VAN DE RAAD van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen.


BIJLAGE III : Bijlage IV van de VERORDENING (EG) Nr. 1186/2009 VAN DE RAAD van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen..

Bijlage IV – Artikel 26°van de Koninklijk besluit nr. 7, van 29 december 1992, met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde

Artikel 26

§ 1. Vrijstelling van de belasting wordt verleend voor de definitieve invoer van goederen die speciaal zijn ontworpen voor onderwijs aan, de tewerkstelling of de verbetering van de maatschappelijke positie van blinden en andere personen met een lichamelijke of geestelijke handicap, wanneer zij worden ingevoerd door instellingen of organisaties wier voornaamste activiteit het onderwijs aan of de begeleiding van personen met een handicap is en die door de Minister van Financiën of zijn gemachtigde toestemming hebben verkregen om deze voorwerpen met vrijstelling in te voeren. Die goederen moeten gratis en zonder enige commerciële bijbedoeling van de gever aan een dergelijke instelling of organisatie worden gezonden.

§ 2. De vrijstelling is van toepassing op specifieke reserveonderdelen, onderdelen of hulpstukken, bestemd voor de betrokken voorwerpen, alsmede op gereedschap voor het onderhoud, de controle, het ijken of het herstellen van die voorwerpen, voor zover deze reserveonderdelen, onderdelen of hulpstukken of gereedschap tegelijkertijd met deze voorwerpen worden ingevoerd, of, indien zij op een later tijdstip worden ingevoerd, herkenbaar zijn als bestemd voor voorwerpen die eerder met vrijstelling zijn ingevoerd of die voor de vrijstelling in aanmerking kunnen komen wanneer deze voor de bedoelde reserveonderdelen, onderdelen of specifieke hulpstukken en het bedoelde gereedschap wordt aangevraagd.

§ 3. De goederen waarvoor vrijstelling wordt verleend mogen voor geen andere doeleinden worden aangewend dan voor de opvoeding en de tewerkstelling van blinden en andere personen met een handicap of voor de verbetering van hun maatschappelijke positie.

§ 4. Goederen waarvoor vrijstelling is verleend mogen door de instellingen of organisaties die de vrijstelling genieten aan de in paragraaf 1 bedoelde personen waarvoor ze zorgen, zonder winstoogmerk worden uitgeleend, verhuurd of overgedragen, zonder betaling van de belasting bij invoer.

§ 5. Uitlening, verhuring of overdracht mag niet plaatsvinden onder andere voorwaarden dan die van paragraaf 4 zonder voorafgaande kennisgeving aan de administratie. Indien de goederen worden uitgeleend, verhuurd of overgedragen aan een instelling of organisatie die zelf voor vrijstelling in aanmerking komt, blijft de vrijstelling van kracht, voor zover deze instelling of organisatie het betrokken voorwerp gebruikt voor doeleinden welke recht geven op deze vrijstelling. In de overige gevallen mag het uitlenen, verhuren of overdragen pas plaatsvinden na de voorafgaande betaling van de belasting volgens het op de datum van de uitlening, verhuring of overdracht van kracht zijnde tarief en over de op diezelfde datum vastgestelde maatstaf van heffing.

§ 6. De in paragraaf 1 bedoelde instellingen of organisaties die niet langer voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling, of die een met vrijstelling ingevoerd voorwerp voor andere doeleinden willen gebruiken dan die bedoeld in voornoemde paragraaf, dienen de administratie daarvan in kennis te stellen. Voorwerpen die in het bezit blijven van de instellingen of organisaties die niet langer voldoen aan de voorwaarden om voor vrijstelling in aanmerking te komen, zijn onderworpen aan de toepassing van de belasting, tegen het tarief dat van kracht is op de datum waarop genoemde voorwaarden niet langer worden vervuld en over de op diezelfde datum vastgestelde maatstaf van heffing. Voorwerpen die door de instelling of organisatie die vrijstelling geniet worden gebruikt voor andere doeleinden dan bedoeld in paragraaf 3 zijn onderworpen aan de toepassing van de belasting, tegen het tarief dat van kracht is op de datum waarop zij voor een ander gebruik worden bestemd en over de op diezelfde datum vastgestelde maatstaf van heffing.

