Circulaire 2025/C/8 betreffende de toetreding van Georgië

De Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen publiceerde op 29/01/2025 de Circulaire 2025/C/8 betreffende de toetreding van Georgië.

Circulaire 2025/C/8 betreffende de toetreding van Georgië tot de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer en tot de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer.

Inhoudstabel

Circulaire 2025/C/8 betreffende de toetreding van Georgië tot de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer en tot de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer

1. Datum van toetreding tot het gemeenschappelijk douanevervoer

2. Vermelding van het kantoor van doorgang in de aangiften douanevervoer

3. Plaatsing van Uniegoederen onder de regeling extern Uniedouanevervoer

4. Aanpassing van de akten van borgtocht

5. Papieren certificaten van doorlopende zekerheid TC 31 en ontheffing van zekerheidstelling TC 33

6. Bijwerking van de applicatie “GMS” en aanpassing van de gegevens

7. Gevolgen van de toetreding tot de Overeenkomst vereenvoudiging

BIJLAGEN

Bijlage I : Model van aanvullende akte van zekerheidstelling inzake Uniedouanevervoer en Gemeenschappelijk douanevervoer

1. Datum van toetreding tot het gemeenschappelijk douanevervoer

§1 . De gemengde Commissies EU-CTC inzake gemeenschappelijk douanevervoer en de vereenvoudiging van formaliteiten in het goederenverkeer hebben op 21.10.2024, via een schriftelijke procedure de beslissingen genomen Georgië uit te nodigen om toe te treden tot:

● Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer de CTC (‘Common Transit Convention’ in het Engels, hierna “CTC” genoemd)

en

● Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende de vereenvoudiging van formaliteiten in het goederenverkeer (hierna “Overeenkomst vereenvoudiging” genoemd)

§2. Georgië heeft de akte voor toetreding tot deze overeenkomsten op 19.12.2024 neergelegd bij de beheerder van deze overeenkomsten, het Secretariaat van de Raad van de Europese Unie.

Daaruit volgt dat:

A. Georgië een overeenkomstsluitende partij tot de voornoemde overeenkomsten wordt, overeenkomstig artikel 15 bis § 2 van de CTC en artikel 11 bis § 2 van de Overeenkomst vereenvoudiging.

B. Volgens de bepalingen van de overeenkomsten, treden deze lidmaatschappen in werking op 1 februari 2025, krachtens artikel 15 bis § 3 van de CTC en artikel 11 bis § 3 van de Overeenkomst vereenvoudiging.

§3. Concreet betekent dit dat het gemeenschappelijk douanevervoer met Georgië van start kan gaan vanaf 1 februari 2025 om 00.00 uur, volgens de gebruikelijke bepalingen die van toepassing zijn op het Unie/gemeenschappelijk douanevervoer. De aandacht wordt evenwel gevestigd op de hiernavolgende bepalingen.

2. Vermelding van het kantoor van doorgang in de aangiften douanevervoer

§4. Volgens titel I, hoofdstuk 3, afdeling 3, van bijlage B bij de Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 17/12/2015 (hierna “DWU DA” genoemd), is het verplicht om het gegevenselement 17 04 000 000 “douanekantoor van doorgang” en het gegevenselement 17 04 001 000 “referentienummer” via de NCTS P5 in te voeren in de aangifte douanevervoer (op generiek niveau “D”, d.w.z. van toepassing op de gehele aangifte), wanneer er tijdens een zending gebruik wordt gemaakt van het grondgebied van verscheidene overeenkomstsluitende partijen (met name het grondgebied van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein, Turkije, Noord-Macedonië, Servië, het Verenigd Koninkrijk met uitzondering van het grondgebied van Noord-Ierland, Oekraïne en Georgië). Wanneer bijvoorbeeld goederen over de weg van Brussel naar Tbilisi worden verzonden, moeten de gegevens van alle douanekantoren van eerste binnenkomst in Servië, Bulgarije, Turkije en Georgië worden opgegeven wanneer de geplande route over het grondgebied van deze landen voor gemeenschappelijk douanevervoer loopt.

