• FR
  • NL
  • EN

Circulaire 2025/C/71 over de belastingregeling voor de kosten verbonden aan het gebruik van voertuigen in de RPB en in de BNI/rechtspers. – terugbetaling van autokosten aan derden

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Vennootschapsbelasting publiceerde op 24/11/2025 de Circulaire 2025/C/71 over de belastingregeling voor de kosten verbonden aan het gebruik van voertuigen in de RPB en in de BNI/rechtspers. – terugbetaling van autokosten aan derden.

Deze circulaire gaat over bepaalde bepalingen van de wet van 25.11.2021 houdende fiscale en sociale vergroening van de fiscaliteit (die o.a. een belastingregeling voorziet in de RPB en in de BNI/rechtspers. voor de kosten met betrekking tot het gebruik van voertuigen).

Inhoudstafel

I. Inleiding

II. Wettelijke bepalingen

III. Belasting van autokosten in de RPB en in de BNI/rechtspers.

1. Kosten die worden belast

2. Kosten die niet worden belast

IV. Inwerkingtreding

I. Inleiding

1. De wet van 25.11.2021 houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit (1) voorziet dat de rechtspersonen die volgens art. 220, 2° en 3°, WIB 92, onderworpen zijn aan de rechtspersonenbelasting (RPB) en volgens art. 227, 3°, WIB 92, onderworpen zijn aan de belasting van niet-inwoners rechtspersonen (BNI/rechtspers.) worden belast op bepaalde autokosten.

(1) Hierna W 25.11.2021, gepubliceerd in het BS 03.12.2021.

2. De bepalingen van die wet zijn van toepassing vanaf aj. 2027 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 01.01.2026.

3. Deze circulaire gaat over bepaalde wijzigingen die zijn aangebracht door de art. 6 tot 9 en 12, W 25.11.2021, aan de art. 223, 225, 234 en 247, WIB 92, en in het bijzonder de gevolgen ervan op de autokosten die door rechtspersonen onderworpen aan de RPB of BNI/rechtspers. worden terugbetaald aan derden.

II. Wettelijke bepalingen

4. Hierna worden de relevante bepalingen opgenomen van de W 25.11.2021 en van de W 05.07.2022 die wijzigingen aanbrengt aan de W 25.11.2021 (2).

(2) Wet houdende diverse fiscale bepalingen, BS 15.07.2022.

Art. 6, W 25.11.2021

In artikel 223 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° het eerste lid wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende:

'6° de kosten met betrekking tot het gebruik van de in artikel 65 bedoelde voertuigen, aangekocht, geleased of gehuurd vanaf 1 januari 2026, tenzij het een voertuig betreft dat geen CO2 uitstoot.';

2° het eerste lid wordt aangevuld met een bepaling onder 7°, luidende:

'7° een bedrag gelijk aan 5 pct. van de kosten met betrekking tot het gebruik van de in artikel 65 bedoelde voertuigen die geen CO2 uitstoten en die zijn aangekocht, geleased of gehuurd in 2027.';

3° het eerste lid, 7°, dat door de bepaling onder 2° is ingevoegd, wordt vervangen als volgt:

'7° een bedrag gelijk aan het hieronder bedoelde percentage van de kosten met betrekking tot het gebruik van de in artikel 65 bedoelde voertuigen die geen CO2 uitstoten:

- 5 pct. indien het een in 2027 aangekocht, geleased of gehuurd voertuig betreft;

- 10 pct. indien het een in 2028 aangekocht, geleased of gehuurd voertuig betreft.';

4° het eerste lid, 7°, vervangen door de bepaling onder 3°, wordt aangevuld met een streepje, luidende:

'– 17,5 pct. indien het een in 2029 aangekocht, geleased of gehuurd voertuig betreft.';

5° het eerste lid, 7°, vervangen door de bepaling onder 3°, wordt aangevuld met een streepje, luidende:

'– 25 pct. indien het een in 2030 aangekocht, geleased of gehuurd voertuig betreft.';

6° het eerste lid, 7°, vervangen door de bepaling onder 3°, wordt aangevuld met een streepje, luidende:

'– 32,5 pct. indien het een vanaf 1 januari 2031 aangekocht, geleased of gehuurd voertuig betreft.';

7° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:

'Wanneer het in het eerste lid, 6° en 7°, bedoelde voertuig ter beschikking wordt gesteld voor het persoonlijk gebruik door een derde, omvatten de in het eerste lid, 6° en 7°, bedoelde kosten niet het bedrag dat overeenstemt met het voordeel van alle aard dat op naam van die derde wordt belast en de eigen bijdrage van die derde voor het persoonlijk gebruik van dat voertuig.'.

