De inflatie bedraagt 3,55% in februari

Consumptieprijsindex van februari 2025

• In februari gaat de inflatie van 4,08% naar 3,55%.
• De consumptieprijsindex stijgt deze maand met 0,27 punt of met 0,20%.
• De inflatie op basis van de gezondheidsindexdaalt van 4,09% naar 3,70%.
• De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in februari 131,87 punten.
• De kerninflatie, die geen rekening houdt met de evolutie van de prijzen van energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt 3,10% in februari tegenover 3,14% in januari.
• De belangrijkste prijsstijgingen die in februari werden geregistreerd, hadden betrekking op aardgas, elektriciteit, bloemen en planten, waterverbruik, motorbrandstoffen en de aankoop van voertuigen. Kleding, alcoholische dranken en artikelen voor huisdieren hadden daarentegen een verlagend effect op het indexcijfer.

De inflatie in februari bedraagt 3,55% tegenover 4,08% in januari en 3,16% in december. De inflatie op basis van de gezondheidsindex bedraagt deze maand 3,70% tegenover 4,09% in januari en 3,24% in december. De inflatie zonder energieproducten bedraagt in februari 2,29% tegenover 3,03% januari en 2,79% in december. De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt in februari 3,10% tegenover 3,14% in januari en 2,91% in december.

Toelichting over de inflatie

Wat energie betreft, bedraagt de inflatie deze maand 8,17% tegenover 15,89% in januari en 7,40% in december. Voor elektriciteit bedraagt de inflatie momenteel 19,5% tegenover 26,7% vorige maand. Voor aardgas gaat de inflatie van 93,3% in januari naar 37,1% in februari. De prijs van aardgas is ten opzichte van vorige maand met 2,6% gestegen en die van elektriciteit met 1,5%. De scherpe daling van de inflatie ten opzichte van vorige maand komt door het wegvallen van een basiseffect. Dit effect ontstond vorig jaar door het verdwijnen van een groot deel van het basispakket voor elektriciteit en aardgas, waarmee huishoudens een premie ontvingen. In februari 2024 verdween een groot deel van dit effect uit het indexcijfer, waardoor de indices voor gas en elektriciteit stegen. Vorig jaar steeg hierdoor de gasprijs tussen januari en februari met 44,6% en de elektriciteitsprijs met 7,7%. Omdat die prijsstijging dit jaar uitblijft, daalt de inflatie automatisch. Volgende maand verdwijnt het laatste effect van het basispakket uit de index, wat de inflatie verder zal doen afnemen. De prijs van huisbrandolie is, afgevlakt over 12 maanden, met 8,9% gedaald in één jaar tijd. De brandstofprijzen lagen 3,1% lager dan in februari vorig jaar en waren deze maand 1,0% hoger dan vorige maand.

De inflatie van de diensten stijgt van 4,13% naar 4,34%. De inflatie van de huur daalt van 3,41% naar 3,30%. De inflatie van de voedingsmiddelen (inclusief alcoholische dranken) bedraagt deze maand 2,22% tegenover 2,54% vorige maand.

De inflatie van energie gaat van 15,89% in januari naar 8,17% in februari en draagt 0,83 procentpunt bij aan de totale inflatie. Voedingsmiddelen, met een inflatie van 2,22%, leveren een bijdrage van 0,42 procentpunt.

De prijs van aardgas steeg met 2,6% in februari ten opzichte van de voorgaande maand. De prijs van elektriciteit is deze maand gemiddeld met 1,5% gestegen.

Enkele producten en diensten die ten opzichte van februari vorig jaar sterk in prijs stegen, zijn:

Enkele producten en diensten die ten opzichte van februari vorig jaar sterk in prijs zijn gedaald, zijn:

De hoofdgroep die in februari de grootste positieve impact^[i] heeft op de inflatie is “huisvesting, water en energie” met 0,95 procentpunt. De grootste negatieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door “voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken” en “vervoer”, beide met -0,28 procentpunt.

De hoofdgroep die de grootste bijdrage ^[ii] leverde tot de inflatie is “huisvesting, water en energie” met 1,37 procentpunt. De groep “communicatie” leverde de kleinste bijdrage tot de inflatie met -0,03 procentpunt.

De eerste raming van de inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP flash estimate) voor België bedraagt 4,4% in februari 2025.

Toelichting over de indexniveaus

In februari is de consumptieprijsindex met 0,27 punt of met 0,20% gestegen tot 135,66 punten, tegenover 135,39 punten in januari (2013 = 100). De gezondheidsindex steeg in februari met 0,27 punt en bedraagt 135,79 punten tegenover 135,52 punten in januari. De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in februari 131,87 punten. De volgende spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen is vastgelegd op 133,28 punten.

De belangrijkste prijsstijgingen die in februari werden geregistreerd, hebben betrekking op aardgas, elektriciteit, bloemen en planten, waterverbruik, motorbrandstoffen en aankoop van voertuigen. Kleding, alcoholische dranken en artikelen voor huisdieren hadden daarentegen een verlagend effect op het indexcijfer.

De belangrijkste bewegingen die deze maand vastgesteld werden, zijn:

De prijs voor aardgas steeg deze maand gemiddeld met 2,6%. Elektriciteit werd deze maand gemiddeld 1,5% duurder. Bloemen en planten stegen gemiddeld 8,0% in prijs. Zoals elk jaar werd de sterkste prijsstijging opgetekend voor rozen wegens Valentijnsdag. De prijs van waterverbruik steeg met 5,5%, voornamelijk te wijten aan de stijging in Wallonië. De prijzen van motorbrandstoffen stegen gemiddeld met 1,0%. De aankoop van voertuigen werd gemiddeld 0,5% duurder ten opzichte van de voorgaande maand.

De prijs van kleding werd gemiddeld 4,3% goedkoper. Alcoholische dranken werden gemiddeld 1,7% goedkoper ten opzichte van de voorgaande maand. Artikelen voor huisdieren daalden gemiddeld 3,6% in prijs.

^[i] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van die productgroep in de berekening van de CPI. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de productgroep, maar ook met het feit of de inflatie van de productgroep hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale CPI).

^[ii] De bijdrage tot de inflatie van een bepaalde productgroep geeft weer hoeveel van de verandering van de totale bestedingen te wijten is aan de prijsverandering van deze productgroep.​