De Raad van Bestuur heeft op 12 décember 2024 besloten de drie basisrentetarieven van de ECB met 25 basispunten te verlagen. Meer in het bijzonder het besluit om de rente op de depositofaciliteit – de rente waarmee de Raad van Bestuur de monetairbeleidskoers stuurt – te verlagen vloeit voort uit de geactualiseerde beoordeling door de Raad van de inflatievooruitzichten, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie.
Het desinflatieproces ligt goed op schema.
De medewerkers voorzien dat de inflatie uitkomt op gemiddeld 2,4% in 2024, 2,1% in 2025, 1,9% in 2026 en 2,1% in 2027, wanneer het uitgebreide emissiehandelssysteem van de EU in werking treedt.
De inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen zal volgens de medewerkersprojecties gemiddeld 2,9% bedragen in 2024, 2,3% in 2025 en 1,9% in zowel 2026 als 2027.
De meeste maatstaven van de onderliggende inflatie geven aan dat de inflatie zich duurzaam zal stabiliseren rond de doelstelling van de Raad van Bestuur van 2% op middellange termijn. De binnenlandse inflatie is licht teruggelopen, maar blijft hoog, vooral omdat de lonen en prijzen in bepaalde sectoren nog met een aanzienlijke vertraging worden aangepast aan de voorbije stijging van de inflatie.
De financieringsvoorwaarden worden ruimer, aangezien nieuwe kredieten door de recente renteverlagingen van de Raad van Bestuur geleidelijk minder duur worden voor bedrijven en huishoudens. Ze blijven echter krap omdat het monetair beleid nog altijd restrictief is en de voorbije renteverhogingen verder doorwerken in de uitstaande kredieten.
Medewerkers verwachten nu een trager economisch herstel dan in de projecties van september. De groei nam toe in het derde kwartaal van dit jaar, maar enquête-indicatoren wijzen op een vertraging in het huidige kwartaal. De medewerkers verwachten dat de economie met 0,7% groeit in 2024, met 1,1% in 2025, met 1,4% in 2026 en met 1,3% in 2027. Het voorziene herstel steunt voornamelijk op stijgende reële inkomens – wat de huishoudens in staat zou moeten stellen om meer te consumeren – en een toename van de bedrijfsinvesteringen. Mettertijd zouden de geleidelijk afnemende effecten van het restrictieve monetaire beleid een opleving van de binnenlandse vraag moeten ondersteunen.
De Raad van Bestuur is vastbesloten ervoor te zorgen dat de inflatie zich duurzaam stabiliseert op zijn doelstelling van 2% op middellange termijn. De Raad volgt een op data gebaseerde benadering per vergadering om de passende monetairbeleidskoers te bepalen. De rentebesluiten van de Raad zullen in het bijzonder gebaseerd zijn op zijn beoordeling van de inflatievooruitzichten in het licht van de binnenkomende economische en financiële gegevens, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie. De Raad van Bestuur legt zich niet bij voorbaat vast op een bepaald rentetraject.
De Raad van Bestuur heeft besloten de drie basisrentetarieven van de ECB met 25 basispunten te verlagen. Dit betekent dat de rente op de depositofaciliteit, de rente op de basisherfinancieringstransacties en de rente op de marginale beleningsfaciliteit met ingang van 18 december 2024 worden teruggebracht naar respectievelijk 3,00%, 3,15% en 3,40%.
De APP-portefeuille neemt in een gelijkmatig en voorspelbaar tempo af, aangezien het Eurosysteem niet langer de aflossingen op effecten die de vervaldatum hebben bereikt herinvesteert.
Het Eurosysteem herinvesteert niet langer alle aflossingen op de effecten die zijn aangekocht in het kader van het PEPP en die de vervaldatum hebben bereikt. Hierdoor daalt de PEPP-portefeuille met gemiddeld € 7,5 miljard per maand. De Raad van Bestuur zal de herinvesteringen krachtens het PEPP eind 2024 beëindigen.
Banken zullen de resterende bedragen die ze in het kader van de gerichte langerlopende herfinancieringstransacties hebben geleend deze maand terugbetalen, waarmee dit deel van het normaliseringsproces van de balans wordt afgerond.
***
De Raad van Bestuur staat klaar om alle instrumenten binnen zijn mandaat aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie zich duurzaam stabiliseert op zijn doelstelling van 2% op middellange termijn en om de soepele transmissie van het monetair beleid te handhaven. Bovendien is het transmissiebeschermingsinstrument beschikbaar om ongerechtvaardigde, wanordelijke marktontwikkelingen tegen te gaan die een ernstige bedreiging vormen voor de transmissie van het monetair beleid in alle landen van het eurogebied. Het zal de Raad van Bestuur in staat stellen zijn mandaat op het vlak van prijsstabiliteit effectiever te vervullen.
Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.