Art. 7, W 25.11.2021

In artikel 225, tweede lid, 5°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 2011 en laatstelijk gewijzigd bij artikel 32 van de wet van 30 maart 2018, zelf vernietigd bij het arrest nr. 11/2020 van het Grondwettelijk Hof, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° de woorden 'en op de in artikel 223, eerste lid, 4° en 5°, bedoelde bedragen' worden vervangen door de woorden ', op de in artikel 223, eerste lid, 4° en 5°, bedoelde bedragen en op de in artikel 223, eerste lid, 6°, bedoelde kosten';

2° de woorden 'artikel 223, eerste lid, 4° en 5°' worden vervangen door de woorden 'artikel 223, eerste lid, 4°, 5° en 7°'.

Art. 8, W 25.11.2021

In artikel 234, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021, worden de volgende wijzingen aangebracht:

1° het eerste lid wordt aangevuld met een bepaling onder 1°, luidende:

'8° op de kosten met betrekking tot het gebruik van de in artikel 65 bedoelde voertuigen, aangekocht, geleased of gehuurd vanaf 1 januari 2026, tenzij het een voertuig betreft dat geen CO2 uitstoot.';

2° het eerste lid wordt aangevuld met een bepaling onder 9°, luidende:

'9° op een bedrag gelijk aan 5 pct. van de kosten met betrekking tot het gebruik van de in artikel 65 bedoelde voertuigen die geen CO2 uitstoten en die zijn aangekocht, geleased of gehuurd in 2027.';

3° het eerste lid, 9°, dat door de bepaling onder 2° is ingevoegd, wordt vervangen als volgt:

'9° op een bedrag gelijk aan het hieronder bedoelde percentage van de kosten met betrekking tot het gebruik van de in artikel 65 bedoelde voertuigen die geen CO2 uitstoten:

- 5 pct. indien het een in 2027 aangekocht, geleased of gehuurd voertuig betreft;

- 10 pct. indien het een in 2028 aangekocht, geleased of gehuurd voertuig betreft.';

4° het eerste lid, 9°, vervangen door de bepaling onder 3°, wordt aangevuld met een streepje, luidende:

'- 17,5 pct. indien het een in 2029 aangekocht, geleased of gehuurd voertuig betreft.';

5° het eerste lid, 9°, vervangen door de bepaling onder 3°, wordt aangevuld met een streepje, luidende:

'- 25 pct. indien het een in 2030 aangekocht, geleased of gehuurd voertuig betreft.';

6° het eerste lid, 9°, vervangen door de bepaling onder 3°, wordt aangevuld met een streepje, luidende:

'- 32,5 pct. indien het een vanaf 1 januari 2031 aangekocht, geleased of gehuurd voertuig betreft.';

7° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:

'Wanneer het in het eerste lid, 8° en 9°, bedoelde voertuig ter beschikking wordt gesteld voor het persoonlijk gebruik door een derde, omvatten de in het eerste lid, 8° en 9°, bedoelde kosten niet het bedrag dat overeenstemt met het voordeel van alle aard dat op naam van die derde wordt belast en de eigen bijdrage van die derde voor het persoonlijk gebruik van dat voertuig.'.

Art. 9, W 25.11.2021

In artikel 247, 2°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 2011 en laatstelijk gewijzigd bij artikel 34 van de wet van 30 maart 2018, zelf vernietigd bij het arrest nr. 11/2020 van het Grondwettelijk Hof, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° de woorden 'en de in artikel 234, eerste lid, 6° en 7°, bedoelde bedragen' worden vervangen door de woorden ', de in artikel 234, eerste lid, 6° en 7°, bedoelde bedragen en de in artikel 234, eerste lid, 8°, bedoelde kosten';

2° de woorden 'artikel 234, eerste lid, 6° en 7°' worden vervangen door de woorden 'artikel 234, eerste lid, 6°, 7° en 9°'.