Bijlage V: Artikel 40; §1, 1, b van de BTW Wetboek

Artikel 40

§ 1. Van de belasting zijn vrijgesteld:
1° de invoer en de intracommunautaire verwerving:
a) …
b) van goederen die een definitieve vrijstelling genieten op grond van de door de
Europese Gemeenschappen uitgevaardigde reglementering;


1

  • de blinden zelf; of
  • de erkende instellingen of organisaties voor het onderwijs aan blinden of de begeleiding van blinden; of
  • de gehandicapten zelf; of
  • de erkende instellingen of organisaties die zich hoofdzakelijk bezighouden met het onderwijs aan gehandicapten of de begeleiding van deze personen.
  • Brailleboeken, aangepaste laboratoriumapparatuur en andere gespecialiseerde onderwijsmaterialen, ingevoerd door instellingen voor blinden of andere gehandicapten.
  • Mobiliteitshulpmiddelen, zoals rolstoelen, witte stokken en andere hulpmiddelen, ingevoerd voor gehandicapten.
  • Medische gehoorapparaten, cochleaire implantaten en andere medische hulpmiddelen voor gehandicapten.
  • moet bij de invoer worden aangetoond dat de apparaten of instrumenten waarvoor deze onderdelen bestemd zijn, zelfs nog niet werkelijke ingevoerd, in aanmerking zouden komen voor vrijstelling als ze op dat moment zouden worden ingevoerd.
  • voorwerpen die niet speciaal zijn ontworpen voor onderwijs aan en tewerkstelling en verbetering van de maatschappelijke positie van andere lichamelijk of geestelijk gehandicapten dan blinden.
  • De vrijstelling blijft behouden als de uitlening, verhuur of overdracht wordt gedaan aan een persoon die recht heeft op de vrijstelling.
  • Bij niet-naleving van deze voorwaarden wordt de vrijstelling ingetrokken voor de blinde of gehandicapte persoon.
  • De uitlening, verhuur of overdracht die niet voldoet aan bovenstaande voorwaarden is onderworpen aan de voorafgaande betaling van de invoerrechten tegen het tarief dat geldt op de datum van de uitlening, verhuur of overdracht, op basis van de soort en op grondslag van de douanewaarde die op die datum door de bevoegde douaneautoriteiten wordt erkend of aanvaard.
  • De vrijstelling blijft behouden als de uitlening, verhuur of overdracht wordt gedaan aan een persoon, instelling of organisatie die recht heeft op de vrijstelling.
  • In alle andere gevallen moeten de douaneautoriteiten vooraf worden geïnformeerd en blijft de vrijstelling alleen behouden als de uitlening, verhuur of overdracht wordt gedaan aan een persoon, instelling of organisatie die recht heeft op de vrijstelling.
  • Uitlening van audioboeklezers: Een bibliotheek voor blinden leent audioboeklezers uit aan haar leden.
  • Verhuring van elektronische loepen: Een vereniging van slechtzienden verhuurt elektronische loepen aan haar leden om hen te helpen bij hun dagelijkse activiteiten.
  • Overdracht van tele-vergrootglazen zonder winstoogmerk: Een school voor blinden draagt tele-vergrootglazen over aan haar leerlingen zodat zij deze thuis kunnen gebruiken voor hun huiswerk en studie.
  • Uitleen van elektronische witte stokken: Een liefdadigheidsorganisatie leent elektronische witte stokken uit aan blinden om hen te helpen zich veilig te verplaatsen.
  • Uitleen van vergrotingssoftware: Een revalidatiecentrum leent vergrotingssoftware uit aan slechtzienden zodat zij deze kunnen gebruiken op hun persoonlijke computers.
  • De goederen en materialen die voor andere doeleinden worden gebruikt dan voorzien, zijn onderworpen aan de toepassing van de invoerrechten die daarop van toepassing zijn, tegen het tarief dat geldt op de datum waarop ze voor een ander gebruik worden bestemd, op basis van de douanewaarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten wordt erkend of aanvaard.
  • De betaling van deze verschuldigde rechten en belastingen moet onmiddellijk plaatsvinden, op straffe van sancties.
  • Uitlening van materiaal voor commerciële doeleinden: het uitlenen van mobiliteitshulpmiddelen of medische apparaten die zijn gereserveerd voor gehandicapten aan een bedrijf voor commercieel gebruik, in plaats van voor erkend institutioneel gebruik.
  • Uitlening van materiaal aan niet-gerechtigde personen: het uitlenen van audioboeklezers of elektronische loepen aan personen die niet erkend zijn als blind of slechtziend, of aan instellingen die niet erkend zijn voor hun werk met gehandicapten.
  1. Verbetering van de gezondheidstoestand
