• FR
  • NL
  • EN

De gevaren van een digitale fiscaliteit!

Fiscaliteit en algorithmen? Wat begon als gemak is geëndigd in controle.

De 21e eeuw is de alziende goddelijke vervangen door een algoritme. Die algoritmen draaien maar door zonder moraal, maar met een onstilbare honger naar data. Wat begon als gemak is geëindigd in controle. Shoshana Zuboff noemt het surveillancekapitalisme: een systeem waarin technologiebedrijven gedrag niet alleen voorspellen, maar actief proberen te sturen. De algoritmen die dat mogelijk maken zijn als eigentijdse orakels: ondoorgrondelijk, oncontroleerbaar en slechts begrijpelijk voor datawetenschappers.

En de overheid? Die kijkt gretig mee. In de fiscaliteit transformeert digitalisering het landschap razendsnel. Algoritmes beslissen nu al wie gecontroleerd wordt, op welk moment, en op basis van welke vermoedens. Er wordt naar gestreefd de hand van de menselijke controleur te beperken of zelfs uit te sluiten. Een onzichtbaar systeem dat data screent, afwijkingen detecteert en vermoedens in real time aan elkaar knoopt wordt de toekomst. Transparantie is er dan nauwelijks: de fiscus ziet alles, de burger niets. We bewegen richting een belastingmoraal gebaseerd op zelfdiscipline en zichtbaarheid. Niet omdat je gelooft in het systeem, maar omdat de burger vreest voor de digitale spotlight.

Dat het niet zo’n vaart zal lopen? Fout, want 1 januari 2026 zal een nieuwe mijlpaal blijken. Elke ondernemer in dit land is, of zal nog dit jaar worden geconfronteerd met het Pan-European Public Procurement On-Line. Dat zal velen weinig zeggen. Maar PEPPOL zal dat des te meer. Het is een raamwerk voor het gestandaardiseerd uitwisselen van elektronische documenten zoals facturen. Het netwerk wordt geprezen om zijn bijdrage aan betere controle, transparantie en fraudebestrijding. Zonder wezenlijke tussenkomst van de mens. En bovendien in realtime. Zulke even revolutionaire als ambitieuze claim verdient echter een kritische analyse.

De gevaren van geautomatiseerde controle zijn helaas niet hypothetisch. Denk aan de toeslagenaffaire in Nederland of het SyRI-debacle. De rode draad daar is dat black box-technologie, gebrekkige verantwoording en soms burgers vermorzeld worden door het systeem. De algoritmen lijken onfeilbaar. Maar zijn dat helaas niet. En dan is er niemand om verantwoording af te leggen.

Zonder fundamentele hertekening van de spelregels dreigt dit digitale toezicht te ontsporen. Daarom moeten er juridische en ethische bakens komen: transparantie over software, verantwoording van beslissingen, onafhankelijke audits, bescherming van rechten van verdediging en parlementaire controle. Alleen zo vermijden we dat de fiscale controle verandert in een technocratisch niemandsland.

De automatisering van de fiscaliteit en het brengen ervan naar wat een economische standaard dreigt te worden het realtime karakter, vraagt daarom om zes basisbeginselen die wettelijk verankerd moeten worden:

  1. Transparantie over software en algoritmes (broncode, rekenregels);
  2. Verantwoording en motivering van beslissingen genomen op basis van AI;
  3. Onafhankelijke toetsing van gebruikte technologie (externe audits);
  4. Bescherming van de rechten van verdediging (toegang tot gegevens in leesbare vorm);
  5. Proportionaliteit in dataverwerking (minimale gegevens, maximale bescherming);
  6. Behoud van democratische (en niet technocratische) controle op uitvoeringssystemen.

Digitalisering in de fiscaliteit is geen probleem op zich. Ze verhoogt efficiëntie, beperkt fraude en maakt processen sneller. Maar zonder democratische controle, zonder menselijke maat, zonder ethische reflectie, wordt ze een nieuw regime van disciplinering. Niet God ziet ons altijd en overal. Algoritmen wel. En die oordelen zonder ziel.

Column Trends

Mots clés

Articles recommandés

België heeft pensioenuitgaven minder onder controle dan andere Europese landen