§5. Bij een transport dat plaatsvindt onder de regeling douanevervoer, zal het ontbreken van de hogergenoemde gegevenselementen (of het vermelden van een foutief kantoor van doorgang) vertragingen veroorzaken op het douanekantoor op de plaats van binnenkomst bij overeenkomstsluitende partijen (kantoren van doorgang) die moeten beschikken over de gegevens aangaande de betrokken zendingen met het oog op het vervullen van de voorgeschreven douaneformaliteiten.

§6. De lijst met douanekantoren, waaronder de kantoren van doorgang en van bestemming, kan worden geraadpleegd op het volgende internetadres:

https://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/rd/rd_consultation_location.jsp?Lang=en

De rubrieken “TRA -Office of Transit” en “DES – Office of destination” moeten worden aangeklikt.

§7. Wanneer het bijgevolg de aanbrenging van een zending bij vertrek in het kader van de normale procedure van douanevervoer naar Georgië betreft, zal de ambtenaar die bevoegd is voor de behandeling van de zending bijzondere aandacht moeten besteden aan het correct invullen van gegevenselementen 17 04 000 000 en 17 04 001 000. In het kader van de vereenvoudigde procedure zoals bepaald in artikel 233, punt 4 a) van de Verordening (EU) 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (hierna “DWU” genoemd”), zijn de toegelaten afzenders bovendien gehouden om de bepalingen van deze circulaire nauwgezet te respecteren.

§8. Indien de operatoren tijdens een gemeenschappelijk douanevervoer met Georgië problemen ondervinden, worden zij gevraagd om dit ter kennis te brengen van de lokale coördinatoren voor douanevervoer. Indien nodig, zullen deze laatstgenoemden de nationale coördinator voor douanevervoer hiervan op de hoogte brengen. Hun contactinformatie kan worden geraadpleegd op de volgende website:

https://taxation-customs.ec.europa.eu/business/customs-procedures-import-and-export/what-customs-transit/union-and-common-transit_en

3. Plaatsing van Uniegoederen onder de regeling extern Uniedouanevervoer

§9. De bepalingen betreffende Uniegoederen waarvoor de regeling extern Uniedouanevervoer moet worden gebruikt, zoals bepaald in §2 van artikel 226 DWU en artikel 189 DWU DA, zullen van toepassing zijn vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomsten in Georgië.

4. Akten van borgtocht

§10. De akten van borgtocht op basis van de geldende modellen van de bijlagen 32-01, 32-02 en 32-03 van de Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24/11/2015 (hierna “DWU IA” genoemd) die geldig zijn op 31.01.2025, zullen daarna verder kunnen worden gebruikt.

§11. Een marktdeelnemer die vanaf 01.02.2025 douanevervoer wenst te verrichten met als bestemming Georgië, moet de territoriale geldigheid van zijn akte uitbreiden.

§12 Daartoe zal hij een aanvullende akte van borgtocht moeten voorleggen op het kantoor van zekerheidstelling, namelijk de Dienst Borgtochten van het Departement Boekhouding, waarin Georgië is toegevoegd aan de landen waar de zekerheid kan worden gebruikt en waarin de borg gevestigd is in Georgië. Een model van aanvullende akte van borgtocht is opgenomen in bijlage I.

§13. Vanaf het ogenblik dat de aanvullende akte van borgtocht is aanvaard en de gerelateerde gegevens werden ingebracht in de applicatie “Guarantee management system” (hierna GMS genoemd), zal de marktdeelnemer bewegingen van douanevervoer naar en via het grondgebied van Georgië kunnen uitvoeren.

§14. Tot en met 31 januari 2025 moeten geldige akten van borgtocht NIET worden gewijzigd.

5. Papieren certificaten van doorlopende zekerheid TC 31 en ontheffing van zekerheidstelling TC 33

§15. De TC31- en TC33-certificaten, gebaseerd op de modellen beschikbaar in hoofdstukken VI en VII van bijlage 72-04 van de DWU IA, van kracht op 31.01.2025, afgeleverd in de EU en in landen van gemeenschappelijk douanevervoer, kunnen voorlopig nog tot 30.06.2026 worden gebruikt, indien de geografische aanpassingen werden aangebracht. Vóór het einde van deze overgangsperiode moet een nieuw certificaat, conform de nieuwe modellen, aan de Dienst Borgtochten van het Departement Boekhouding worden gevraagd.