  • Een persoon die voor 90% visueel gehandicapt was en in aanmerking kwam voor douanevrijstelling voor gespecialiseerde apparatuur, herwint zijn zicht dankzij een medische ingreep. Deze verbetering van de gezondheidstoestand leidt tot het verlies van de geschiktheid voor de vrijstelling.
    1. Verandering van hoofdverblijfplaats:
    • Een gehandicapte persoon die verhuist naar een niet-EU-land verliest het recht op douanevrijstelling voor uitgevoerde apparatuur, terwijl deze eerder was ingevoerd in het kader van zijn handicap.
    1. Ongepast gebruik van goederen:
    • Een persoon die ingevoerde apparatuur met douanevrijstelling, zoals hoortoestellen of rolstoelen, doorverkoopt aan niet-gerechtigde derden. Dit ongepaste gebruik leidt tot de intrekking van de vrijstelling.
    1. Niet-naleving van gebruiksvoorwaarden:
    • Een persoon die ingevoerde apparatuur met douanevrijstelling gebruikt voor commerciële in plaats van persoonlijke doeleinden. Bijvoorbeeld, het gebruik van een aangepaste computer voor een beroepsactiviteit die niet gerelateerd is aan zijn handicap leidt tot de intrekking van de vrijstelling.
    1. Niet-aangifte van veranderingen in de situatie:
    • Een persoon die een significante verandering in zijn situatie, zoals een verbetering van zijn gezondheidstoestand of een verandering van verblijfplaats, niet aangeeft, verliest het recht op douanevrijstelling.
  • aan een organisatie die recht heeft op vrijstelling overeenkomstig artikel 72 §2 lid 2 van de verordening DV, blijft de vrijstelling behouden voor de nieuwe organisatie, mits deze organisatie de betreffende goederen gebruikt voor doeleinden die recht geven op dergelijke vrijstellingen.
  • aan een organisatie die geen recht heeft op vrijstelling, wordt de vrijstelling ingetrokken door de AAD&A overeenkomstig artikel 72 §2 lid 3 van de Verordening DV.
  • Goederen en materialen die in het bezit blijven van organisaties die niet langer voldoen aan de vereiste voorwaarden voor vrijstelling, zijn onderworpen aan de toepasselijke invoerrechten, volgens het tarief dat van kracht is op de datum waarop de betreffende voorwaarden niet meer worden vervuld, op basis van de soort en de douanewaarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten wordt erkend of aanvaard (artikel 73§3 van de Verordening DV).
  • Wanneer organisaties die niet langer voldoen aan de vereiste voorwaarden voor vrijstelling hun ingevoerde goederen overdragen aan een organisatie die recht heeft op vrijstelling, blijft de vrijstelling behouden voor de nieuwe organisatie, mits deze organisatie de betreffende goederen gebruikt voor doeleinden die recht geven op dergelijke vrijstellingen (artikel 73 §2 van de verordening DV).
  • Wanneer deze goederen worden overgedragen aan een organisatie die geen recht heeft op vrijstelling, zijn de betreffende goederen onderworpen aan de toepasselijke invoerrechten, volgens het tarief dat van kracht is op de datum waarop de betreffende voorwaarden niet meer worden vervuld, op basis van de soort en de douanewaarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten wordt erkend of aanvaard (artikel 72 §2 lid 3 van de verordening DV).
  • Wijziging van status of activiteit: Een vereniging die oorspronkelijk gericht was op begeleiding van blinden, besluit haar activiteiten uit te breiden met commerciële diensten. Deze statuswijziging leidt tot het verlies van de geschiktheid voor douanevrijstelling.
  • Niet-naleving van wettelijke verplichtingen: Een erkende vereniging voldoet niet langer aan de vereiste wettelijke verplichtingen. Het niet naleven van deze verplichtingen leidt tot de intrekking van de vrijstelling.
  • Ongepast gebruik van ingevoerde goederen: Een vereniging voor begeleiding van blinden gebruikt ingevoerde goederen met douanevrijstelling voor andere doeleinden dan voorzien, zoals doorverkoop op de binnenlandse markt of gebruik door niet-gehandicapte leerlingen. Dit leidt tot de intrekking van de vrijstelling.
  • Wijziging van begunstigden: Als een vereniging haar belangrijkste begunstigden wijzigt en deze nieuwe begunstigden niet langer voldoen aan de geschiktheidscriteria (bijvoorbeeld als ze begint te dienen voor niet-gehandicapte personen), verliest ze het recht op douanevrijstelling.
  • Niet-naleving van erkenningscriteria: Een vereniging verliest haar erkenning of officiële status als liefdadigheids- of openbare nutorganisatie. Zonder deze erkenning kan ze niet langer genieten van douanevrijstellingen.