Art. 12, vijfde lid en zevende tot elfde lid, W 25.11.2021

(…)

De artikelen 3, 5° tot 8°, 5, 6, 1°, 7, 1°, 8, 1°, 9, 1°, en 10 treden in werking op 1 januari 2026 en zijn van toepassing vanaf het aanslagjaar 2027 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2026.

(…)

De artikelen 4, 1°, 6, 2°, 7, 2°, 8, 2°, en 9, 2°, treden in werking op

1 januari 2027.

De artikelen 4, 2°, 6, 3°, en 8, 3°, treden in werking op 1 januari 2028.

De artikelen 4, 3°, 6, 4°, en 8, 4°, treden in werking op 1 januari 2029.

De artikelen 4, 4°, 6, 5°, en 8, 5°, treden in werking op 1 januari 2030.

De artikelen 4, 5°, 6, 6°, en 8, 6°, treden in werking op 1 januari 2031.

(…)

Art. 45, W 05.07.2022

In artikel 6 van de wet van 25 november 2021 houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° de bepaling onder 7° wordt ingetrokken;

2° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 7°, luidende:

'7° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:

"Wanneer het in het eerste lid, 6°, bedoelde voertuig ter beschikking wordt gesteld voor het persoonlijk gebruik door een derde, omvatten de in het eerste lid, 6°, bedoelde kosten niet het bedrag dat overeenstemt met het voordeel van alle aard dat op naam van die derde wordt belast en de eigen bijdrage van die derde voor het persoonlijk gebruik van dat voertuig..';

3° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 8°, luidende:

'8° in het vijfde lid, dat door de bepaling onder 7° is ingevoegd, worden de woorden eerste lid, 6° telkens vervangen door de woorden eerste lid, 6° en 7°.'

Art. 46, W 05.07.2022

In artikel 8 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° de bepaling onder 7° wordt ingetrokken;

2° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 7°, luidende:

'7° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:

"Wanneer het in het eerste lid, 8°, bedoelde voertuig ter beschikking wordt gesteld voor het persoonlijk gebruik door een derde, omvatten de in het eerste lid, 8°, bedoelde kosten niet het bedrag dat overeenstemt met het voordeel van alle aard dat op naam van die derde wordt belast en de eigen bijdrage van die derde voor het persoonlijk gebruik van dat voertuig.".';

3° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 8°, luidende:

'8° in het derde lid, dat door de bepaling onder 7° is ingevoegd, worden de woorden eerste lid, 8° telkens vervangen door de woorden eerste lid, 8° en 9°".'.

Art. 47, W 05.07.2022

In artikel 12 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het vijfde lid wordt het woord '6, 1°' vervangen door de woorden '6, 1° en 7°' en wordt het woord '8, 1°' vervangen door de woorden '8, 1° en 7°';

2° in het zevende lid wordt het woord '6, 2°' vervangen door de woorden '6, 2° en 8°' en wordt het woord '8, 2°' vervangen door de woorden '8, 2° en 8°'.

III. Belasting van autokosten in de RPB en in de BNI/rechtspers.

1. Kosten die worden belast

5. De rechtspersonen zoals bedoeld in de art. 220, 2° en 3°, en 227, 3°, WIB 92, zijn belastbaar op:

- alle kosten met betrekking tot het gebruik van voertuigen die CO2 uitstoten en die vanaf 01.01.2026 worden aangekocht, geleased of gehuurd,

- een gedeelte van de kosten met betrekking tot het gebruik van voertuigen die geen CO2 uitstoten die vanaf 01.01.2027 worden aangekocht, geleased of gehuurd.

Die kosten hebben betrekking op de voertuigen zoals bedoeld in art. 65, WIB 92 (3).

Het belastbare gedeelte van die kosten zoals bedoeld in het eerste lid, varieert van 5 % tot 32,5 % naargelang de datum van aankoop, leasing of huur van het voertuig (zie de art. 223, eerste lid, 7°, en 234, eerste lid, 9°, WIB 92) (4) (5).