§16. Wanneer andere vermeldingen op dit certificaat moeten worden aangepast (bijvoorbeeld het referentiebedrag), kan een nieuw certificaat van het bestaande model worden afgegeven, indien nodig door Georgië toe te voegen aan de lijst van geldige landen en mits de geldigheidsdatum niet na 01.02.2025 ligt.

§17. De praktische regelingen voor de vernieuwing van de certificaten TC 31 en TC 33 worden meegedeeld door de Dienst Borgtochten.

6. Bijwerking van de applicatie “GMS” en aanpassing van de gegevens

§18. In het kader van het geautomatiseerd beheer van borgstellingen binnen NCTS P5, werd Georgië toegevoegd in de applicatie “GMS” op het niveau van de certificaten. Het vakje naast Georgië zal niet standaard worden aangevinkt waardoor de zekerheid niet automatisch voor Georgië kan worden gebruikt. Zodra de houder zijn akte van borgtocht heeft aangepast door een aanvullende akte van borgtocht neer te leggen op het kantoor van zekerheidstelling en de aanvullende akte werd aanvaard, zal in de applicatie “GMS” het vakje naast Georgië worden aangevinkt. Bijgevolg kan de geautomatiseerde zekerheid vanaf dat ogenblik ook voor Georgië worden toegepast.

7. Gevolgen van de toetreding tot de Overeenkomst vereenvoudiging

§19. Ingevolge de toetreding tot de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van formaliteiten in het goederenverkeer van 20 mei 1987 moet vanaf 1 februari 2025 op de invoeraangiften die worden ingediend in het elektronische aangiftesysteem PLDA, met gebruikmaking van de gegevensvereisten volgens de bepalingen van de toelichting van het Enig Document[1], de code “EU” in plaats van de code “IM” worden vermeld in vak 1, eerste deelvak van de douaneaangiften betreffende goederen die afkomstig zijn uit Georgië.

Vanaf de datum waarop PLDA bij invoer wordt vervangen door het nieuwe elektronische aangiftesysteem IDMS, mag de code “EU” niet langer worden gebruikt, aangezien deze geen deel meer uitmaakt van de lijst van codes in bijlage B van de DWU IA die moeten worden gebruikt voor de gegevensvereisten van bijlage B van de DWU DA zoals toegelicht op de website van de AAD&A met betrekking tot bijlage B[2]. In IDMS moet in het gegevenselement 11 01 000 000 (soort aangifte) van een douaneaangifte voor goederen afkomstig uit Georgië de code “IM” worden ingevuld.

Op de uitvoeraangiften die worden ingediend in het nieuwe elektronische aangiftesysteem AES, dat PLDA bij uitvoer vervangt, moet de code “EX” worden vermeld in het gegevenselement 11 01 000 000 van een douaneaangifte voor naar Georgië uitgevoerde goederen.

Voor de Administrateur-generaal van de Douane en Accijnzen:

De Adviseur-generaal,

Jo LEMAIRE

-----------------------------------------

Interne ref.: D.I. 521.103 – OEO/DD 021.013

BIJLAGEN

Bijlage I: Model van aanvullende akte van zekerheidstelling inzake Uniedouanevervoer en Gemeenschappelijk douanevervoer

Aanvullende akte van borgtocht nr. ....... aan de akte van borgtocht nr. .. d.d. . op naam van …. - BE…

In punt I, 1 van de akte van borgtocht nr.…. d.d. …. wordt Georgië toegevoegd aan de opsomming van de landen tegenover wie de ondergetekende zich verbindt.

In punt I, 4 van de akte van borgtocht wordt de lijst van de landen waar de ondergetekende woonplaats kiest, aangevuld met de volgende keuze van woonplaats:

De overige bepalingen van de akte blijven onveranderd van toepassing.

Deze aanvullende akte heeft uitwerking met ingang van ................ (vroegste datum 1/2/2025)

Gedaan te .............. (plaats), .............. (datum)

1

[1] https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/enig-document

[2] https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/aangiften-kennisgeving-douanestatus/gegevenssets