Voorwaarden voor het verlenen van de vrijstelling

Begunstigden

  • Blinden en andere gehandicapten (eigen gebruik) erkend door de FOD Sociale Zekerheid
  • Instellingen en organisaties voor blinden en/of andere gehandicapten erkend door de AAD&A

Bestemming van de goederen

Opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele ontwikkeling van blinden

Onderwijs aan en tewerkstelling en verbetering van de maatschappelijke positie van andere gehandicapten dan blinden

Soort goederen

  • Goederen vermeld in de bijlagen III en IV van de Verordening DV (art. 66 en 67 DV) bestemd voor blinden
  • Voorwerpen speciaal ontworpen voor het onderwijs aan, de werkgelegenheid en de verbetering van de maatschappelijke positie van lichamelijk of geestelijk gehandicapten (artikel 68 DV) anders dan blinden

Gebruik

  • Geen uitlening, verhuur of overdracht onder bezwarende titel of om niet, BEHALVE met voorafgaande toestemming van de AAD&A (voor particulieren).
  • Uitlening,verhuur en overdracht mogelijk voor organisaties/instellingen in het kader van hun activiteiten

Geldigheidsduur

Geen termijn

Verbintenis

Vereist voor organisaties, niet voor particulieren

Uitsluitingen

  • Personen wiens handicap niet erkend is door de FOD Sociale Zekerheid
  • Goederen die schadelijk zijn voor de belangen van EU-producenten
  • Organisaties die niet erkend zijn door de AAD&A om van de vrijstelling te genieten
  • Organisaties zonder verband met blinden of gehandicapten

btw

Vrijstelling onder dezelfde voorwaarden als die voor invoerrechten

Accijnzen

Geen vrijstelling

a)

door de blinden zelf voor hun eigen gebruik, of

b)

door instellingen of organisaties voor onderwijs aan of begeleiding van blinden, welke van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming hebben gekregen om bedoelde voorwerpen met vrijstelling in te voeren.

a)

door de gehandicapten zelf voor hun eigen gebruik, of

b)

door instellingen of organisaties wier voornaamste bezigheid het onderwijs aan of de begeleiding van gehandicapten is en die van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming hebben om deze voorwerpen vrij van rechten in te voeren.

GN-code

Omschrijving

4911

Ander drukwerk, prenten, gravures en foto’s daaronder begrepen:

4911 10

Reclamedrukwerk, handelscatalogi en dergelijke:

ex 4911 10 90

Andere:

in reliëf, voor blinden en slechtzienden

Andere:

ex 4911 91 00

Prenten, gravures en foto’s:

in reliëf, voor blinden en slechtzienden

ex 4911 99 00

Andere:

in reliëf, voor blinden en slechtzienden

GN-code

Omschrijving

4802

Papier en karton, niet gestreken en niet voorzien van een deklaag, van de soort gebruikt om te worden beschreven of bedrukt of voor andere grafische doeleinden, alsmede papier en karton voor ponskaarten of -band, op rollen of in bladen, ander dan papier bedoeld bij de posten 4801 en 4803; handgeschept papier en handgeschept karton:

Ander papier en karton, bevattende geen of niet meer dan 10 gewichtspercenten langs mechanische weg verkregen vezels (berekend over de totale vezelmassa):

ex 4802 55

Met een gewicht van 40 g/m2 of meer doch niet meer dan 150 g/m2, in rollen:

Braillepapier

ex 4802 56

Met een gewicht van 40 of meer doch niet meer dan 150 g/m2, in bladen waarvan in ongevouwen staat de lengte van één zijde niet meer dan 435 mm en de lengte van de andere zijde niet meer dan 297 mm bedraagt

Braillepapier

ex 4802 57 00

Ander, met een gewicht van 40 of meer doch niet meer dan 150 g/m2

Braillepapier

ex 4802 58

Met een gewicht van meer dan 150 g/m2

Braillepapier

Ander papier en karton, dat voor meer dan 10 gewichtspercenten van de totale vezelmassa uit langs mechanische of chemisch-mechanische weg verkregen vezels bestaat

ex 4802 61

op rollen

ex 4802 61 80

Andere:

Braillepapier

ex 4802 62 00

In bladen waarvan in ongevouwen staat de lengte van één zijde niet meer dan 435 mm en de lengte van de andere zijde niet meer dan 297 mm bedraagt

Braillepapier

ex 4802 69 00

Andere:

Braillepapier

4805

Ander papier en karton, niet gestreken en niet voorzien van een deklaag, op rollen of in bladen, niet verder bewerkt dan bedoeld bij aantekening 3 op dit hoofdstuk

