Volgens de economische projecties van de Nationale Bank blijft de Belgische groei relatief constant. De binnenlandse vraag matigt, maar de netto-uitvoer weegt geleidelijk minder op de groei. De inflatie zou weer dalen. De arbeidsmarkt verzwakte wat sneller dan verwacht maar zou geleidelijk weer aantrekken.
Volgens de voorjaarsprognoses van de NBB blijft de Belgische economie groeien met ongeveer 0,3 % op kwartaalbasis, met een lichte versnelling vanaf 2026. De jaargroei zou hierdoor uitkomen op 1,2 % voor 2024 en 2025 en wat aantrekken tot 1,4 % in 2026. De binnenlandse vraag matigt, maar de bijdrage van de netto-uitvoer wordt geleidelijk minder negatief, dankzij een herstellende competitiviteit.
De jobcreatie viel eind 2023 nagenoeg stil, maar zou geleidelijk weer aantrekken; een sterke toename van de werkloosheid lijkt onwaarschijnlijk. In de periode van 2024 tot en met 2026 zouden zowat 90 000 jobs worden gecreëerd; de werkloosheidsgraad blijft laag.
De totale inflatie is, zoals voorspeld, in het voorjaar opnieuw toegenomen, maar dat is een tijdelijk effect dat vooral verband houdt met de volatiliteit in de energieprijzen; de inflatie zal weer afnemen.
Zoals gebruikelijk zijn deze prognoses gebaseerd op ongewijzigd beleid. Het begrotingstekort zou duidelijk vergroten, tot 5,5 % bbp in 2026. Ook de schuldratio neemt dan verder toe en zou in 2026 ruim 110 % bbp bedragen.
In het eurogebied zien we de eerste signalen van een economische kentering en ook de internationale handel trekt aan. Volgens de huidige statistieken groeide de Belgische economie met 0,3 % in het eerste kwartaal van dit jaar, wat overeenstemt met de gemiddelde kwartaalgroei in 2023. Volgens deze voorjaarsprognoses blijft dat groeitempo nagenoeg ongewijzigd in de projectieperiode, met een lichte versnelling op het einde. De binnenlandse vraag, en dan vooral de investeringen van bedrijven, matigen wat, maar de bijdrage van de netto-uitvoer wordt geleidelijk minder negatief door het herstel van de wereldhandel en het verbeterende kostenconcurrentievermogen. Op jaarbasis zou de Belgische economie groeien met 1,2 % in 2024 en 2025 en wat aantrekken tot 1,4 % in 2026.
De bedrijfsinvesteringen hebben sinds medio 2022 spectaculaire groeicijfers laten optekenen, ondanks de sterk gestegen kosten en de hogere rente. De komende jaren zou de investeringsgroei wat matiger zijn, maar duidelijk positief blijven. Volgens de huidige statistieken bleven de woninginvesteringen inkrimpen tot eind 2023 en in deze voorjaarsprognoses herstellen ze zich pas geleidelijk en onvolledig tegen het einde van de projectieperiode. Dat is des te belangrijker omdat er net heel grote investeringen nodig zijn voor de reeds vastgelegde, stapsgewijze klimaattransitie van het Belgische woningenpark. Tegelijk is een verdere uitbreiding van het woningaanbod ook nodig om de woningmarkt toegankelijk te houden, gelet op het groeiend aantal gezinnen.
De gezinsconsumptie blijft aan een quasi gemiddeld tempo toenemen. Dat is dankzij de gestage toename van de koopkracht, met gemiddeld 1,2 % per persoon per jaar over de projectieperiode, maar er wordt ook wat minder gespaard. De groei van de gezinsconsumptie blijft in lijn met het langetermijngemiddelde en vormt zo nog steeds een belangrijke motor van de bedrijvigheid.
De buitenlandse vraag was het afgelopen jaar heel zwak, maar trekt weer aan in de loop van 2024. De Belgische exporterende ondernemingen kunnen daar steeds meer profijt uit trekken, naarmate het kostenconcurrentievermogen herstelt. De Belgische loonkosten nemen nu namelijk minder sterk toe dan in de buurlanden, al duurt het nog tot 2026 vooraleer de in 2022 en 2023 opgebouwde loonkloof min of meer zou zijn weggewerkt.
De arbeidsmarkt is wat sneller afgekoeld dan verwacht in de najaarsprognoses. De jobcreatie is in de tweede helft van 2023 namelijk al flink vertraagd; dat werd deels opgevangen door een sterker opverende arbeidsproductiviteit (tegen de achtergrond van productiviteitsverhogende investeringen). Een diepe of langdurige inzinking van de arbeidsmarkt lijkt evenwel onwaarschijnlijk. Bedrijven willen hoge ontslagkosten en moeilijkheden bij het opnieuw aannemen van personeel vermijden. De arbeidsmarkt is immers nog steeds heel krap, wat ook blijkt uit de historisch lage werkloosheidsgraad. Bovendien is de loonkostengroei nu veel matiger. Deze prognoses gaan dus uit van een gestaag aantrekkende jobcreatie, van zowat 20 000 extra jobs in 2024 tot 40 000 extra in 2026, terwijl de productiviteitsgroei normaliseert.
De totale inflatie is zoals verwacht tijdelijk weer opgelopen nadat ze in het najaar van 2023 nog onder nul dook. De grootste energieprijsdalingen liggen namelijk achter ons, wat samen met de technische impact van het verdwijnen van de energiesteunmaatregelen en de gestegen olieprijs de inflatie tijdelijk omhoogduwt. In de loop van 2024 zal de inflatie alweer teruglopen. De kerninflatie blijft intussen dalen, al verloopt dat wat trager bij de diensten. In tegenstelling tot de energieprijzen zijn de prijzen van (bewerkte) voeding nog niet sterk gedaald. De winkelkar blijft duur, wat de hoge gevoelsinflatie deels kan verklaren.
Zoals vermeld, liggen de sterkste loonkostentoenames intussen achter ons. In 2022 en 2023 namen de uurloonkosten toe met ruim 12 %, grotendeels vanwege de automatische indexering. Die hogere kosten werden deels opgevangen in de winstmarges van bedrijven. Ook de komende jaren maakt het (weliswaar veel beperktere) indexeringseffect het gros van de loongroei uit; gelet op de omvang van de loonkloof met de buurlanden zou er, volgens de laatste prognoses en op basis van de huidige regelgeving, tot en met 2026 nog geen marge voor conventionele loonstijgingen zijn.
Het begrotingstekort stijgt bij ongewijzigd beleid tot 5,5 % bbp tegen 2026. Zowel de primaire lopende uitgaven als de rentelasten nemen toe. Ook de schuldratio loopt verder op en tikt in 2026 ruim 110 % aan. We herinneren er opnieuw aan dat een ingrijpende begrotingsconsolidatie en een beteugeling van de onhoudbare uitgavengroei zich opdringen, zodat buffers kunnen worden opgebouwd om toekomstige schokken op te vangen.
Bekijk de slides van de webminar
aaa