Het belastingtarief bedraagt momenteel 25 % (zie de art. 215, eerste lid, 225, tweede lid, 5°, en 247, 2°, WIB 92).

(3) Art. 65, WIB 92, heeft betrekking op de andere dan uitsluitend voor bezoldigd vervoer van personen gebruikte personenauto's, auto's voor dubbel gebruik en minibussen, zoals die zijn omschreven in de reglementering inzake inschrijving van motorvoertuigen, met inbegrip van de lichte vrachtauto’s zoals bedoeld in art. 4, § 3, van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen.
(4) Art. 6, 2° tot 6°, en 8, 2° tot 6°, W 25.11.2021.
(5) Zie het nummer 9 hierna.

2. Kosten die niet worden belast

6. Wanneer het voertuig ter beschikking wordt gesteld voor het persoonlijk gebruik door een derde, omvatten de in de art. 223, eerste lid, 6° en 7°, en 234, eerste lid, 8° en 9 °, WIB 92, bedoelde kosten niet het bedrag dat overeenstemt met het voordeel van alle aard dat op naam van die derde wordt belast en de eigen bijdrage van die derde voor het persoonlijk gebruik van dat voertuig (6) (7).

(6) Zie de art. 223, vijfde lid, en 234, derde lid, WIB 92.
(7) De art. 223, eerste lid, 6° en 7°, en 234, eerste lid, 8° en 9°, WIB 92, hebben geen betrekking op de bedragen die gelijk zijn aan 17 % of 40 % van het bedrag dat wordt bepaald volgens art. 36, § 2, eerste tot twaalfde lid, WIB 92, wanneer de voertuigen voor persoonlijk gebruik door een derde ter beschikking zijn gesteld. Die bedragen maken daarentegen wel deel uit van de belastbare grondslag in de RPB en de BNI/rechtspers. (zie de art. 223, eerste lid, 4° en 5°, en 234, eerste lid, 6° en 7°, WIB 92).

7. De autokosten die aan derden worden terugbetaald, worden niet in aanmerking genomen voor de belastingheffing volgens de art. 223, eerste lid, 6° en 7°, en 234, eerste lid, 8° en 9°, WIB 92.

Met andere woorden, de kosten die worden terugbetaald in het kader van opdrachten die worden toevertrouwd aan hun werknemer(s) of vrijwilligers door rechtspersonen zoals bedoeld in de art. 220, 2° en 3°, en 227, 3°, WIB 92, worden niet opgenomen in de belastbare grondslag die wordt vastgesteld volgens de art. 223, eerste lid, 6° en 7°, en 234, eerste lid, 8° en 9°, WIB 92.

IV. Inwerkingtreding

8. De art. 223, eerste lid, 6°, en 234, eerste lid, 8°, WIB 92, treden in werking op 01.01.2026 en zijn van toepassing vanaf aj. 2027 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvang op 01.01.2026 (8).

(8) Art. 12, vijfde lid, W 25.11.2021.

9. De volgende tabel geeft een overzicht van de inwerkintreding van de bepalingen van de W 25.11.2021 die de art. 223, eerste lid, 7° en 234, eerste lid, 9°, WIB 92, wijzigen in functie van de datum van aankoop, leasing of huur van het voertuig waarop de kosten betrekking hebben.

Datum van aankoop, leasing of huur van het voertuig

Art. W 25.11.2021

Inwerkingtreding

Art. W 25.11.2021 (inwerkingtreding)

Belastbare gedeelte van de kosten

Jaar 2027

6, 2° en 8, 2°

01.01.2027

12, zevende lid

5 %

Jaar 2028

6, 3° en 8, 3°

01.01.2028

12, achtste lid

10 %

Jaar 2029

6, 4° en 8, 4°

01.01.2029

12, negende lid

17,5 %

Jaar 2030

6, 5° en 8, 5°

01.01.2030

12, tiende lid

25 %

Jaar 2031 en volgende

6, 6° en 8, 6°

01.01.2031

12, elfde lid

32,5 %

NAMENS DE MINISTER:
Voor de Administrateur-generaal van de Fiscaliteit,

Danny DELVAUX
Adviseur-generaal

Interne ref.: 748.018


Mots clés