Andere:

ex 4805 91 00

Met een gewicht van niet meer dan 150 g/m2

Braillepapier

ex 4805 92 00

met een gewicht van meer dan 150 g/m2 doch minder dan 225 g/m2

Braillepapier

4805 93

Met een gewicht van 225 g/m2 of meer:

ex 4805 93 80

Andere:

Braillepapier

4823

Ander papier en karton, alsmede andere cellulosewatten en vliezen van cellulosevezels, op maat gesneden; andere werken van papierstof, van papier, van karton, van cellulosewatten of van vliezen van cellulosevezels:

Ander papier en karton, van de soort gebruikt om te worden beschreven of bedrukt of voor andere grafische doeleinden

4823 90

Andere:

ex 4823 90 40

Papier en karton, van de soort gebruikt om te worden beschreven of bedrukt of voor andere grafische doeleinden

Braillepapier

ex 6602 00 00

Wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen en dergelijke artikelen:

Witte wandelstokken voor blinden en slechtzienden

ex 8469

Schrijfmachines en tekstverwerkende machines:

Aangepast voor gebruik door blinden en slechtzienden

ex 8471

Automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor; magnetische en optische lezers, machines voor het in gecodeerde vorm op dragers overzetten van gegevens en machines voor het verwerken van die gegevens, elders genoemd noch elders onder begrepen:

Uitrusting voor gemechaniseerde vervaardiging van braillemateriaal en van opnamen voor blinden

ex 8519

Toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid

Elektrofoons en cassettelezers, speciaal ontworpen voor of aangepast aan de behoeften van blinden en slechtzienden

ex 8523

Platen, banden, niet-vluchtige geheugens op basis van halfgeleiders, „intelligente kaarten” en andere dragers voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, waarop al dan niet is opgenomen, galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platen daaronder begrepen, andere dan de goederen bedoeld bij hoofdstuk 37:

Gesproken boeken

Magneetbanden en cassettes bestemd voor de vervaardiging van boeken in brailleschrift en gesproken boeken

9013

Elementen met vloeibare kristallen die als zodanig geen artikelen vormen die elders meer specifiek zijn omschreven; lasers, andere dan laserdioden; andere optische instrumenten, apparaten en toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk:

ex 9013 80

Andere instrumenten, apparaten en toestellen:

Televergroters voor blinden en slechtzienden

9021

Orthopedische artikelen en toestellen, daaronder begrepen medisch-chirurgische gordels en banden, alsmede krukken; breukspalken en andere artikelen en apparaten voor de behandeling van breuken in het beendergestel; prothesen; hoorapparaten voor hardhorigen en andere voor het verhelpen en verlichten van gebreken of van kwalen dienende apparatuur, die door de patiënt in de hand wordt gehouden of op andere wijze wordt gedragen, dan wel wordt ingeplant:

9021 90

Andere:

ex 9021 90 90

Andere:

Elektronische oriënteringsapparaten en obstakeldetectors voor blinden en slechtzienden

Televergroters voor blinden en slechtzienden

Elektronische leesmachines voor blinden en slechtzienden

9023 00

Instrumenten, apparaten, toestellen en modellen, bestemd voor het geven van demonstraties, (bijvoorbeeld voor onderwijs of voor tentoonstellingen), niet bruikbaar voor andere doeleinden:

ex 9023 00 80

Andere:

Pedagogische hulpmiddelen en apparaten, speciaal ontworpen voor gebruik door blinden en slechtzienden

ex 9102

Polshorloges, zakhorloges en dergelijke horloges (stophorloges daaronder begrepen), andere dan die bedoeld bij post 9101:

Braillehorloges, met kasten gemaakt uit ander materiaal dan edele metalen

9504

Artikelen voor gezelschapsspellen, daaronder begrepen spellen met motor of met drijfwerk, biljarten, speciale tafels voor casinospellen en automatische bowlinginstallaties:

9504 90

Andere:

ex 9504 90 90

Andere:

Tafels voor spellen met toebehoren aangepast voor gebruik door blinden en slechtzienden

Diversen

Alle andere voorwerpen speciaal ontworpen voor de ontwikkeling van blinden en slechtzienden op het gebied van onderwijs, wetenschap en cultuur


[CV1]Dit is gedateerde terminologie. In communicatie door een overheid beter “personen met een handicap”. Aan te passen doorheen de tekst. In het Frans “personnes en situation de handicap” zie website Unia, maar ook terminologie gebruikt in VN verdrag zelf

[CV2]Enkel blinden, of “blinden en slechtzienden”? Te bekijken en - indien nodig - aan te passen doorheen de tekst.

[CV3]Zie opmerking hierboven - aan te passen doorheen de tekst.

[CV4]Personen met ...


Mots clés

Articles recommandés